direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Avereest, locaties Ommerkanaal Dedemsvaart
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00152-VG01

4.2 Geluid

4.2.1 Algemeen

Het onderhavige project bestaat voor wat betreft het milieuaspect geluid uit twee verschillende deelaspecten. Dit is de reden dat voor het onderhavige project twee afzonderlijke onderzoeken zijn verricht, te weten:

  • akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting van het wegverkeerslawaai op de gevels van de twee compensatiewoningen;
  • akoestisch onderzoek naar de geluidbelasting die kan ontstaan in de omgeving door de op te richten hondenkennel/school.

4.2.2 Akoestisch onderzoek compensatiewoningen
4.2.2.1 Algemeen

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies. De functie 'wonen' is aan te merken als een geluidsgevoelige functie.

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan waarbij een nieuwe geluidsgevoelige functie wordt toegevoegd een akoestisch onderzoek te worden ingesteld.

4.2.2.2 Wegverkeer

In artikel 74.1 van de Wgh is aangegeven dat wegen aan weerszijden van de weg een wettelijke geluidszone hebben waarvan de grootte is opgenomen in onderstaande tabel. Wettelijke geluidszones van wegen:

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00152-VG01_0010.png"

De zone is gelegen aan weerszijden van de weg en begint naast de buitenste rijstrook. Eventuele parkeerstroken, voet- of fietspaden en vluchtstroken worden niet tot de weg gerekend en vallen binnen de zone. De zone langs een weg omvat het gebied waarbinnen extra aandacht moet worden geschonken aan het geluid afkomstig van de betrokken weg. Binnen een zone moet worden gestreefd naar een akoestisch optimale situatie. Dit betekent dat er bij nieuwe ontwikkelingen, zoals het opstellen van bestemmingsplannen, het verlenen van (individuele) bouwvergunningen en het aanleggen van infrastructurele werken, het akoestische aspect van de plannen direct in kaart moet worden gebracht. Zodoende kan in een vroeg stadium worden onderkend of plannen doorgang kunnen vinden danwel of maatregelen nodig zijn om een akoestisch gunstig klimaat te creëren. De hiervoor genoemde zones gelden niet voor :

  • wegen die zijn aangeduid als woonerf (art 74.2);
  • wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt (art 74.2).

De geplande woningen liggen in “buitenstedelijk stedelijk” binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone, als bedoeld in art. 74 van de Wet geluidhinder, van het Ommerkanaal. De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting LDEN op de gevels van een woning t.g.v. een weg bedraagt 48 dB.

4.2.2.3 Conclusie

In de onderstaande tabel is de geluidbelasting LDEN opgenomen. Voor de rekeninvoergegevens en de berekening wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek dat is opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting.

In de onderstaande tabel is de geluidbelasting LDEN opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00152-VG01_0011.png"

Uit de resultaten blijkt dat onder de genoemde uitgangspunten de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden.

4.2.3 Akoestisch onderzoek hondenkennel/school
4.2.3.1 Algemeen

Het akoestisch onderzoek is noodzakelijk in het kader van de noodzakelijke herziening van het bestemmingsplan en een oprichtingsvergunning voor de inrichting. De inrichting is gelegen in een landelijke omgeving op grote afstand van drukke doorgaande wegen. De huidige inrichting heeft agrarische bestemming met een vergunning welke vervalt. Hiervoor in de plaats is in een voormalige veeschuur (11 x 30 m) een hondenschool voor gehoorzaamheidscursussen gepland. Bovendien worden binnen de inrichting honden (Manchster Terriër) gefokt, waarbij maximaal 20 honden binnen de inrichting kunnen verblijven. T.b.v. de kennel zijn 2 uitlaatweiden achter de schuur gepland. Een aantal grote stallen wordt gesloopt en als compensatie daarvan zijn 2 nieuwe woningen gepland, waarvan 1 woning op ca 50 m ten zuiden van de hondenschool/kennel.

De geluidbelasting m.b.t. de inrichting wordt voornamelijk bepaald door voertuigbewegingen en het blaffen van honden in de uitlaatweide. Het akoestisch onderzoek voor de hondenkennel/school is opgenomen in Bijlage 2 van deze toelichting. Voor wat betreft de rekeninvoergegevens en de berekening wordt tevens verwezen naar deze bijlage.

4.2.3.2 Milieuzonering

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. De toelaatbare afstand tussen inrichtingen en milieugevoelige functies, in dit geval woningen, is daarbij afhankelijk van de hindercategorie waarbinnen deze inrichtingen vallen. Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van een bedrijf op milieuhygiënische aspecten wordt het instrument milieuzonering gehanteerd. Milieuzonering is in dit geval bedoeld om de geplande hondenschool te toetsen op de nabije bestaande en geplande woningen.

Door middel van de milieuvergunning en de daarbij behorende vergunningsvoorschriften wordt de gewenste milieukwaliteit gerealiseerd. De basiszoneringslijst (Bedrijven en Milieuzonering, VNG, versie 2009) relateert milieuhindersoorten aan een minimale afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen. De zogenaamde hindercategorie loopt uiteen van 1 t/m 6 en is direct afgeleid van de grootste afstand oplopend van 0 tot 1500 m (de afstanden gelden in principe vanaf de perceelsgrens tot de woninggevel).

De bedrijvenlijst geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen. Op een grotere afstand worden milieugevoelige bestemmingen aanvaardbaar geacht. Op een kleinere afstand kan een nader onderzoek noodzakelijk zijn. De minimale afstanden tussen milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen genoemd in de basiszoneringslijst (Bedrijven en Milieuzonering, VNG) zijn gebaseerd op woningen in een rustige woonwijk met een richtwaarde van 45 dBA. Voor landelijk gebied kunnen de richtwaarden één stap worden verhoogd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00152-VG01_0012.png"

Een hondenschool is niet opgenomen in de lijst. In ieder geval liggen de bestaande woningen Ommerkanaal 6a, 10 en 15 en de geplande compensatiewoning binnen de hindercirkel zodat een nader onderzoek is gewenst. Volgens de VNG brochure is aangegeven dat voor de huidige situatie, waarin de hondenkennel/school is gepland, de volgende vragen moeten worden beantwoord in de ruimtelijke onderbouwing : kan ter plaatse een goed woon- en leefklimaat worden gerealiseerd en zo ja, onder welke voorwaarden.

4.2.3.3 Conclusie

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau

Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Lar,LT onder de genoemde uitgangspunten ligt ruimschoots onder de gestelde grenswaarden voor een landelijk gebied, uitgezonderd in punt 2 in de avond (Ommerkanaal 10) met als oorzaak het rijden van de auto’s waarmee de streefwaarde met 1 dBA wordt overschreden. Uit landschappelijk oogpunt vervallen de overige bestaande inritten (naar de stallen welke worden gesloopt). Volgens de initiatiefnemer is er geen mogelijkheid voor een andere route. Door het relatief kleine aantal eigen kennelhonden, de geringe blaffrequentie en voldoende afstand van de uitlaatweiden tot woningen is de belasting. t.g.v. blaffen gering. Het gebouw heeft voldoende geluidisolatie.

Maximale geluidsniveaus

Personenwagens

Het maximale piekgeluid door een personenauto ligt op 62 dBA bij de maatgevende woning Ommerkanaal 10, direct tegenover de in/uitrit. Deze piekgeluiden zijn niet te voorkomen. In de bestaande situatie met het agrarisch bedrijf treden vergelijkbare en hogere piekgeluiden op als gevolg van vrachtverkeer en laad/losactiviteiten. De maximale grenswaarde voor piekgeluiden wordt ruimschoots onderschreden.

Blaffen hond

Het maximale piekgeluid door hondengeblaf ligt op 59 dBA bij de maatgevende geplande woning en voldoet ruim aan de maximale grenswaarde.

Indirect lawaai

Binnen de berekende 50 dBA contour zijn geen woningen gesitueerd zodat de voorkeursgrenswaarde bij woningen ruimschoots wordt onderschreden.

Maatregelen en BBT-principe

Conform de Wet milieubeheer (art. 8.II, 3e lid) mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe best beschikbare techniek). Bij Nijhuis is geen sprake van dominante geluidbronnen met een onnodige hoge geluidemissie. Het binnenverblijf is voldoende geïsoleerd zodat het blaffen bij woningen van derden niet of nauwelijks waarneembaar is. Rondom de uitlaatweide komt een visuele afscherming t.b.v. de honden waardoor deze geen vreemden zien en onnodig blaffen.