direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - Open veenontginningslandschap
Plan: Buitengebied Hardenberg, Dedemvaartseweg Zuid 23, 23a en 25
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00151-VG01

Artikel 5 Wonen - Open veenontginningslandschap

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Open veenontginningslandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, waaronder aan huis gebonden beroepen, tot een oppervlakte van 100 m2;
  • b. nevenactiviteit in de vorm van:
  • 1. detailhandel overwegend in ter plaatse voortgebrachte of streekeigen producten,
  • 2. eenvoudige dagrecreatieve voorzieningen,
  • 3. kantoor en zakelijke dienstverlening, uitsluitend in bestaande gebouwen tot een oppervlakte van 100 m2 , en
  • 4. bed and breakfast uitsluitend in bestaande hoofdgebouwen tot een oppervlakte van 100 m2,
  • 5. opslag- en stallingsbedrijven,
  • 6. andere niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, die in ruimtelijk en functioneel opzicht met de hiervoor onder 1 t/m 6 genoemde gelijk kunnen worden gesteld;
  • c. tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen,
  • b. bijgebouwen en overkappingen,
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. binnen elk bestemmingsvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één woning;
  • d. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m3 of niet meer dan de bestaande inhoud indien die meer dan 750 m3 bedraagt;
  • e. de goothoogte en bouwhoogte van een woning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3,5 m en 10 m;
  • f. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende omgevingsvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 75 m2 bedragen, of niet meer dan:
  • 1. de bestaande oppervlakte indien die meer dan 75 m2 bedraagt;
  • 2. 100 m2, indien de inhoud van de woning meer dan 1.000 m3 bedraagt;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder d, mag de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende omgevingsvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 40 m2bedragen, in geval deze behoren bij de woningen als bedoeld onder d.;
  • i. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3 m en 6 m;
  • j. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
Bouwwerken   max. bouwhoogte  
Erf- of perceelsafscheidingen op tenminste 1 m achter de voorgevelrooilijn   2 m  
Overige erf- of perceelsafscheidingen   1 m  
overkappingen   3,5 m  
Overige andere bouwwerken   10 m  

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Vergroten inhoud woning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 5.2.2 onder d. ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning tot:

  • a. 1.200 m3, of
  • b. 2.000 m3 voor zover het betreft een (voormalige) ontginningsboerderij;

mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een deugdelijk erfinrichtingsplan.

5.3.2 Bouwhoogte erf- of perceelafscheidingen

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van sublid 5.2.2, onder j, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m, tot aan en vóór de voorgevelrooilijn, mits:

  • a. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
  • b. de erf- of perceelafscheidingen overwegend doorzichtig worden gebouwd.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Nevenactiviteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 5.1, onder b, voor zover betreft het gebruik van bestaande gebouwen voor de volgende nevenactiviteiten:

  • a. ambachtelijke landbouwproducten verwerkende bedrijven, zoals een wijnmakerij, zuivelmakerij, imkerij;
  • b. aan agrarische functies verwante bedrijven, zoals een paardenpension, fouragehandel, hoefsmederij en hoveniers- en boomverzorgingsbedrijven;
  • c. ambachtelijke bedrijven, zoals een dakdekker, rietdekker, schildersbedrijf, meubelmaker, installatiebedrijf;
  • d. educatief centrum gericht op de landbouw en/of natuur,
  • e. bezoekers- en cursuscentrum;
  • f. museum, galerie en kunsthandel;
  • g. horeca, zoals een theetuin, een ijs-/snackverkooppunt, een terras;
  • h. dagrecreatieve voorzieningen, zoals een speeltuin en verhuur van fietsen;
  • i. kinderdagverblijf,
  • j. zorgboerderij,
  • k. andere niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, die in ruimtelijk en functioneel opzicht met de hiervoor genoemde gevallen gelijk kunnen worden gesteld;

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • 1. vergunning wordt uitsluitend verleend indien ten minste 75 m2 aan bijgebouwen aanwezig is,
  • 2. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten mag binnen eenzelfde bouwvlak niet meer dan 300 m2 bedragen;
  • 3. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing mag niet onevenredig worden belemmerd,
  • 4. in vergelijking met het agrarisch gebruik mag geen onevenredig grotere verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden plaatsvinden,
  • 5. het parkeren dient binnen het erf op eigen terrein plaats te vinden,
  • 6. er mag geen opslag van goederen in de open lucht plaatsvinden, en
  • 7. het gebruik dient qua aard en schaal te passen bij de specifieke kwaliteiten en schaal van

de omgeving, met name op het gebied van visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties.