direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Open veenontginningslandschap
Plan: Buitengebied Hardenberg, Dedemvaartseweg Zuid 23, 23a en 25
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00151-VG01

Artikel 3 Bedrijf - Open veenontginningslandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Open veenontginningslandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een metaalbewerkingsbedrijf in de categorie 3.1 zoals opgenomen in Bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. bij een en ander behorende voorzieningen waaronder parkeerplaatsen en nutsvoorzieningen,

een en ander met uitzondering van detailhandelsbedrijven, tenzij het betreft:

  • 1. detailhandel die als zodanig ingevolge het hiervoor bepaalde onder a en b is toegestaan;
  • 2. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in een bedrijf, met een maximale

verkoopvloeroppervlakte van 100 m2.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in dat lid, uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen,
  • b. andere bouwwerken
3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 12 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, indien die meer dan 6 m en 12 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven of niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer bedraagt dan hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1m achter de voorgevelrooilijn   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
palen, masten, technische installaties en overige, andere bouwwerken   12 m  
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Oppervlakte gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van sublid 3.2.2, onder a, ten behoeve van het binnen eenzelfde bestemmingsvlak bouwen van bedrijfsgebouwen tot een oppervlakte van 125 % van de bestaande gebouwen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond aan de hand van een deugdelijk bedrijfsplan;
  • b. inpassing van de gebouwen in het landschap moet op zorgvuldige wijze plaatsvinden, aan de hand van een deugdelijk erfinrichtingsplan.
3.3.2 Bouwhoogte erf- of perceelsafscheiding

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van sublid 3.2.2, onder c, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 3 m, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond;
  • b. per geval dient voorzien te worden in een redelijke landschappelijke inpassing.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels voor het bepaalde in 3.1 ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een andere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1;
  • b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1, en niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd.


Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.