direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Radewijk, Radewijkerweg 54
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00148-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;

met daarbijbehorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden;
  • f. tuinen;
  • g. erven;
  • h. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voor de voorziening in de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte.
4.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. de afstand van de gevel van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m, met dien verstande dat deze bouwhoogte niet van toepassing is indien het bijbehorende bouwwerk is ondergebracht in de woning c.q. daarmee, qua constructie een onlosmakelijk geheel vormt, bijvoorbeeld door doortrekking van een kap; in dat geval is de toegestane bouwhoogte van de woning van toepassing;
  • c. de bijbehorende bouwwerken worden niet minder dan 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt voor een carport dat deze tot in de voorgevelrooilijn mag worden gebouwd;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 50 m2 bedragen;
  • f. de bijbehorende bouwwerken dienen op het achtererfgebied te worden gebouwd.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  • a. 4.2.1 onder d en toestaan dat de afstand tot de perceelgrens niet meer dan 1,5 m bedraagt, met dien verstande dat dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
4.4.2 Afwegingskader

Een in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid en parkeermogelijkheden;
  • d. de fysieke veiligheid.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • b. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.