direct naar inhoud van 5.2 Archeologie
Plan: Buitengebied Hardenberg, Spokenkampweg 2 te Brucht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00088-VG01

5.2 Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging op de Monumentenwet 1988, regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Nieuw in de wet is dat gemeenten een archeologische zorgplicht krijgen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.

Voor het grondgebied van de gemeente Hardenberg is een inventarisatie opgesteld van de archeologische verwachtingen. Op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart valt het plangebied in het dekzandlandschap en is het gebied waarop de aanbouw plaatsvindt aangemerkt als "essen". Voor "essen" geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. In figuur 5.2 is dit in een uitsnede van de archeologische verwachtingskaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00088-VG01_0013.png"

Figuur 5.2 Uitsnede archeologische waarden- en verwachtingenkaart

Uit de archeologische beleidskaart van de gemeente Hardenberg blijkt dat het plangebied valt in een gebied dat is aangemerkt als "Waarde- archeologie 4". Uit het bij de beleidskaart behorende schema, blijkt dat in gebieden waar gronden geroerd worden en die een grotere oppervlakte hebben dan 500 m² een archeologisch onderzoek vereist is. De in voorliggend plan besloten ruimtelijke ontwikkeling betreft de uitbreiding van een bedrijfshal tot ca. 750 m² en een separaat gelegen kelder van ca. 400 m2. Het totale oppervlak dat vanwege het initiatief geroerd wordt ligt ruim boven de grens van 500 m2. Om die reden is een archeologisch onderzoek uitgevoerd door De Steekproef.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00088-VG01_0014.png"

Figuur 5.3 Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Hardenberg

Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat bij de 3 noordelijkst geplaatste boringen de kwaliteit van de bodem goed is. Bij de overige boringen die op het terrein zijn gezet bleek de bodemkwaliteit matig tot slecht. Daarbij is de bodem ter hoogte van het bouwvlak voor het grootste deel slecht bevonden, met uitzondering van de noordoostelijke hoek, waar de bodem wel gaaf is. In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen.

Op basis van het feit dat er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen en de nieuw te bouwen loods maar een beperkt stuk grond zal verstoren, wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht.

Indien bij toekomstige werkzaamheden toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dan dienen deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 en 54 direct te worden gemeld bij de gemeente Hardenberg.

Het archeologisch onderzoek is als Bijlage 2 toegevoegd.