direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur - beekdallandschap
Plan: Hardenberg, monding Oude Radewijkerbeek
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00086-VG01

Artikel 3 Natuur - beekdallandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - beekdallandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden, zoals meandering van waterlopen, onregelmatige verkaveling;
  • b. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. extensieve openluchtrecreatie, voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • d. infrastructurele voorzieningen ten behoeve van verblijf en verplaatsing op deze gronden, waaronder begrepen fiets- en voetpaden;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

met daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Natuur - beekdallandschap' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

3.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 6 m.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,50 m;
  • b. de bouwhoogte van verwijs c.q. informatieborden mag niet meer bedragen dan 3 m;
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbod

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de onder 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van paden, wegen of parkeergelegenheden of het aanbrengen van andersoortige terreinverhardingen;
  • b. het ophogen, afgraven of egaliseren van de gronden voor zover de Ontgrondingenwet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn;
  • c. het vellen, rooien of verwijderen van de op de gronden aanwezige houtgewassen en andere begroeiing, voor zover de Boswet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn;
3.3.2 Weigeringsgrond omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning wordt geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

3.3.3 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die noodzakelijk zijn ter realisering van de aan de grond gegeven bestemming en de krachtens 3.2toegelaten bouwwerken;
  • c. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.