direct naar inhoud van Artikel 4: Sport
Plan: Hardenberg, Park Kruserbrink
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00072-VG01

Artikel 4: Sport

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport- en speelterreinen;
  • b. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. kantines en/of kleedruimtes;
    • 2. onderhoud en beheer;

met de daarbijbehorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten, dug-outs en ballenvangers.

4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 4.1 sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw wordt binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum oppervlakte (m2)" zal de oppervlakte van een gebouw ten hoogste het ter plaatse aangegeven oppervlakte bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte bedragen.

4.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 18,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

4.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de lid 4.1. genoemde doeleinden;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de lid 4.1. genoemde doeleinden;
  • c. het gebruik van gebouwen voor bewoning.