direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1085-0002

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Omgevingsvisie Provincie Overijssel

De provincie Overijssel heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan samengevoegd tot één Omgevingsvisie. Hèt provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. Eén van de instrumenten om het beleid uit deze Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening. Beide documenten zijn op 1 juli 2009 door Provinciale Staten vastgesteld.

In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel tot 2030 weergegeven. Het beleid staat primair in dienst van de sociaal-economische ontwikkeling van Overijssel. Dit betekent dat ruimte wordt gemaakt voor ontwikkeling van werkgelegenheid en dat hoogwaardige woonmilieus tot stand worden gebracht. Die dynamiek moet benut worden als een kans om de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid te versterken.

De provincie definieert Ruimtelijke kwaliteit als: "Datgene wat ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mensen belangrijk is. Of duurzamer gesteld: Wat voor mens, plant en dier belangrijk is". Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bieden dorpen en kernen weer andere leefmilieus dan het stedelijk gebied. De eigenheid kan gevonden worden door de eigen karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding met het omliggende landschap of historische structuren expliciet te maken.

De provincie wil ruimtelijke kwaliteit benaderen via de gebiedskenmerkencatalogus. In de catalogus gaan ze uit van een viertal lagen, de zogenaamde lagenbenadering:

  • De natuurlijke laag: in deze laag heerst de logica van de ondergrond en het watersysteem en hoe abiotische en biotische processen daarop.
  • De laag van het agrarisch cultuurlandschap: in deze laag gaat het om het ten nutte maken van het landschap ten behoeve van agrarische productie.
  • De stedelijke laag: in deze laag draait het om sociale en fysieke dynamiek en diversiteit van de steden, dorpen en landstadjes en het verbindende netwerk er tussen van wegen, paden, spoorwegen en kanalen.
  • Lust- en leisurelaag: in deze laag komen natuurlijke, functionele en sociale processen bij elkaar. Dit is de laag die gaat over beleving (onder andere recreatie) en identiteit (cultuurhistorie).

De Provincie stuurt via de Omgevingsvisie op zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik, ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken. Door ontwikkeling conform de gebiedskenmerkencatalogus wordt de identiteit en diversiteit van dorpen (en steden) versterkt. Dat geldt in bijzonder voor de stads- en dorpsrandgebieden.

Ontwikkelingsperspectief

Op de kaart met ontwikkelingsperspectieven heeft het plangebied het perspectief 'bedrijventerrein'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1085-0002_0010.jpg"

Afbeelding 3.2: Uitsnede kaart Ontwikkelingsperspectieven, Omgevingsvisie Provincie Overijssel

Het provinciale beleid voor nieuwe en bestaande niet (sterk) verouderde bedrijventerreinen is erop gericht minimaal het kwaliteitsniveau te handhaven, maar liever te verhogen. Daarvoor is een goede samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven nodig.

Van de overheid mag worden verwacht dat de inzet op relatiebeheer duidelijk vorm houdt of krijgt. Gemeenten en bedrijfsleven zijn samen verantwoordelijk voor het structureel beheren van de terreinen. Het ontwikkelen van aanvullend (financieel) instrumentarium om beheer en onderhoud te garanderen kan hierbij een rol spelen.

Aan het handhaven en/of versterken van het kwaliteitsniveau van de bedrijventerreinen wordt op verschillende manieren invulling gegeven. Zo zijn de twee bedrijventerreinen tezamen met bedrijventerrein 't Varck in 2009 gaan samenwerken in de Stichting Parkmanagement Haaksbergen. Deze stichting heeft als doelstelling om de kwaliteit van nieuwe bedrijventerreinen op lange termijn te handhaven of van bestaande terreinen te verbeteren en het niveau van voorzieningen op een hoog peil te houden. Daarbij horen onder meer maatregelen om beveiliging, bewegwijzering en beheer en onderhoud te verbeteren.

Op het gebied van beeldkwaliteit heeft de gemeente Haaksbergen bij de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune kwalitatieve uitgangspunten opgesteld voor de zichtlocaties. In onderhavig bestemmingsplan is aan de zichtlocaties de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - markante bebouwing' toegekend. Op deze wijze kan de gemeente aan de bebouwing op de zichtlocaties nadere eisen stellen om zodoende het kwalitatief hoogwaardige aanzicht van de bedrijventerreinen te waarborgen.

Gelet op het bovenstaande en gelet op de achtergrond van dit plan, de actualisatie van het bestemmingsplan voor twee bestaande bedrijventerreinen, kan gesteld worden dat onderhavig bestemmingsplan past binnen de Omgevingsvisie.

3.3.2 Omgevingsverordening Provincie Overijssel

Tegelijkertijd met de Omgevingsvisie hebben Provinciale Staten op 1 juli 2009 ook de Omgevingsverordening vastgesteld.

De Omgevingsverordening is één van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken. Het uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. Gemeenten krijgen zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven. Wat elders geregeld wordt – bijvoorbeeld door het Rijk - wordt niet nog eens dubbel geregeld in deze verordening. Daarmee voorkomt de provincie extra regeldruk.

Het uitgangspunt 'decentraal wat kan, centraal wat moet' is ook toegepast bij de flexibiliteitsbepalingen in deze verordening. Waar mogelijk zijn afwijkingsmogelijkheden toegepast in plaats van ontheffingsbepalingen. Ook heeft de provincie zoveel mogelijk gekozen voor positief geformuleerde voorwaarden.

De Omgevingsverordening is een juridische vertaling van het beleid dat is opgenomen in de Omgevingsvisie. In de verordening zijn die onderwerpen opgenomen die hiervoor zijn aangedragen in het realisatieschema. Voor de wijze van regeling is uitgegaan van het beleid zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord.

In het kader van het voor dit bestemmingsplan relevante provinciale beleid wordt hier alleen ingegaan op het onderdeel 'bedrijventerreinen' van de Omgevingsverordening. In de omgevingsverordening zijn voor gemeenten enkel eisen en voorwaarden vastgelegd te aanzien van de uitbreiding van of de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Hiervoor dient overleg met aangrenzende gemeenten gevoerd te worden en een dergelijke ontwikkeling dient beleidsmatig onderbouwd te worden door een met de provincie afgestemde bedrijventerreinvisie.

Aangezien dit bestemmingsplan enkel betrekking heeft op twee bestaande bedrijventerreinen, waar hoofdzakelijk de bestaande situatie wordt vastgelegd, kan geconcludeerd worden dat dit bestemmingsplan passend is binnen de provinciale omgevingsverordening.