direct naar inhoud van 4.6 Ecologie
Plan: Bedrijventerrein Stepelerveld, fase 1a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1075-0003

4.6 Ecologie

Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ruimtelijk plan mag namelijk geen significante gevolgen hebben voor een te beschermen gebied en/of soort.

Gebiedsbescherming

Voor de gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale beschermingszones aangewezen met een hoge wettelijke bescherming. Hiervoor zijn Natura 2000-gebieden en gebieden onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgenomen.

Soortbescherming

Op basis van de Flora- en faunawet zijn gebieden aangewezen voor de bescherming van dier- en plantensoorten. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Zorgplicht

De zorgplicht Flora- en faunawet is mede van toepassing op de beschermde soorten waarvoor geen ontheffing hoeft te worden verkregen. Dit houdt in, dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren en planten (inclusief hun leefomgeving). Concreet betekent dit dat bij een ruimtelijke ingreep rekening moet worden gehouden met alle aanwezige dieren en planten door middel van planning en uitvoering. Voor alle grondgebonden zoogdieren en amfibieën in het plangebied geldt de zorgplicht. Dit houdt in dat deze dieren gedurende de werkzaamheden zoveel mogelijk moeten worden ontzien.

Ecologische analyse

Ten behoeve van de ontwikkeling van Bedrijventerrein Stepelerveld is een ecologische analyse uitgevoerd. De resultaten van deze analyse zijn bijgevoegd in Bijlage 6 van deze toelichting.

Aanvullend ecologisch onderzoek 'Stepelerveld' Haaksbergen

Voor het bedrijventerrein Stepelerveld is een aanvullend ecologisch onderzoek uitgevoerd naar een aantal zwaarder beschermde diersoorten. Doel van dit onderzoek is het vaststellen van de aan- of afwezigheid van zwaarder beschermde soorten.

Dit 'Aanvullend ecologisch onderzoek 'Stepelerveld' Haaksbergen' is opgenomen in Bijlage 7 van deze toelichting.

Uit dit onderzoek blijkt dat op één locatie in het onderzoeksgebied een paarverblijfsplaats van Gewone dwergvleermuis is vastgesteld. Daarnaast is net buiten het onderzoeksgebied een nestplaats van Steenuil en een vaste verblijfsplaats van Steenmarter aangetroffen. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan zal hiermee zo nodig rekening gehouden moeten worden.

Overige strikt beschermde soorten zijn niet aangetroffen.

Conclusie bedrijventerrein Stepelerveld , fase 1a

Voor het onderhavige bestemmingsplan voor fase 1a van het bedrijventerrein Stepelerveld dat gesitueerd is op het zuidwestelijk deel van het bedrijventerrein Stepelerveld geldt dat de verblijfsplaatsen van de Steenuil en Steenmarter zijn gevonden in het uiterste zuidoostelijk deel van Stepelerveld. De paarverblijfsplaats van de Gewone dwergvleermuis is gevonden ten oosten van de Stepelerveldweg. De verblijfsplaatsen zijn dus niet gelegen binnen het plangebied van fase 1a van het bedrijventerrein Stepelerveld en hebben derhalve geen invloed op de ontwikkeling van dit plangebied.