direct naar inhoud van 4.12 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Stepelerveld, fase 1a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1075-0003

4.12 Externe veiligheid

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid ("Indeling Leidraad maatramp") zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor.

De gemeente Haaksbergen heeft een analyse laten uitvoeren naar de externe veiligheidssituatie van het plangebied bedrijventerrein Stepelerveld. Het rapport is opgenomen in Bijlage 13 van deze toelichting.

Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (hierna: Bevi) regels gesteld.
Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • Of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico.
  • Of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Bevi-bedrijven

Voor het onderhavige bestemmingsplan voor fase 1a van het bedrijventerrein Stepelerveld dat gesitueerd is in het zuidwesten van het bedrijventerrein Stepelerveld geldt dat in of in de directe omgeving geen inrichtingen aanwezig zijn die relevant zijn voor het plangebied en er zijn geen (beperkt)kwetsbare objecten aanwezig conform Bevi. Binnen het plangebied worden Bevi-bedrijven toegestaan via een ontheffing van B&W bij het verlenen van een omgevingsvergunning en onder voorwaarde dat de 10-6risicocontour van deze bedrijven binnen de bedrijfskavel blijft.

Binnen het plangebied en binnen het invloedsgebied zijn geen hoogspanningsleidingen aanwezig en zijn geen buisleidingen (gas) gelegen waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

Brandweernormering en verkeersafwikkeling

Als onderdeel van de ontwikkeling van bedrijventerrein Stepelerveld is overleg gevoerd met de Brandweer in het kader van de bluswatervoorziening. Op het bedrijventerrein Stepelerveld wordt voldoende water gerealiseerd. Hiermee wordt voldaan aan de brandweernormering. In de regels behorende bij dit bestemmingsplan is aangegeven hoe dient te worden omgegaan met de perceelsgrenzen in relatie tot de brandweernormering.

De verkeersafwikkeling van het plangebied vindt plaats via de Bouwstraat. Bij de bepaling van de profielbreedte wordt rekening gehouden met het netwerk verkeersclassificatie Duurzaam Veilig en de Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid NVBR.

Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen

In de directe nabijheid van het plangebied liggen geen buisleidingen waardoor vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bijvoorbeeld aardgas, plaatsvindt. Er zijn in dit kader dan ook geen externe veiligheidseffecten waarmee rekening moet worden gehouden.

Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor

Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt gekeken naar de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor kwetsbare objecten geldt een plaatsgebonden risico 10-6 en voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico 10-6.

Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10 (10-4), 100 (10-6) of 1.000 (10-8) personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Weg

Het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Haaksbergen richt zich in beginsel op de oriƫntatiewaarde. In principe kan zich op elke weg een ongeval met gevaarlijke stoffen voordoen en zijn woningen en bedrijven altijd langs een weg gelegen. Van belang is dan ook hoe groot de kans is dat zich op een weg een ongeval met gevaarlijke stoffen voordoet.

Direct langs het plangebied loopt de Hengelosestraat (N739). Uit de risico-atlas weg van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat blijkt dat er over dit traject vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Uit het rapport 'Inventarisatie van EV-risico's bij het vervoer van gevaarlijke stoffen' blijkt dat de N739 geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour heeft en dat een dergelijke contour voor deze weg ook niet wordt verwacht. Op verzoek van de gemeente Haaksbergen is desondanks ook nog geen analyse uitgevoerd met het berekeningsprogramma RBM II. Hieruit blijkt eveneens dat er voor de huidige situatie geen PR 10-6 per jaar is. Dit is ook voor de toekomstige situatie in 2020 het geval. De analyse is opgenomen in Bijlage 14 van deze toelichting.

De N739 vorm ook geen (mogelijk) aandachtspunt voor het groepsrisico.

De kans dat zich op een weg een ongeval voordoet is kleiner dan de oriƫntatiewaarde. De realisatie van fase 1a van het bedrijventerrein Stepelerveld zal hier geen noemenswaardige verandering in brengen. Haaksbergen zal daarom geen (mogelijk) aandachtspunt voor het groepsrisico vormen. De gemeente Haaksbergen acht de ontwikkeling van fase 1a van bedrijventerrein Stepelerveld daarom aanvaardbaar vanuit het oogpunt van externe veiligheid.

Water

De dichtstbijzijnde vaarweg is het Twentekanaal, dat is gelegen op circa 8 km. van het plangebied. Uit het Anker-rapport blijkt dat het Twentekanaal geen plaatsgebonden risicocontour heeft van 10-6 en dat Haaksbergen geen (mogelijk) aandachtspunt vormt voor het groepsrisico.

Spoor

De dichtsbijzijde spoorlijn is het baanvak Almelo-Enschede. Uit het Anker-rapport blijkt dat dit baanvak geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour heeft en dat ook in de toekomst geen knelpunt voor het plaatsgebonden risico wordt verwacht. Het baanvak vormt daarom geen aanleiding voor een nadere beschouwing.