direct naar inhoud van 4.3 Bodemkwaliteit
Plan: Buitengebied, partiële herziening landgoed Eppenzolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1070-0004

4.3 Bodemkwaliteit

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, is een tweetal verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd door Kruse Milieu BV. Eén onderzoek betreft de locatie van het bestaande erf (zie Bijlage 3), het andere onderzoek heeft plaatsgevonden op de beoogde locatie van het nieuwe landhuis (zie Bijlage 4).

4.3.1 Onderzoek locatie bestaand erf

Dit bodemonderzoek betrof een terreindeel ter grootte van ongeveer 2.400 m2 aan de Schoolkaterdijk 39. De onderzoekslocatie is momenteel deels bebouwd en grotendeels verhard met klinkers.

Het terrein is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 10 boringen verricht, waarvan één tot 2,20 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn tot matig grof zand. Zintuiglijk zijn plaatselijk bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is in peilbuis 1 aangetroffen op 0,69 meter onder het maaiveld.

In de bovengrond BG I en in het grondwater zijn enkele (zeer) lichte verontreinigingen aangetoond. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4 van het betreffende onderzoek. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren. De bovengrond BG II en ondergrond zijn niet verontreinigd.

Op basis van historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Tijdens het veldbezoek zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Alle onderzochte grond, met uitzondering ter plekke van boring 10, die bij de nieuwbouwwerkzaamheden mogelijk vrij komt, is overal vrij toepasbaar, aangezien geen verontreinigingen zijn aangetroffen in de boven- en ondergrond hoger dan 2 x de achtergrondwaarden. Met andere woorden: er gelden geen beperkingen ten aanzien van het hergebruik van de grond. Grond dat bodemvreemd materiaal bevat is niet vrij toepasbaar. Geadviseerd wordt deze grond ter plaats te hergebruiken.

Conclusie

Uit milieukundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de voorgenomen nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreinigingen geen risico's voor de volksgezondheid opleveren. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (agrarisch/wonen met tuin).

4.3.2 Onderzoek locatie landhuis

Dit bodemonderzoek betrof een terreindeel ter grootte van maximaal 500 m2 aan de Schoolkaterdijk ongenummerd. Deze onderzoekslocatie is momenteel onbebouwd en onverhard.

Het terrein is beschouwd als niet-verdacht. In totaal zijn er 4 boringen verricht, waarvan één tot 2,60 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn tot matig grof zand. Zintuiglijk zijn geen bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is in peilbuis 1 aangetroffen op 1,19 meter onder het maaiveld.

In het grondwater is een zeer lichte verontreiniging aangetoond. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4 van het betreffende onderzoek. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, is er geen reden om nader onderzoek uit te voeren. De boven- en ondergrond zijn niet verontreinigd.

Op basis van historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Tijdens het veldbezoek zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Alle onderzochte grond, die bij de nieuwbouwwerkzaamheden mogelijk vrij komt, is overal vrij toepasbaar, aangezien geen verontreinigingen zijn aangetroffen in de boven- of ondergrond. Met andere woorden: er gelden geen beperkingen ten aanzien van het hergebruik van de grond.

Conclusie

Uit milieukundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de voorgenomen nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreiniging geen risico voor de volksgezondheid oplevert. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (agrarisch/wonen met tuin).