direct naar inhoud van 2.3 Het inrichtingsplan
Plan: Buitengebied, partiële herziening landgoed Eppenzolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1070-0004

2.3 Het inrichtingsplan

De uitgangspunten voor het landschapsplan zijn de 3 typologieën in het landschap, de karakteristieke ervenstructuur en de kansen voor natuurontwikkeling en beekherstel in combinatie met het nieuwe landgoed. Onderstaande afbeelding betreft het inrichtingsplan dat door Bijkerk c.s. tuin- en landschapsarchitecten is opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1070-0004_0011.png"

Afbeelding 2.4 Inrichtingsplan (bron: Bijkerk c.s. tuin- en landschapsarchitecten)

2.3.1 Landschap erf

De toegangsweg naar het oorspronkelijke erf wordt langs het aanwezige bosje gelegd. Hierdoor krijgt het erf een meer oorspronkelijke benadering. In het landschap vormt de tweekapper een duidelijk hoofdgebouw op het huidige erf. De massa van het verdwenen oorspronkelijke erf wordt enigszins gecompenseerd door de rood-voor-roodwoningen. Deze dienen echter ondergeschikt aan het hoofdgebouw te zijn en zijn dan ook op deze wijze ingepast: in dezelfde richting en 'achter' de boerderij. De karakteristieke ervenstructuur van solitaire bomen en boomgroepen wordt versterkt. Een oorspronkelijk pad dat de erven met elkaar verbond, wordt eveneens hersteld. De rood-voor-roodwoningen hebben hierdoor een duidelijke relatie met de context en een heldere landschappelijke inpassing.

2.3.2 Architectuur erf

De rood-voor-roodwoningen moet als het ware worden gezien als bijgebouwen van de (hoofd)boerderij. Dat dient ook in de architectuur van de gebouwen en bijgebouwen nadrukkelijk tot uitdrukking te komen. Kernwoorden zijn hierbij 'ingetogen' en 'ondergeschikt'.

2.3.3 Landschap nieuwe landgoed

Het nieuwe landgoed wordt op de overgang van het beekdal en de heideontginning ingepast. Het nieuwe landgoed richt zich ook naar deze landschapstypes. Juist op deze overgang biedt de ontwikkeling van een landgoed kansen voor beekherstel en natuurontwikkeling. De oorspronkelijke ervenstructuur blijft hierdoor in tact.

Bovendien biedt een nieuw landgoed kansen voor een nieuw landschap en landschapsherstel: een nieuw landschapstype. De overgang van beekdallandschap naar het open heideontginningslandschap wordt duidelijk gemarkeerd door nieuw bos. Geflankeerd door dit nieuwe bos ligt het nieuwe landhuis. Dit landhuis met allure wordt zodanig vormgegeven, dat herkenbaarheid van, samenhang met en respect voor het landschap tot uiting komen.

De rechtgetrokken Drekkersstrang krijgt in het nieuwe landschap weer een natuurlijke loop. Bovendien liggen er kansen voor natuurontwikkeling en waterberging. De voormalige esrandbeplanting wordt hersteld. Het landgoed vormt de (visueel ruimtelijke) verbinding tussen de drie landschapstypes.

2.3.4 Conclusie

De inpassing van rood-voor-roodkavels versterken het erf waardoor de ervenstructuur, die als een lint langs de es ligt, behouden blijft. De ontwikkeling van het landgoed geeft de mogelijkheid tot landschaps-, beekherstel en natuurontwikkeling in de vorm van een nieuw landschapstype, waarbij landgoederen schakelfuncties vervullen. Het landschapsplan kan wellicht worden gezien als uitgangspunt waar ook nieuwe initiatieven in de omgeving op kunnen aansluiten.