direct naar inhoud van 7.3 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Haaksbergen dorp, deelplan De Els, partiële herziening Veldmaterstraat 23
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1063-0003

7.3 Artikelsgewijze toelichting

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van bebouwing.

De regels zijn onderverdeeld in paragrafen en worden hierna artikelsgewijs toegelicht. Bij de opzet van de regels is aangesloten bij de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008) en de bepalingen van het Besluit ruimtelijke ordening.

7.3.1 Artikel 1: Begrippen

In de regels worden verschillende begrippen gebruikt die voor verschillende uitleg vatbaar zijn. Door het opnemen van de definities van deze begrippen wordt getracht misverstanden over de uitleg van de regels te beperken.

7.3.2 Artikel 2: Wijze van meten

In de bouwregels van het bestemmingsplan worden nogal eens eenheden genoemd (bijvoorbeeld 'inhoud van een bouwwerk', 'hoogte van een gebouw' en 'breedte van een gebouw') die op verschillende manieren gemeten of berekend kunnen worden. Dit artikel geeft op eenduidige wijze aan hoe deze eenheden gemeten of berekend dienen te worden. Hiermee worden interpretatieproblemen voorkomen.

7.3.3 Artikel 3: Tuin

De bestemming 'Tuin' heeft betrekking op gronden grenzend aan de openbare ruimte. De gronden met de bestemming Tuin zijn bestemd voor tuin en erf behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw (woning). In-/uitritten van en naar de woning zijn tevens toegestaan.

Op gronden met genoemde bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 1 meter zijn wel toegestaan.

7.3.4 Artikel 4: Wonen

Op de gronden met de bestemming 'Wonen' is het toegestaan om woningen te realiseren. Naast wonen mag ook in de woning onder voorwaarden worden gewerkt in het kader van aan huis verbonden beroepen. Ten behoeve van de woonfunctie zijn ondergeschikte tuinen en erven alsmede bijbehorende bebouwing toegestaan.

De bestemming 'Wonen' is op de verbeelding aangegeven met een bestemmingsvlak. Binnen het bestemmingsvlak zijn drie bouwvlakken gesitueerd. De hoofdgebouwen dienen binnen deze bouwvlakken opgericht te worden, met uitzondering van erkers, balkons, luifels ed. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte, het aantal wooneenheden alsmede de bebouwingstypologie opgenomen. Voorts is in de regels bepaald dat hoofdgebouwen voor ten minste 80% van de gevelbreedte opgericht dienen te worden in de als zodanig op de verbeelding aangegeven 'gevellijn'. De afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen.

Binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' zijn (aangebouwde) bijgebouwen en overkappingen ten dienste van de bestemming toegestaan. De maatvoeringen ten aanzien van het maximaal te bebouwen oppervlak, de goot- en bouwhoogte alsmede de afstand van een bijgebouw en overkapping tot de zijdelingseperceelsgrens en het (verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw zijn opgenomen in de regels.

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 2 meter mag bedragen, tenzij gelegen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw. Alsdan is de hoogte beperkt tot 1 meter.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van bebouwing. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,25 meter.

In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat het verboden is een vrijstaand bijgebouw te bewonen. Voorts zijn in de specifieke gebruiksbepalingen voorwaarden opgenomen ten aanzien van de uitoefening van aan huis verbonden beroep.

7.3.5 Artikel 5: Antidubbeltelregeling

Deze standaardbepaling strekt ertoe te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie is mogelijk gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male gebruik gemaakt zou kunnen worden.

7.3.6 Artikel 6: Algemene gebruiksregels

Dit artikel regelt de algemene gebruiksregel (rechtstreeks afkomstig uit de Wet ruimtelijke ordening). Het komt er op neer dat de bestemmingen alleen gebruikt mogen worden voor de doeleinden die aan de bestemming zijn gegeven. De specifieke gebruiksregels zijn zo nodig in de diverse bestemmingen opgenomen.

7.3.7 Artikel 7: Algemene ontheffingsregels

Dit artikel regelt ontheffingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Het toekennen van ontheffing is geen automatisme. Telkens als verzocht wordt om te mogen afwijken van een bouw- of gebruiksregel moet worden gemotiveerd waarom van de standaard wordt afgeweken.

7.3.8 Artikel 8: Algemene procedureregels

In dit artikel is de procedure geregeld die moet worden gevolgd bij het verlenen van ontheffingen. Komt er op neer dat een ontwerpbesluit bekend wordt gemaakt en na bekendmaking 2 weken ter inzage ligt. In die termijn kunnen dan zienswijzen (reacties) worden ingediend. Na de ter inzage termijn neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit.

7.3.9 Artikel 9: Overgangsrecht

Het Besluit ruimtelijke ordening regelt het overgangsrecht voor het bouwen en het gebruik van bouwwerken. Dit is in het bestemmingsplan overgenomen.

7.3.10 Artikel 10: Slotregel

Dit artikel bepaalt hoe het bestemmingsplan aangehaald kan worden.