direct naar inhoud van 5.4 Flora & fauna
Plan: Haaksbergen Dorp, deelplan Hassinkbrink, partiële herziening Hassinkborgh
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1062-0001

5.4 Flora & fauna

5.4.1 Kader

De bescherming van de Nederlandse natuur is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 - gebiedsbescherming - en de Flora en Faunawet - soortenbescherming.

De Natuurbeschermingswet 1998 stelt dat activiteiten (zoals ruimtelijke ontwikkelingen, die van invloed kunnen zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied), door Gedeputeerde Staten beoordeeld moeten worden alvorens een vergunning voor de activiteit kan worden verleend. Dit geldt dus ook voor activiteiten die plaatsvinden buiten de beschermde gebieden. Van deze activiteiten moet worden bepaald of er sprake is van externe werking of cumulatie. Bij een vergunningsaanvraag is een zogenaamde passende beoordeling gewenst. Daarnaast kunnen gebieden bescherming genieten indien de gebieden onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten en is op 1 april 2002 in werking getreden. Een aantal zeldzame en/ of kwetsbare plant- en diersoorten wordt door de Flora- en faunawet beschermd. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van de in het wild levende plant- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is 'nee, tenzij'. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen ('nee') kan onder voorwaarden ('tenzij') worden afgeweken, met een ontheffing of vrijstelling. Het verlenen hiervan is de bevoegdheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

5.4.2 Situatie plangebied

Het plangebied bestaat ten tijde van de uitvoering van het veldonderzoek uit een braakliggend terrein, waarop enkele depots met zand/ grond en granulaat liggen, afkomstig van nabijgelegen bouwterreinen. Het terrein wordt tegelmatig gemaaid om verwildering tegen te gaan. Het, op het noordelijk gedeelte van het terrein gelegen, kantoorgebouw is niet meegenomen in het onderzoek.

Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat het plangebied niet is aangewezen als speciale beschermingszone, zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet. Wel bevindt het zich binnen een straal van 3,0 kilometer van het Natura 2000-gebied 'Buurserzand en Haaksbergerveen'. Het perceel ligt buiten de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Maatregelen in dit kader zijn niet aan de orde, aangezien er geen significant nadelige effecten op speciale beschermingszones te verwachten zijn.

Uit bureauonderzoek en bijbehorend veldonderzoek komen de volgende soortgroepen, op het gebied van flora & fauna, naar voren:

Vaatplanten

De locatie heeft een betekenis voor een aantal algemene wilde plantensoorten. De aanwezige soorten zijn niet beschermd en staan niet vermeld op de Rode Lijst.

Zoogdieren

Op de locatie zijn sporen van de Egel, het Konijn en de Mol aangetroffen. Het betreft een beschermde soort, waarvoor een vrijstelling geldt bij beheer, ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Kenmerken van verblijfplaatsen van overige zoogdieren zijn niet aangetroffen.

Voor de aangetroffen beschermde soorten is een vrijstellingsregeling van toepassing. Ten aanzien van deze soorten zijn geen specifieke maatregelen of een ontheffing benodigd.

Overige soorten

Sporen of kenmerken van andere beschermde of rode-lijstsoorten zijn niet waargenomen en worden niet verwacht op de locatie.

5.4.3 Conclusie

De ontwikkeling heeft geen nadelige gevolgen voor het plangebied en zijn omgeving met betrekking tot het aspect flora & fauna. Onderzoek heeft uitgewezen dat er geen beschermde of rode-lijstsoorten op het gebied van flora & fauna worden verwacht op locatie.