Haaksbergen-Dorp Uitbreidingslocatie De Veldmaat

6.2 Dit bestemmingsplan

6.2.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen uit 2008 (SVBP2008).

De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de plankaart zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

6.2.2 begripsbepalingen

In deze paragraaf zal het begrip, aanbouw, nader worden toegelicht om te voorkomen dat onduidelijk over de inhoud van dit begrip zou kunnen ontstaan. In de regels wordt een aanbouw omschreven als:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

In sommige gevallen is het duidelijk dat sprake is van architectonische ondergeschiktheid. In geval van een aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw met één bouwlaag en een plat dak (fig. 1) is hiervan sprake.

fig. 1

Het is echter niet altijd evident dat er sprake is van architectonische ondergeschiktheid. Wanneer een aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw een dakafdekking heeft die in het verlengde ligt van het hellend dak van het hoofdgebouw is dit minder vanzelfsprekend (fig. 2). Ook in dit geval geldt dat, gelet op de beperkte hoogte en de verspringende voor-, zij- en achtergevels ten opzichte van het hoofdgebouw, dat sprake is van architectonische ondergeschiktheid en dus van een aanbouw als bedoeld in dit plan.

fig. 2

6.2.3 bijzonderheden in dit bestemmingsplan

De volgende specifieke bestemmingen zijn bij dit bestemmingsplan van toepassing:

Agrarisch

Deze bestemming is van toepassing op agrarische gronden gelegen binnen het plangebied. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor deze gronden geldt dat er een wijzigingsbevoegdheid in het plan is opgenomen in de algemene aanduidingsregels (artikel 12) teneinde de bestemming te wijzigen. In de Wro-zone wijzigingsgebied 1 mag de bestemming worden gewijzigd in de bestemming 'Groen'. In de Wro-zone wijzigingsgebied 2 mag de bestemming worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Groen'. Toepassing van deze wijzigingsbevoegdheden is uitsluitend toegestaan indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige waarden of belangen van omwonenden. Tevens zijn in wijzigingsgebied 2 niet meer dan 30 woningen toegestaan.

Groen

De bestemming 'Groen' is van toepassing op de beoogde groenstroken binnen het plangebied. Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

De beoogde regionale waterretentie is middels een specifieke aanduiding aangegeven op de verbeelding. Hiervoor is, aansluitend op de SVBP2008, de term 'waterberging' aangehouden.

Verkeer

De bestemming 'Verkeer' heeft voornamelijk betrekking op straten en parkeergelegenheden binnen het plangebied. Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

Wonen en Tuin

De bestemming 'Wonen' is van toepassing op de te realiseren woningen. Middels een aanduiding is geregeld waar aaneengebouwde woningen (aeg), gestapelde woningen (gs), twee-onder-een-kapwoningen (tae) en vrijstaande (vrij) woningen zijn toegestaan. Binnen de bestemming zijn tevens aan huis verbonden beroepen toegestaan.

Binnen deze bestemming zijn bouwvlakken aangeduid, waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gerealiseerd. De toegestane bouw- en goothoogten van hoofdgebouwen staan op de verbeelding aangeduid. Tevens is voor een aantal bouwvlakken (die op het 'Twents Erf') aangegeven wat de maximale inhoud van de woningen mag bedragen en wat de maximale en minimale dakhelling moet bedragen.

Bijgebouwen zijn binnen en buiten het bouwvlak toegestaan met inachtneming van de specifieke bepalingen die hierover zijn opgenomen.

Binnen de bestemming 'Wonen' is nog aantal ontheffingsbevoegdheden opgenomen. Ten eerste is er een ontheffingsbepaling ten behoeve van een switch tussen wonintypes (van twee-aaneengebouwd naar vrijstaand of aaneengebouwd en van aaneengebouwd naar twee-aaneengebouwd). Tevens is het in dit kader mogelijk bij ontheffing de bouw- en bestemmingsgrenzen in beperkte mate te overschrijden.

Hiernaast heeft een aantal bevoegdheden te maken met de locatie en hoeveelheid aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen. De laatste ontheffingsbevoegdheid biedt de mogelijkheid om een aan huis verbonden bedrijf toe te staan met inachtneming van de voorwaarden in de regels.

De bestemming 'Tuin' is van toepassing op de voortuinen van de woningen. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 1 meter worden gebouwd. Bij ontheffing is het mogelijk om bij het hoofdgebouw behorende gebouwen binnen de bestemming 'Tuin' te bouwen.

6.2.4 algemene regels

Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld begrippen, de wijze van meten, algemene ontheffingen en overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in bestemmingsplannen worden hier verder niet toegelicht.