direct naar inhoud van Artikel 17 Water
Plan: Scholtenhagen-Watermolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1037-0004

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. watersport;
  • c. wegverkeer ter plaatse van bruggen en duikers;
  • d. uitingen van beeldende kunst;
  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

waarbij geldt dat:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is de bestemming primair gericht op de instandhouding en bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

17.2 Bouwregels

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding cultuurhistorische waarden;
  • b. voor het gebouw als bedoeld in sub a geldt dat de bestaande hoofdvorm moet worden gehandhaafd, met dien verstande dat:
    • 1. een afwijking van de goot- en/of bouwhoogte van maximaal 5% is toegestaan;
    • 2. de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van 5 m;
  • b. de bouwhoogte van uitingen van beeldende kunst mag niet meer dan 5 m bedragen.

17.2.3 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 17.2.1 en 17.2.2, geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk of gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ter waarborging van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
  • d. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.

17.3.1 Procedure

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in '24.1' vermelde voorbereidingsprocedure.