direct naar inhoud van 4.8 Bodem
Plan: Buitengebied Haaksbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1036-0011

4.8 Bodem

De bodem in het plangebied bestaat uit zandgronden, waarin een aantal verschillende bodemtypen is ontwikkeld. In de gemeente Haaksbergen is een viertal hoofdbodemtypen te onderscheiden: podzolgronden, dikke eerdgronden, kalkloze zandgronden en moerige gronden. Daarnaast komt in het plangebied een aantal zogenaamde "associaties" voor. Dit zijn gebieden waar de bodemgesteldheid op korte afstand erg wisselt.

In Bijlage 10 Bodemkaart staan de verschillende bodemtypen weergegeven. Hierna worden de voorkomende bodemtypen en hun verspreiding beschreven.

Podzolgronden

Podzolgronden zijn gronden waarin een duidelijke inspoelingslaag, een zogenaamde podzol-B-horizont, aanwezig is. Deze laag is ontstaan door inspoeling van organische stof, al dan niet tezamen met ijzer- en aluminiumverbindingen. De podzolgronden in het plangebied behoren tot de humuspodzolgronden en worden veldpodzolgronden genoemd. Een aanzienlijk deel van het plangebied bestaat uit deze veldpodzolgronden. Deze zijn ontstaan op de oorspronkelijke woeste gronden (de velden), waar plaggen werden gestoken ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering.

Bij veldpodzolgronden ontbreken de ijzerhuidjes op de zandkorrels direct onder de B2-horizont. Dit duidt erop dat de gronden zijn ontstaan onder natte omstandigheden. De humushoudende bovengrond is dunner dan 30 centimeter. Plaatselijk komt keileem in de ondergrond voor (beginnend tussen 40 en 120 centimeter).

Dikke eerdgronden

Dikke eerdgronden zijn gronden met een humushoudende bovengrond die dikker is dan 50 centimeter. Ze bestaan in het plangebied uitsluitend uit zand en worden enkeerdgronden genoemd. De enkeerdgronden komen op de hoger gelegen dekzandruggen en -koppen voor (de oude bouwlanden). Door de vroege jaarlijkse ophoging met plaggenmest hebben de gronden een dikke humushoudende bovengrond gekregen. Nabij de kern Buurse komt een groot aaneengesloten bouwlandcomplex voor. Ten westen van de kern Haaksbergen komen de enkeerdgronden zeer verspreid liggend voor. De dikte van de humushoudende bovengrond loopt uiteen van 50 tot meer dan 120 centimeter. Veel voorkomend zijn diktes van 70 tot 90 centimeter.

Kalkloze zandgronden

Kalkloze zandgronden zijn gronden waarvan het minerale deel binnen 80 centimeter diepte voor meer dan de helft uit zand bestaat en die geheel of over een aanzienlijke diepte kalkloos zijn. De kalkloze zandgronden zijn onderverdeeld in eerd- en vaaggronden. In het plangebied komen beide bodemtypen voor. Eerdgronden hebben een minerale eerdlaag: een goed ontwikkelde, donker gekleurde bovengrond van 15 tot 50 centimeter dik. De eerdgronden hangen nauw samen met de beekdalen. In het dekzandgebied zijn het overwegend doorlopende laagten tussen hoger gelegen veldpodzolgronden en enkeerdgronden, of grote oppervlakten van lage broekgebieden. Vaaggronden zijn kalkloze zandgronden waarin de bovengrond slechts zwak ("vaag") is ontwikkeld. De gronden komen overeen met kleine stuifzandgebieden, die later veelal bebost zijn.

Moerige gronden

Moerige gronden zijn gronden met een 10 tot 40 centimeter dikke moerige bovengrond (minimaal 15% organische stof) of met een 10 tot 40 centimeter dikke moerige tussenlaag die binnen 40 centimeter begint. In het plangebied gaat het om een moerige bovengrond en is in de zandondergrond een podzol-B ontwikkeld. De gronden worden daarom moerige podzolgronden genoemd. De gronden komen voornamelijk in het Haaksberger- en Buurserveen voor, waar oorspronkelijk een veenlaag is ontwikkeld. Het gaat hier om vergraven gronden. De moerige laag is er verstoord en niet overal meer aanwezig.

Associaties

Associaties ("samengestelde legenda-eenheden") zijn aangegeven voor gebieden waar sprake is van een erg wisselende bodemgesteldheid op korte afstand. Hierbij kunnen de afzonderlijke eenheden op de gebruikte schaal niet betrouwbaar weergegeven worden. In het plangebied worden de volgende associaties onderscheiden:

  • associatie veldpodzolgronden, enkeerdgronden en beekeerdgronden;

Deze associatie wordt aangetroffen ten westen van de kern Haaksbergen. De enkeerdgronden (kleine, losse percelen) zijn hooggelegen. In de lagere delen tussen de enkeerdgronden liggen beekeerdgronden, maar ook veldpodzolgronden.

  • associatie venige beekdalgronden;

De gronden van deze associatie worden in een aantal beekdalen aangetroffen. In het plangebied gaat het om een verlaten stroombedding van de Buurserbeek. De gronden hebben veelal een gelaagde profielopbouw van zand, zavel of klei en veen, waarbij al deze componenten niet in elk bodemprofiel aanwezig zijn.

  • associatie veen in ontginning;

Met deze associatie zijn de gronden in het Haaksbergerveen aangegeven, een hoogveengebied waar de turfwinning is gestaakt. Het gebied wordt reeds lange tijd als natuurreservaat beheerd. Soms is het veen weggegraven tot onder het huidige waterpeil, waardoor een waterplas is ontstaan. Door verlanding kunnen veengronden zijn gevormd. De niet-vergraven gedeelten zijn voornamelijk veenmosgronden. Opvallend is dat het Buurserveen hoog ligt ten opzichte van de omgeving.

  • associatie met huisvuil opgehoogde gronden;

Deze gronden worden aangetroffen rondom een vuilstortlocatie ten zuiden van Enschede. De laag met huisvuil is 20 à 40 centimeter dik. Vervolgens is de vuilnis bedekt met een laag grond, dat op veel plaatsen dunner is dan 20 centimeter. Voor de agrarische bedrijven, die erop zijn gelegen, hebben de gronden bijzondere bezwaren, omdat bijvoorbeeld bij het ploegen steeds weer resten huisvuil naar boven worden gehaald.