direct naar inhoud van 3.3 Landschapstypen
vastgesteld
NL.IMRO.0153.SV00001-0003

3.3 Landschapstypen

De landschapstypen zijn afkomstig uit de Gids Buitenkans.

3.3.1 Boerenlandgoed

Bebouwing & erf

• Bebouwing heeft een agrarische uitstraling

• Geen siertuin maar een gebruikstuin; ondergeschikt aan open

ruimtes binnen het landgoed

• Zware boomgroep centraal in de open ruimte

• Boomgaard & erfbos meestal aanwezig

• Bebouwingscluster staat aan het einde van de toegangslaan

• Een ensemble van gebouwen vormt de kern van het landgoed

• Verwantschap in bebouwing (dakvorm, kleur ed)

• Er is 1 hoofdmassa aanwezig met vazalgebouwen

Landschap kort beschreven

• Landgoed in agrarische setting en gebruik, voegt zich naar agrarisch

cultuurlandschap

• Veelal verwantschap met oude hoevenlandschap

• Grotere eenheden bos dan in louter agrarisch hoevenlandschap

• 19e eeuwse verkaveling nog aanwezig; intimiteit/kleinschaligheid

van voor de ruilverkavelingen

• Er is een hoofdlaan aanwezig

• Goede toegankelijkheid

• Het erf middelpunt van een samenstel van agrarische

gebruiksruimtes, een soort spin in een web

• Situering vd bebouwing doet mee in het ontwerp vh

boerenlandgoed

• Open ruimtes en bebouwing vormen ensembles

• Ecologisch waardevol door afwisseling en diversiteit

• Enkele ontworpen landschapselementen, bv. lanen of boomgroepen

Gewenste ontwikkelingen

• Verbeteren ecologische waarde

• Verbeteren toegankelijkheid / beleving

• Combinatie van landbouw en natuur

• Beheer gericht op landbouw en kwaliteit

Ongewenste ontwikkelingen

• Stedelijke bouwvormen

• Bouwvormen die het hoofdgebouw overstemmen

• 'Catalogusstallen'

• Ruimtelijke continuiteit doorbreken

• Nieuwbouw los van het ensemble

3.3.2 Buitenplaats

Landschap kort beschreven

• Buitenplaats - esthetisch ontworpen ruimtelijke eenheid van

landschap en gebouwen

• Het gebouw is een onderdeel van de ruimtelijke compositie

• Gekenmerkt door verschillen in voedselrijkdom en vochtigheid

• Ruimtelijke sequenties (kleinere en grotere samenhangende

ruimtes) in een ontworpen ruimtelijke compositie

• Onderdeel van groter geheel, landgoed met boscomplexen,

lanenstructuren en agrarische gronden

• Beperkte toegang van het privedeel, wel hoge beleefbaarheid

• Beleefbaarheid park en huis door zichtlijnen vanuit omgeving

• Doorgaande wandelroutes

• Onderdeel van grotere landschapsstructuur met stelsel van

lanen en bossen, boomgroepen en solitairen

• Vastgehecht in z'n omgeving via de lanen en het bos

• De boomkeuze bestaat soms ook uit exoten

Ongewenste ontwikkelingen

• Stedelijke bouwvormen, niet ontworpen voor de speciefieke plek

• Nieuwe gebouwen die het hoofdgebouw overstemmen

• Bebouwing die de ruimtelijke opzet van het park verstoort,

doorbrekeing van ensemble

• Bebouwing die het landgoed opdeelt in stukken en niet ruimtelijk

continu laat

• Aantasting historisch parkontwerp

Bebouwing

• Hoofdmoot is groen, bebouwing ondersteunt het groen

• Samenhang en hierarchie in de bebouwing;

hoofdbebouwing aanwezig

• Bebouwing in groene lobben of kamers

• Landhuis gecomponeerd als decorstuk in de ruimteopbouw en

heeft een hoge architectonische kwaliteit

• Huis met een aangelegd park, esthetisch ontworpen

• Herkenbare vormentaal (bv Engelse landschapsstijl)

• Beken vaak onderdeel van tuinontwerp

• Waterpartij aanwezig

• Ontworpen ensemble van gebouw en open ruimte

Gewenste ontwikkelingen

• Verbetering toegankelijkheid en beleving

• Verbetering ecologische waarde

• Verbeteren van de zichtlijnen voor de omgeving

• Vorm van beheer welke gericht is op behoud v.h. park

Buitenplaatsen en bebouwing

Algemeen

• Ruimtelijk ensemble van gebouwen en buitenruimte met een

samenhangend ruimtelijk stelsel van hoofdruimten en subruimten

• Park, bestaande uit boomgroepen, lanen, open ruimten, vijvers,

bruggen en parkdetails.

• Locatie nieuwbouw dient logisch voort te komen uit het ruimtelijke

ensemble; "alsof het er ooit gestaan heeft”

• Locatie nieuwbouw vooral in rand van het park

• Nieuwbouw aanzienlijk kleiner dan hoofdgebouw

Behoud eenheid

• Behoud eenheid parkgedeelte met omringend boslandschap

• Geen opdelingen in ruimte, 1 beheerder

• Garantie openbaar wandelpadenstelsel

Ontsluiting en zichtlijnen

• Ruimtelijke en functionele relatie met het hoofdgebouw

• Zelfde ontsluitingspatroon als het hoofdgebouw, via

hoofdontsluiting is nieuwe bebouwing ontsloten

• Niet meer parkeerplaatsen dan bij het hoofdgebouw

• Zichtrelaties met het hoofdgebouw

Ongewenste ontwikkelingen

• Ruimtelijk afgebakende tuin

• Exoten

• Slechte architectuur, opvallende kleurstelling

• Ontsluiting, los van hoofdgebouw

Gewenste ontwikkelingen

• Gebouw verbetert ruimtelijke kwaliteit buitenplaats

• Herstel ontbrekende bouwsteen van het ruimtelijke ensemble

• Aansluiting op bestaande hoofdontsluiting

• Herstel parkontwerp

• In aandachttrekkende zin ondergeschikt aan hoofdgebouw

• Geen tuin

Bij uitbreiding hoofdgebouw

• Schaal, verhouding en kleurstelling moeten zo zijn dat het hoofdgebouw bovengeschikt blijft

• Uitbreiding laat hoofdgebouw in zijn waarde en heeft vormverwantschap

• Bouwvolume uitbreiding ondergeschikt aan volume hoofdgebouw

• Architectuur op niveau van het hoofdgebouw

Typen bebouwing bij nieuwbouw:

Tuinmanswoning, Belvedèrewoning, Portierswoning, Folly, Prieelwoning, Koetshuis.

3.3.3 Oude Landschap

In het oude landschap zijn de kenmerken van vroege occupatie en gebruik

nog duidelijk terug te vinden. Het zijn gebieden waar we veel waarde hechten

aan behoud en herstel van de bestaande karakteristieken en bijbehorende

ecologische waarden.

Beleid:

a. De historie staat centraal. Het beleid is erop gericht het museale landschap, met veel historische, landschappelijke en ecologische waarden veilig te stellen en waar nodig te herstellen. Een groene dooradering met houtwallen, singels, boselementen en poelen is daarbij belangrijk.

b. Veel aandacht voor erfinrichting.

c. Nieuwe bebouwing dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij oude ontginningspatronen als knooperven en kransbebouwing.

d. Een goede toegankelijkheid en een logisch netwerk van fiets- en wandelpaden dient te worden bevorderd, waarbij het autoverkeer ondergeschikt is, met name op de overige wegen.

e. Het gebruik maken van groene en blauwe diensten wordt gestimuleerd.

3.3.4 Ecologisch Kerngebied

Ecologische kerngebieden bestaan uit grotere aaneengesloten bos- of natuurgebieden.

In het landschapsbeleidsplan van de gemeente uit 1991 zijn de ecologische kerngebieden vastgelegd. In de ontwikkelingsvisie Buitengebied van 2001 zijn deze gebieden aangeduid met de koers natuur of met de koers verwevingsgebied met een accent natuur. De ecologische kerngebieden vallen bijna allemaal binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is overigens groter dan de ecologische kerngebieden.

Beleid:

a. Behoud en ontwikkeling van ecologische waarden staan voorop. Stilte en duisternis zijn van groot belang en dienen zo min mogelijk te worden verstoord.

b. Extensieve recreatie is mogelijk, maar de onder a. genoemde waarden dienen te worden gerespecteerd.

c. Autoverkeer wordt ontmoedigd. Parkeerplaatsen moeten aan de rand van de ecologische kerngebieden en op een beperkt aantal plaatsen worden gesitueerd. Op die plaatsen zijn lichte vormen van horeca mogelijk, zoals een theetuin en een pannenkoekenrestaurant (mits aan andere beleidsvoorwaarden is voldaan).

d. Groene diensten voor beheer van kleine landschappelijke elementen, randenbeheer en recreatieve inrichting en beheer kunnen ook in deze gebieden worden ingezet. Deze diensten kunnen overigens niet worden toegepast op de gronden van de grote terreinbeherende organisaties, zoals Landschap Overijssel en Staatsbosbeheer.

3.3.5 Stedelijk gebied

Het bestaand stedelijk gebied, waar bestemmingen voor stedelijke functies (kunnen gaan) gelden.

3.3.6 Veldontginning en Boslandschap

Veldontginningslandschap kort beschreven

• Rechte wegen, meestal bosrand of wegbeplanting in blikveld aanwezig

• Ingericht t.b.v. agrarisch gebruik

• Open karakter, rationele verkaveling, blokvormig / langwerpig

• Bossen blokvormig met strakke randen

• Zichtrelatie tussen huis en landschap, eenvoudig ontwerp

• Erfbeplanting is schakel tussen landschap en huis

• Vormgegeven overgang tussen privaat en publieke ruimte (tuin - haag / bosje / bosgroep - landelijk gebied)

• Vergezichten; voornamelijk gras en bouwland, soms heiderestanten

• Weinig bebouwing, los in de ruimte, gebouwen tasten openheid niet aan, grote ruimtematen

• Bebouwing ligt aan ontginningswegen

Bebouwing en erf

• Kleine laan vanaf weg naar woonhuis

• Toegangslaan van beperkte wegbreedte met inheemse bomen

• Visuele relatie tussen huis en ontginningsweg

• Jonge erven; regelmatig patroon van beplanting (erfbos - houtsingel - laan / boomgaard)

• Samenhang tussen de rationele verkaveling en de vorm van het erf

• Voorzijde woonhuis is op de weg georienteerd

• Vorm van het erf is recht, rechte erfgrenzen

• Setting van gebouwen is rechtlijniger (dan bij essen of oude hoeven)

• Zware boomgroep binnenin of naast erf bij oude erven

• Detaillering: sober, beperkte verhardingen, greppels en gras

• Tuin is een geleidelijke overgang: natuurlijke 'rand', scheiding dmv een haag/ heg

• Boerderij niet verstopt achter de tuin, grote dakvlakken zichtbaar vanuit landschap

• Grote keur aan boerderijtypen: oud - nieuw

Gewenste ontwikkelingen

• Losse houtsingels en bomenrijen in lengterichting verkaveling

• Ecologische dooradering door beken en randenbeheer

• Verbetering erfinrichting / beplanting

Ongewenste ontwikkelingen

• Schaalverkleining

• Grote volumes bos zonder open ruimtes

• Versiering met hekken etc. op erven

• Stedelijke detaillering

• Kronkelige vormen

Boslandschap kort beschreven

• Jonge ontginningen op voormalig woeste / heidegronden

• Bboslandschap met incidentele bebouwing aangelegd door textielfabrikanten i.v.m. jachtbosbouw

• Bossen in groot grondbezit, textielplantages

• Monoculturen, bosbouwkundig belang

• Door ouderdom en rust ecologisch waardevol

• Lange lijnen, bospaden en wegen hebben rechtlijnig patroon

• Bebouwing is divers, voorbeelden: jachthutten, beheerderswoningen, enkele villa's, experimentele architectuurvormen

Bebouwing & erf

• Open ruimte in het bos

• Naar binnen gerichte plek, geen relatie met open landschap

• Open ruimte heeft funtionele kenmerken, geen parkaanleg

• Bebouwing ligt los van de wegenstructuur

• Enkele bouwmassa, geen gebouwenklomp

• Meestal een poort op afstand van het huis

• Enkele subruimtes in het bos welke utilitair zijn ingevuld

• Ondergeschikte privetuin t.o.v. de functionele ruimtes

• Enkele solitatire bomen aanwezig

Gewenste ontwikkelingen

• Ecologische waarde verbeteren

• Natuur verbeteren en versterken

• Levendige bosbeelden

• Wandelmogelijkheden

• Voorzichtig bosbeheer

Ongewenste ontwikkelingen

• Toename van verkeer

• Licht- en geluidtoename

• Toename van bebouwing

• Ontwatering

• Maat- en schaalbeleving verkleinen

• Grote kapvlaktes