direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Terrassen Stadserf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00246-0003

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding bestemmingsplan

Het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" is het planologisch-juridische vervolg op het voorbereidingsbesluit 'Bouwwerken Terrassen Stadserf' en de Terrassenvisie Stadserf. Het voorbereidingsbesluit 'Bouwwerken Terrassen Stadserf' is d.d. 16 juli 2021 in werking getreden en beoogt ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Aanvragen omgevingsvergunningen voor het realiseren van bouwwerken op terrassen in het Stadserf die zijn ingediend na inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit moeten worden aangehouden. Op die aanvragen kan pas een besluit worden genomen als het nieuwe bestemmingsplan in werking is getreden of wanneer niet binnen 12 maanden na inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd. Om de planologisch-juridische voorbereidingsbescherming te kunnen behouden wordt voor de einddatum van het voorbereidingsbesluit een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. De Terrassenvisie Stadserf is het beleidsmatige ruimtelijk-stedenbouwkundige kader voor de gewenste ruimtelijke kwaliteit en uitstraling van de terrassen in het Stadserf. In hoofdstuk 2 van deze toelichting wordt nader inhoudelijk ingegaan op de Terrassenvisie Stadserf.

Het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" is een zogenaamd 'paraplubestemmingsplan'. Dat betekent dat de hierin gestelde juridisch-planologische regeling een aanvullende dan wel afwijkende werking heeft op de bouw- en gebruiksregels voor het Stadserf in het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016'. Het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' blijft voor het overige ongewijzigd van kracht.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" heeft betrekking op het gebied dat in het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' is bestemd als 'Verkeer - Stadserf', aangevuld met het deel van de Boulevard 1945 tot en met het 'pleintje Post' aan de achterzijde van het voormalige postkantoor dat momenteel wordt verbouwd tot VUE-bioscoop. De bestemming van die gronden wordt met dit bestemmingsplan gewijizigd in 'Verkeer - Stadserf'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00246-0003_0001.jpg" afbeelding: situering en begrenzing plangebied bestemmingsplan 'Terrassen Stadserf'

1.3 Geldende juridische regelingen

Zoals hiervoor al aangegeven is het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" een zogenaamd 'parapluplan'. Binnen de grenzen van het plangebied van dit bestemmingsplan geldt het bestemmingsplan 'Binnenstad 2016', dat d.d. 2 mei 2018 onherroepelijk in werking is getreden. Het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' blijft ongewijzigd van kracht, ook nadat het parapluplan is vastgesteld en in werking getreden. De regels van het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" zijn een aanvulling (en deels een afwijking) op de regels van de geldende bestemming 'Verkeer - Stadserf' in het bestemmingsplan 'Binnenstad 2016'. Het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" gaat uitsluitend over het bouwen van bouwwerken op terrassen in het Stadserf en op het gebruik (en de inrichting) van het Stadserf als terras. Voor het overige blijft het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' ongewijzigd van kracht.

Naast het bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' gelden voor het inrichten en exploiteren van terrassen in het Stadserf ook de nadere regels terrassen bij horecabedrijven, een nadere uitwerking van de regels voor terrassen in de Verordening Kwaliteit Leefomgeving (VKL).

1.4 Wettelijk kader

Het wettelijk kader van een bestemmingsplan is de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (hierna Bro).

Wet ruimtelijke ordening (Wro)

De Wro schrijft voor dat de gemeenteraad "voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vaststelt, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in dat plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven".


Besluit ruimtelijke ordening (Bro)

In het Bro is geregeld hoe een bestemmingsplan en andere ruimtelijke plannen er uit moeten zien, wat vastgelegd moet worden en wat meegewogen moet worden (artikelen 3.1.2 t/m 3.1.7 en artikelen 3.2.1 t/m 3.2.4 Bro). In artikel 3.1.6 van het Bro is bepaald dat elk bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. In de toelichting moet worden vermeld wat de uitkomsten zijn van onderzoeken over ecologie/flora/fauna, hoe het is gesteld met de waterhuishouding, of de Wet milieubeheer van toepassing is voor bijvoorbeeld een Milieu Effect Rapport (MER), of sprake is van archeologische/cultuurhistorische waarden, welke milieukwaliteitseisen wat betreft lucht, bodem, geluid bij het plan betrokken zijn en welk beleid van gemeente, provincie en Rijk een rol speelt.

Een bestemmingsplan is daarom een juridisch ruimtelijk beleidsdocument, waarin de bestemming van de gronden met inbegrip van de daarop van toepassing zijnde gebruiks- en bouwregels en de daarop aanwezige bebouwing worden vastgelegd, maar waarin ook ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn opgenomen.



Digitalisering

Alle ruimtelijke plannen moeten voor iedereen digitaal beschikbaar en raadpleegbaar zijn. Daarvoor is een landelijke voorziening in het leven geroepen. Er moet gewerkt worden via landelijk vastgestelde regels (artikel 1.2.1 en 1.2.2 Bro, nader uitgewerkt in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening).


Kosten

In de wet is bepaald dat de kosten voor het maken van een bestemmingsplan verhaald kunnen worden op de aanvrager. Die kosten worden vastgesteld in een exploitatieplan, maar ze kunnen ook op een andere wijze verhaald worden bijvoorbeeld door het sluiten van een overeenkomst (afdeling 6.4 Wro).

1.5 Adviezen, vooroverleg en procedure

Adviezen

Voorafgaand aan het in procedure brengen van een bestemmingsplan vragen burgemeester en wethouders aan het binnen het plangebied werkzame erkende wijkorgaan advies uit te brengen over het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Dit is geen wettelijke procedurestap maar een binnen de gemeente Enschede gehanteerde werkwijze die is vastgelegd in de Regeling Wijkorganen 2008 en nader uitgewerkt in de notitie Wijkorganen en Adviesafspraken.

Binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" is de Wijkraad Binnenstad actief. Deze wijkraad is gelet op de tijd - het ontwerpbestemmingsplan dient voor 16 juli 2022 ter inzage te liggen om de voorbereidingsbescherming te kunnen behouden - niet vooraf gevraagd om advies uit te brengen over het bestemmingsplan. De wijkraad is meegenomen in het participatieproces rondom de totstandkoming van de Terrassenvisie en de vertaling daarvan in ruimtelijke regelgeving. In het kader waarvan ook andere belanghebbende organisaties zoals de VHSE en Winkelhart zijn betrokken. Daarnaast is de wijkraad ook vertegenwoordigd in het Binnenstadsoverleg, waarin de binnenstadspartners periodiek worden bijgepraat over de voortgang. Ook is de wijkraad aanwezig geweest op de participatie-avond die op 10 mei 2022 heeft plaatsgevonden.   

Participatie

Dit bestemmingsplan is de juridisch-planologische vertaling van de Terrassenvisie Stadserf die op 13 december 2021 door de gemeenteraad is vastgesteld. Deze Terrassenvisie is aan de hand van een uitgebreid participatietraject tot stand gekomen. Op 23 augustus 2021 is een participatiedag georganiseerd waarvoor alle eigenaren en bewoners van het Stadserf zijn uitgenodigd. De informatie die dit heeft opgeleverd is verwerkt in de Terrassenvisie die vervolgens in meerdere sessies met binnenstadspartners verder is uitgewerkt. Met betrekking tot het bestemmingsplan en de welstandsparagraaf heeft op 10 mei 2022 een participatie-avond plaatsgevonden. Tijdens deze avond zijn de eerste concepten van de plannen gepresenteerd, is een aantal dilemma's gedeeld en zijn de aanwezigen in de gelegenheid gesteld hun reactie mee te geven. Op een aantal punten heeft dit geleid tot aanpassing van de conceptplannen.

Vooroverleg

In het Bro is voorgeschreven (artikel 3.1.1) dat burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in procedure brengen van een nieuw bestemmingsplan overleg moeten plegen met de besturen van eventueel betrokken andere gemeenten, het waterschap, de provincie en met die diensten van het Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Van het wettelijke vooroverleg met Rijk en provincie kan in de praktijk in veel gevallen worden afgezien. De provincie Overijssel en het Rijk hebben beleid vastgesteld, waarin is bepaald dat zij een bestemmingsplan alleen nog voor vooroverleg willen ontvangen, indien dat bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk maakt die raken aan bepaalde ruimtelijke belangen van de provincie of het Rijk.

Het bestemmingsplan Terrassen Stadserf " maakt geen ontwikkelingen mogelijk waarbij ruimtelijke belangen van andere gemeenten, het waterschap Vechtstromen, de provincie Overijssel of het Rijk in het geding zijn. Daarom is voor dit bestemmingsplan het plegen van vooroverleg niet noodzakelijk. Wel heeft er uitvoerig afstemming plaatsgevonden met de Veiligheidsregio Twente en is het plan waar nodig aangepast aan de eisen voor bereikbaarheid voor de hulpdiensten.

Procedure

Vooraankondiging

Burgemeester en wethouders moeten burgers en anderen informeren over het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden op verzoek van een derde of uit eigen beweging. Dat voornemen wordt gepubliceerd in het gemeentelijk huis-aan-huisblad en op internet. In Enschede wordt geen gelegenheid geboden om zienswijzen hieromtrent naar voren te brengen (artikel 1.3.1 Bro).

In dit geval is het voornemen om het bestemmingsplan Terrassen Stadserf ” in voorbereiding te nemen op 4 mei 2022 gepubliceerd in het gemeentelijk blad “Huis aan Huis", in het Gemeenteblad en op de website van de gemeente Enschede.

Terinzagelegging ontwerpplan

In de Wro staat dat op de procedure van een bestemmingsplan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Dit betekent dat het ontwerp van een bestemmingsplan gedurende een periode van zes weken ter inzage moet worden gelegd. Deze terinzagelegging biedt iedereen de mogelijkheid om gedurende die periode zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad. Die terinzagelegging wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en in het gemeentelijk blad "Huis aan Huis" en langs “elektronische weg”, dus internet.

De aankondiging van de terinzagelegging van dit ontwerpbestemmingsplan Terrassen Stadserf ” en de mogelijkheid om tijdens die periode een zienswijze naar voren te brengen is op 15 juni 2022 gepubliceerd in het Gemeenteblad, in "Huis aan Huis" en op de website van de gemeente Enschede.

Zienswijzen

Tijdens de periode van terinzagelegging zijn er twee zienswijzen ontvangen door de gemeenteraad. Van de ingekomen zienswijzen en de gemeentelijke beantwoording daarvan is een verslag gemaakt dat als bijlage bij het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan wordt gevoegd. Van de twee ontvangen zienswijzen geeft er één aanleiding om de gemeenteraad voor te stellen het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

Ambtshalve gewijzigde vaststelling

Naast de wijziging als gevolg van de ontvangen zienswijzen is het wenselijk gebleken de gemeenteraad voor te stellen het bestemmingsplan ook ambtshalve op onderdelen gewijzigd vast te stellen. Voor een overzicht van de doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage heeft gelegen wordt verwezen naar het overzicht van wijzigingen bij het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan. Alle ambtshalve doorgevoerde wijzigingen zijn technische aanpassingen. Het bestemmingsplan is daardoor niet inhoudelijk gewijzigd.

Rechtsbescherming

Na vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad staat voor belanghebbenden nog de mogelijkheid open om bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep in te stellen tegen het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleidskader

Het ruimtelijk beleidskader voor het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" is de Terrassenvisie Stadserf Enschede, welke d.d. 13 december 2021 is vastgesteld door de gemeenteraad.

De Terrassenvisie dient meerdere doelen:

  • stimuleren om de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van horecagebieden op het Stadserf dusdanig aantrekkelijk te maken dat de verblijfsduur en bestedingen voor horeca en retail worden verhoogd;
  • het bevorderen van de kwalitatieve uitstraling van de terrassen;
  • uniformiteit (in bijv. constructies) bevorderen;
  • duidelijke, uitvoerbare en samenhangende terrasregels vaststellen, die handhaafbaar zijn.

In de Terrassenvisie Stadserf worden vier typen terrassen onderscheiden: winter- en zomerterrassen (alleen op de Oude Markt), eilandterrassen en gevelterrassen. Per terrastype zijn kwaliteitseisen opgenomen.

In onderstaande afbeelding zijn per terrastype de kwalitatieve kernpunten weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00246-0003_0002.jpg"

De Terrassenvisie baseert voor wat betreft de typering en profilering van beoogde toekomstige inrichting en uitvoering van de straten en pleinen in het Stadserf op de Leidraad Openbare Ruimte Stadserf (LORS). De LORS is d.d. 23 november 2021 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

In de LORS zijn de straten en pleinen in het Stadserf ingedeeld in straattypen (zoals 'aanloopstraat', 'ontdekstraat' en 'plein'). Aan elke categorie is een bijpassend inrichtingsprofiel toegekend. Op basis van dat inrichtingsprofiel wordt het Stadserf de komende jaren opnieuw bestraat en ingericht. Het is de bedoeling dat daarbij in de bestrating, door middel van een afwijkend patroon, de exacte begrenzing van de gevelterrassen en harmonicaterrassen zichtbaar wordt gemaakt. Voor iedereen is dan in één oogopslag duidelijk tot waar het Stadserf als terras gebruik mag worden.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt in het kader van de voorbereiding van een bestemmingsplan nagegaan of dat plan uitvoerbaar is. In dat kader moet elk bestemmingsplan worden getoetst aan een aantal omgevingsaspecten. Het vaststellen van een bestemmingsplan kan namelijk gevolgen hebben voor de belangen van natuur en milieu en voor de waterhuishouding.

Aangezien het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" alleen aanvullingen en/of afwijkingen bevat op de bouw- en gebruiksregels voor terrassen in het Stadserf in het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' maar verder geen wezenlijke consequenties heeft voor het te bebouwen of te gebruiken oppervlak of de te realiseren bouwmassa dat mogelijk is op grond van het geldende bestemmingsplan kan een toetsing aan de belangen van milieu, natuur en waterhuishouding achterwege blijven.

Hoofdstuk 4 Juridische planopzet

4.1 Indeling planregels

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en de bijbehorende verbeelding waarop de diverse bestemmingen zijn aangegeven. De regels en de verbeelding dienen in samenhang te worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:

  • a. Hoofdstuk 1 - Inleidende regels;
  • b. Hoofdstuk 2 - Algemene regels;
  • c. Hoofdstuk 3 - Overgangs- en slotregels.

Omdat het hier een paraplubestemmingsplan betreft zijn er geen bestemmingsregels opgenomen. Inhoudelijk bevat het bestemmingsplan alleen een gebiedsaanduiding en enkele functieaanduidingen, welke vallen onder de algemene aanduidingsregels.

Gebiedsaanduiding 'Overige zone - terrassen Stadserf'

De gebiedsaanduiding 'Overige zone - terrassen Stadserf' vormt het werkingsgebied van het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf". De in het plan opgenomen regels voor het gebruik als terrassen en voor het bouwen van bouwwerken op terrassen zijn alleen van toepassing in dit gebied.

Functieaanduidingen

Binnen het werkingsgebied van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - bouw- en gebruiksregels terrassen Stadserf' zijn op de verbeelding een viertal functieaanduidingen weergegeven. Deze functieaanduidingen zijn:

  • 'specifieke vorm van verkeer - eilandterras';
  • 'specifieke vorm van verkeer - winterterras';
  • 'specifieke vorm van verkeer - zomerterras';
  • 'specifieke vorm van verkeer - zomerterras harmonica';
  • 'specifieke vorm van verkeer - gevelterras'.

Deze gebiedsaanduidingen geven aan waar in het Stadserf de genoemde terrastypen zijn toegestaan en wat de maximale diepte van een dergelijk type terras is. Voor de zomer-, winter- en gevelterrassen is de maximale diepte gelijk aan de grenzen van de functieaanduidingen. Voor eilandterrassen geldt dat niet, daar geven de functieaanduidingen de zones aan waarbinnen eilandterrassen mogelijk zijn. In de planregels worden de eisen benoemd waar eilandterrassen aan moeten voldoen.

Begripsbepalingen

In de regels worden onder meer de termen 'gevelterras', 'eilandterras', 'inrichtingselementen' , 'luifel' en 'terrasoverkapping' gebruikt. In artikel 1 is opgenomen wat daaronder moet worden verstaan. Daarnaast zijn in artikel 1 ook andere relevante begripsbepalingen opgenomen.

Reikwijdte

De regels in het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" gelden in aanvulling op dan wel in afwijking van de bouw- en gebruiksregels voor terrassen in het Stadserf van het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' en laten de andere regels uit deze bestemmingsplannen ongewijzigd. Deze andere regels blijven onverminderd van kracht. Dit is in artikel 2 (Reikwijdte) opgenomen. In dit artikel is geregeld welke regels en welke onderdelen van de verbeelding van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' komen te vervallen dan wel worden vervangen door de regeling in het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf".

Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelregel is opgenomen in artikel 3. Dit is een wettelijk voorgeschreven regel die bepaalt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.

Bouw- en gebruiksregels

De bouw- en gebruiksregels zijn opgenomen in artikel 4. De bouwregels hebben betrekking op de afmetingen van de bouwwerken die zijn toegestaan op een terras, dat zijn een luifel, een terrasoverkapping, een aangebouwde terrasafscheiding en een in de grond verankerde parasol. De gebruiksregels hebben betrekking op de afmetingen van het terras en de inrichting van het terras.

Overgangsrecht

Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 5. Dit zijn wettelijk voorgeschreven regels die tot doel hebben de rechtstoestand tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan vast te leggen.

Slotregel

Artikel 6 bevat de 'slotregel'. In de slotregel wordt bepaald wat de citeertitel is van de regels van dit bestemmingsplan.

4.2 Handhaving

Bestemmingsplannen zijn bindend voor iedereen: burgers, ondernemers en de overheid zelf. Het is een juridisch kader voor burgers en ondernemers waaruit kan worden afgeleid wat de eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de planologische mogelijkheden in juridische zin zijn op percelen in de directe omgeving. Aan de andere kant kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen als er sprake is van gebruik en/of bebouwing die niet in het bestemmingsplan passen.

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan "Terrassen Stadserf" bevat het planologisch-juridisch kader voor het gebruik van het Stadserf voor terrassen en het ten behoeve van die terrassen al dan niet mogen bouwen van bouwwerken op het Stadserf.

In verband met het feit dat de gemeente binnen het plangebied geen ruimtelijke ontwikkelingen met financiële consequenties initieert, is bij dit plan geen exploitatieopzet gevoegd. Het bestemmingsplan maakt geen bouwplannen mogelijk als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, waarvoor het verhalen van kosten door gemeente op initiatiefnemers verplicht is. Gelet op het bovenstaande kan worden gesteld dat de economische uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan voldoende is aangetoond. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk.