direct naar inhoud van Regels
Plan: Terrassen Stadserf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00246-0003

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Terrassen Stadserf met identificatienummer NL.IMRO.0153.BP00246-0002 van de gemeente Enschede.

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestaande bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde een tijdelijk toegestaan bouwwerk, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan rechtmatig aanwezig of in uitvoering zijn dan wel na dat tijdstip zijn of mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.

1.4 bijbehorend horecabedrijf:

horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.12 van de Nadere regels terrassen bij horecabedrijven.

1.5 eilandterras:

een terras dat gescheiden is van de gevel van het bijbehorende horecabedrijf door bijvoorbeeld een fietspad of rijweg.

1.6 gevelterras:

het terras dat direct tegen de buitengevel van het bijbehorende horecabedrijf wordt geplaatst.

1.7 inrichtingselementen:

terrasverwarmers en -koelers, niet in de grond of aan de gevel verankerde bloembakken, menuborden, reclameborden, niet in de grond verankerde parasols, niet in de grond verankerde terrasschermen en andere verplaatsbare objecten, geen bouwwerken zijnde en geen vlonders, terrastegels of andere op de bestrating geplaatste vloeren zijnde, op een terras.

1.8 luifel:

een bouwwerk dat met één horizontale zijde bevestigd is aan de gevel van een gebouw en waarvan de overige zijden vrij dragend (zonder palen of andere in de grond verankerde draagconstructies) zijn.

1.9 overig bouwwerk:

bouwwerk, niet zijnde een gebouw, luifel, terrasoverkapping of terrasafscheiding, met inbegrip van in de grond verankerde parasols, bloembakken en terrasschermen.

1.10 terras:

een buiten het gebouw liggend deel van een horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

1.11 terrasafscheiding:

een bouwwerk ter afscheiding van een terras, dat is aangebouwd aan het bijbehorende horecabedrijf en is verankerd in de grond.

1.12 terrasoverkapping:

een bouwwerk dat een, al dan niet permanent, overdekte ruimte vormt ter plaatse van een terras, met tenminste twee, al dan niet open en/of 's winters afsluitbare, wanden en waarvan de bovenkant (dak) inklapbaar of uitschuifbaar is.

1.13 terrasscherm:

verplaatsbaar object op een terras, al dan niet verankerd in de grond, ter bescherming van bezoekers tegen weersinvloeden.

1.14 vlonder:

houten, kunststof of metalen vloerconstructie welke al dan niet verankerd is in de grond, of op de grond rust.

Artikel 2 Reikwijdte

  • a. De regels in dit plan treden in de plaats van de hierna genoemde bouw- en gebruiksregels voor terrassen in de artikelen 18.1, onderdelen a. en g. en 18.2.6 van de bestemming 'Verkeer - Stadserf' in het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016'.
  • b. De overige bouw- en gebruiksregels en alle overige regels in het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' blijven ongewijzigd en onverminderd van kracht.
  • c. De functieaanduiding 'terras' op de verbeelding behorende bij het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' wordt gewijzigd in de functieaanduiding 'specifieke vorm van terras - winterterras'.
  • d. De verbeelding behorende bij het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' wordt tevens gewijzigd door het toevoegen van de functieaanduidingen 'specifieke vorm van terras - zomerterras', 'specifieke vorm van terras - zomerterras harmonica', 'specifieke vorm van terras - gevelterras' en 'specifieke vorm van terras - eilandterras'.
  • e. De verbeelding behorende bij het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' wordt daarnaast ook gewijzigd op de hierna genoemde specifieke locaties en wijzen:
    • 1. buitenterrein bij pand Stadsgravenstraat 8: bestemming 'Detailhandel' wordt ''Verkeer - Stadserf';
    • 2. Boulevard 1945 tussen voormalig postkantoor en Holland Casino: bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' wordt 'Verkeer - Stadserf'.
  • f. De verbeelding behorende bij het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' blijft voor het overige ongewijzigd en onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer - Stadserf

Ter plaatse van de bestemming 'Verkeer - Stadserf' gelden de regels voor de bestemming 'Verkeer - Stadserf' in artikel 18 van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad 2016', aangevuld met de regels in dit plan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

5.1 Overige zone - bouw- en gebruiksregels terrassen Stadserf
5.1.1 Algemene regels
  • a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - terrassen Stadserf' is het inrichten en exploiteren en/of in gebruik nemen van een terras toegestaan, met inachtneming van het hierna onder b. t/m f. bepaalde.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - winterterras" is gedurende het gehele jaar een terras met de daarbij behorende bouwwerken, voorzieningen, inrichtingselementen en terrasmeubilair toegestaan.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - zomerterras' is gedurende het hele jaar een terras met de daarbij behorende voorzieningen, inrichtingselementen en terrasmeubilair toegestaan als uitbreiding van het winterterras.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - zomerterras harmonica' is in de periode 1 juni t/m 31 augustus een uitbreiding van het zomerterras toegestaan.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - eilandterras' is gedurende het gehele jaar een terras met de daarbij behorende voorzieningen, inrichtingselementen en terrasmeubilair toegestaan.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - gevelterras' is gedurende het gehele jaar een terras met de daarbij behorende voorzieningen, inrichtingselementen en terrasmeubilair toegestaan.
  • g. In afwijking van het bepaalde onder f. is een gevelterras ook toegestaan op gronden met de bestemming 'Verkeer - Stadserf' die eigendom zijn van derden. Voor gevelterrassen op deze gronden gelden dezelfde bouw- en gebruiksregels als voor gevelterrassen met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - gevelterras'.
5.1.2 Bouwregels
5.1.2.a Bouwregels op een gevelterras
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - gevelterras' is uitsluitend het plaatsen van, al dan niet in de grond verankerde, parasols, bloembakken en terrasschermen toegestaan.
  • b. De minimum doorgangshoogte onder een luifel en onder een parasol bedraagt 2,30 meter.
  • c. Het bouwen van terrasafscheidingen en andere overige bouwwerken ten dienste van het terras is niet toegestaan.
  • d. Voor het plaatsen van in de grond verankerde bloembakken en terrasschermen gelden de daarvoor opgenomen regels in de Nadere Regels Terrassen bij horecabedrijven.

5.1.2.b Bouwregels op een winterterras
  • a. Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - winterterras" is uitsluitend het bouwen van terrasoverkappingen en terrasafscheidingen en het plaatsen van in de grond verankerde parasols, bloembakken en terrasschermen toegestaan.
  • b. Voor het bouwen van de onder a. genoemde bouwwerken op een winterterras gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de minimum doorgangshoogte onder een luifel en onder een parasol bedraagt 2,30 meter;
    • 2. de maximum bouwhoogte van terrasoverkappingen bedraagt 2,30 meter;
    • 3. de maximum bouwhoogte van terrasafscheidingen bedraagt 1,80 meter;
    • 4. voor het plaatsen van in de grond verankerde bloembakken en terrasschermen gelden de daarvoor opgenomen regels in de Nadere Regels Terrassen bij horecabedrijven.
  • c. Het op een winterterras bouwen van andere dan de onder a. genoemde bouwwerken ten dienste van het terras is niet toegestaan.
  • d. In afwijking van het bepaalde onder a. is het op een winterterras bouwen van luifels, terrasoverkappingen en terrasafscheidingen niet toegestaan aan een gebouw dat is aangewezen als monument.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder a. is het op een winterterras bouwen van terrasoverkappingen en terrasafscheidingen aan een gebouw dat in de kaartbijlage 4 bij het bestemmingsplan 'Binnenstad 2016' is aangeduid als respectievelijk 'cultuurhistorisch beeldbepalend gebouw', 'structuurbepalend gebouw' of 'bijzonder complex' dan wel in een opvolgend bestemmingsplan is aangeduid als 'karakteristiek', alleen toegestaan na een positief advies van de cultuurhistorisch deskundige.
  • f. Bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwwerk als bedoeld onder e. wordt getoetst aan de beleidsregel 'Koesteren Cultuurhistorie' dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.
  • g. Het onder d. genoemde verbod geldt niet voor luifels, terrasoverkappingen en terrasafscheidingen bij een gebouw dat is aangewezen als monument, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan rechtmatig aanwezig of in uitvoering zijn dan wel na dat tijdstip zijn of mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.

5.1.2.c Bouwregels op een zomerterras
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - zomerterras' is uitsluitend het plaatsen van een, al dan niet in de grond verankerde, parasol toegestaan.
  • b. De minimum doorgangshoogte onder een parasol bedraagt 2,30 meter.
  • c. Het bouwen van terrasafscheidingen en andere overige bouwwerken ten dienste van het terras is niet toegestaan.

5.1.2.d Bouwregels op een eilandterras
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - eilandterras' is uitsluitend een in de grond verankerde parasol toegestaan.
  • b. De minimum doorgangshoogte onder een parasol bedraagt 2,30 meter.
  • c. Het bouwen van aangebouwde terrasafscheidingen en andere overige bouwwerken ten dienste van het terras is niet toegestaan.
5.1.3 Bestaande bebouwing

Voor bestaande bebouwing die geheel of gedeeltelijk afwijkt van de in deze regels toegestane maatvoeringen wat betreft afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen geldt voor de betreffende afwijkende bouwdelen bij (gedeeltelijke) nieuwbouw die afwijkende bouwhoogte, goothoogte, oppervlakte, inhoud of afstand als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.

5.1.4 Gebruiksregels
5.1.4.a Algemene gebruiksregels terrassen
  • a. Het gebruiken van de voor terrassen aangeduide gronden is niet toegestaan voor kleinschalige ondergeschikte horeca als bedoeld in artikel 1.55 van het bestemmingsplan 'Binnenstad 2016'.
  • b. Wanneer een terras voor langere tijd (tenminste 1 maand) niet in gebruik is moeten het aanwezige terrasmeubilair en alle overige verplaatsbare objecten als terrasschermen en parasols, ook als deze in de grond zijn verankerd, van het terras worden verwijderd en elders en/of uit het zicht worden opgeslagen.
  • c. Voor het plaatsen van terrasmeubilair, terrasschermen, losse parasols en andere inrichtingselementen gelden de daarvoor opgenomen regels in de Nadere Regels Terrassen bij horecabedrijven en/of de Nadere Regels Uitstallingen.

5.1.4.b Gebruiksregels voor gevelterrassen en winterterrassen
  • a. De maximum breedte van een winterterras en van een gevelterras is gelijk aan de breedte van de gevel van het bijbehorende horecabedrijf.
  • b. Het gevelterras dient zo direct mogelijk tegen, vóór en haaks op de gevel van het bijbehorende horecabedrijf te worden geplaatst.
  • c. In aanvulling op het bepaalde onder c. dient een gevelterras zodanig te worden geplaatst dat aanwezige brandkranen voldoende toegankelijk zijn voor hulpdiensten en het gebruik en/of de toegang tot aanwezige nutsvoorzieningen niet wordt beperkt of belemmerd.
  • d. Het op een winterterras of een gevelterras plaatsen van vlonders, terrastegels of andere op de bestrating geplaatste vloeren is niet toegestaan.

5.1.4.c Gebruiksregels voor zomer- en harmonicaterrassen
  • a. Het aantal op het totale zomerterras (regulier + harmonica uitbreiding) aanwezige tafels en stoelen is gelijk aan het aantal dat is toegestaan op het reguliere zomerterras.
  • b. De maximum breedte van een zomerterras en van een harmonicaterras is gelijk aan de breedte van de gevel van het bijbehorende horecabedrijf.
  • c. Het tussen het winter- en zomerterras feitelijk door middel van hoogteverschil in de bestrating als looppad ingerichte weggedeelte dient te allen tijde vrijgehouden te worden.
  • d. Het op een zomerterras en/of harmonicaterras plaatsen van vlonders, terrastegels of andere op de bestrating geplaatste vloeren en/of terrasschermen is niet toegestaan.
  • e. Een harmonicaterras moet in zijn geheel worden verwijderd wanneer dat noodzakelijk is in het kader van een evenement.
  • f. Het harmonicaterras dient zodanig te worden geplaatst dat:
    • 1. aanwezige brandkranen en opstelplaatsen voor red- en blusvoertuigen voldoende toegankelijk zijn voor hulpdiensten overeenkomstig de daarvoor opgenomen richtlijnen in de actuele Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid van Brandweer Nederland;
    • 2. het gebruik en/of de toegang tot aanwezige nutsvoorzieningen niet wordt beperkt of belemmerd.

5.1.4.d Gebruiksregels voor eilandterrassen
  • a. Het eilandterras dient zodanig te worden geplaatst dat:
    • 1. het begin van het terras niet verder dan op een afstand van 15 meter gelegen is, gerekend vanaf de dichtstbijzijnde gevel van het bijbehorende horecabedrijf;
    • 2. het eilandterras volledig zichtbaar is vanuit het bijbehorende horecabedrijf en vice versa;
    • 3. rondom aanwezig straatmeubilair een vrije ruimte van tenminste 1.50 meter breed in acht wordt genomen;
    • 4. aanwezige brandkranen en opstelplaatsen voor red- en blusvoertuigen voldoende toegankelijk zijn voor hulpdiensten overeenkomstig de daarvoor opgenomen richtlijnen in de actuele Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid van Brandweer Nederland;
    • 5. het gebruik en/of de toegang tot aanwezige nutsvoorzieningen niet wordt beperkt of belemmerd.
  • b. Rondom een eilandterras dient aan alle zijden tenminste 3,60 meter vrije doorgang voor hulpdiensten, fietsers, voetgangers en overig verkeer aanwezig te blijven.
  • c. Het op een eilandterras plaatsen van vlonders, terrastegels of andere op de bestrating geplaatste vloeren en/of terrasschermen is niet toegestaan.
  • d. Een eilandterras moet in zijn geheel worden verwijderd wanneer dat noodzakelijk is in het kader van een evenement.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
6.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

6.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2 Overgangsrecht gebruik
6.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

6.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

6.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het (paraplu) bestemmingsplan "Terrassen Stadserf".