direct naar inhoud van Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Glanerbrug-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00054-0003

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

9.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor “Verkeer-Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor erftoegangswegen en overige wegen met voornamelijk een op het verblijf gerichte functie, fietspaden, voetpaden en parkeervoorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken en infrastructurele kunstobjecten, geluidwerende voorzieningen, overige verkeersvoorzieningen en straatmeubilair.
  • b. Op de voor “Verkeer-Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn ondergeschikt aan de onder a omschreven doeleinden tevens toegestaan:
    • 1. groenvoorzieningen,
    • 2. waterlopen, waterpartijen, waterbergingen, wadi's, infiltratiestroken en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van hemelwater;
    • 3. voorzieningen ten behoeve van de ecologische verbindingszone, zoals ecotunnels, faunapassages en uittreeplaatsen;
    • 4. nutsvoorzieningen;
    • 5. speelvoorzieningen;
    • 6. bij deze ondergeschikte doeleinden behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, straatmeubilair en andere werken.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor “Verkeer-Verblijfsgebied” aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken in overeenstemming met het bepaalde in lid 9.1 en nutsvoorzieningen worden gebouwd.

9.2.2 Gebouwen

Op de voor “Verkeer-Verblijfsgebied” aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen als bedoeld in de leden 9.2.4 en 9.2.5.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en straatmeubilair

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en straatmeubilair gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximum bouwhoogte van infrastructurele kunstobjecten en overige bouwwerken voor bewegwijzering, beveiliging en regeling van het verkeer bedraagt 10 meter;
  • b. de maximum bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten bedraagt 10 meter;
  • c. de maximum bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • d. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overig straatmeubilair bedraagt 5 meter.
9.2.4 Speelvoorzieningen

Voor het bouwen van speelvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

9.2.5 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

9.2.6 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 9.2.1, 9.2.2, 9.2.3, 9.2.4 en/of 9.2.5 mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.2.3, onder c, voor een bouwhoogte van terreinafscheidingen tot een maximum van 3 meter;

De in dit lid genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.