direct naar inhoud van 3.2 Waterhuishouding en geohydrologie
Plan: Klein Boekelerveldweg 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00053-0003

3.2 Waterhuishouding en geohydrologie

Het plangebied van het bestemmingsplan "Klein Boekelerveldweg 2013" heeft een oppervlak van ongeveer 35 hectare. De hoogte van het maaiveld verloopt van ca. NAP + 55,0 meter in het zuiden naar ca. NAP + 48,0 meter in het noorden. Op navolgende inzet is het maaiveldverloop aangeven.

Bodem

Volgens de bodemkaart bestaat de bodem binnen het plangebied voornamelijk uit keileem en veldpodzolgronden. Veldpodzolgronden zijn ontstaan in gebieden waar het water niet via een beek kon worden afgevoerd, maar ter plekke in de grond moest trekken. Dit zijn infiltratiegebieden met afwisselend vochtige en droge omstandigheden (winter nat, zomer droog). Keileem is een grondsoort bestaande uit een slecht gesorteerd mengsel van keien, grind, zand en leem. Keileem is slecht doorlatend en daardoor ook moeilijk doordringbaar voor plantenwortels. Plaatselijk is de grond ook zeer nat. De bodemkaart met daarop de ligging van de verschillende bodemtypen is weergegeven in navolgende afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00053-0003_0003.jpg"

afbeelding: Bodemkaart

 

Doorlatendheid

De bodem binnen het plangebied heeft deels een zanderige samenstelling. De bodem is hier redelijk tot goed doorlatend. Locaties met (lokaal) leem/klei in de bodem hebben een beperkte doorlatendheid.

Gemiddeld hoogste (GHG) en laagste grondwaterstanden (GLG)

In het plangebied zijn de grondwatertrappen V, Vb en VI te onderscheiden. In tabel 1 zijn de definities van de grondwatertrappen gegeven. In bovenstaande afbeelding 'Bodemopbouw en grondwatertrappen' zijn de grondwatertrappen die voorkomen in het plangebied weergegeven.

Tabel: Grondwatertrappen

Gt   V   Vb   VI  
GHG   < 0,4   0,25 – 0,4   0,4 - 0,8  
GLG   > 1,2   > 1,2   > 1,2  

Op basis van de grondwatertrappen kan worden geconcludeerd dat de grondwaterstanden binnen het plangebied sterk kunnen variëren. In droge periodes kunnen de grondwaterstanden diep wegzakken, terwijl in de natte periodes het grondwater dicht onder het maaiveld kan staan. Door de aanwezigheid van drainage worden hoge grondwaterstanden voorkomen.

Grondwaterstanden

Behalve een inschatting van de GHG's op basis van de grondwatertrappen bevindt zich aan de noordzijde van het plangebied een peilbuis van de Gemeente Enschede (900A) waar gedurende een langere periode de grondwaterstanden zijn opgenomen. De meetlocatie staat weergegeven op de 'Waterkaart: grondwater'. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt op 40 centimeter beneden maaiveld. De gemiddeld laagste grondwaterstand op 190 centimeter beneden maaiveld. Deze waarden komen overeen met de grondwatertrappen.

Grondwateronttrekkingen

Binnen het plangebied zijn voor zover bekend geen actieve grondwaterbemalingen.

Grondwater

Voor zover bekend is binnen het plangebied geen drainage aanwezig om wegen en woningen te ontwateren. Greppels zorgen voor de ontwatering van het wegcunet.

Riolering en afvalwater

Binnen het plangebied bevinden zich een aantal panden. Het huishoudelijk afvalwater en/of bedrijfsafvalwater van de panden wordt naar een Individuele Behandelinstallatie voor Afvalwater (IBA) geleid. Het afvalwater wordt op eigen terrein gezuiverd en geloosd in de bodem en/of oppervlaktewater. De ligging van het rioolsysteem is aangegeven in navolgende afbeelding.

Hemelwaterafvoer

Het grootste deel van het plangebied is niet verhard. Bij gebieden met verhard oppervlak wordt het regenwater dat valt op daken en wegen niet grootschalig ingezameld maar direct in de bodem geïnfiltreerd of afgevoerd naar zaksloten. De wijze van regenwaterafvoer is weergegeven op onderstaande afbeelding.

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied is de Stokhorstvijver gelegen, welke de bestemming 'Water' is toegekend. De Stokhorstvijver heeft naast een recreatieve functie ook een waterbergende functie. Vanuit de wijk Stokhorst stoomt via een gescheiden rioolstelsel hemelwater naar de vijver. De Stokhorstvijver is de bron van de Hoge Boekelerbeek (40-3-1-7), die in Noordelijke richting naar de Kleinboekelerveldweg stroomt. Deze beek staat op de legger van het waterschap en zorgt voor de afvoer van overtollig hemelwater en grondwater.