direct naar inhoud van Artikel 37 Water - Waterwingebied
Plan: Buitengebied Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00042-0003

Artikel 37 Water - Waterwingebied

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water - Waterwingebied bestemde gronden zijn bestemd voor de bescherming en winning van grondwater ten behoeve van de (openbare) drinkwatervoorziening en gebouwen ten behoeve van de drinkwatervoorziening met daarbij ondergeschikt:

het wonen, indien en voor zover op grond van artikel 37.2 de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan met de daarbij behorende:

  • a. bouwwerken;
  • b. erven;
  • c. terreinen en
  • d. voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-koude-opslag, groenvoorzieningen en (openbare) nutsvoorziening.
37.2 Bouwregels
37.2.1 Algemeen

Op de voor Water - Waterwingebied aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met lid 37.1.

  • a. Gebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een op de kaart aangegeven bouwvlak.
  • b. Per bouwvlak is, tenzij door middel van een aanduiding anders is aangegeven, de bouw van 2 bedrijfswoningen toegestaan. Bestaande bedrijfswoningen mogen niet verplaatst en vergroot worden.
  • c. Binnen het gebied met de aanduiding 'bedrijfswoning" mogen bij een bedrijfswoning behorende bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. Voor bij bedrijfswoningen behorende bijbehorende bouwwerken geldt dat de gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m² per wooneenheid mag bedragen.
37.2.2 Nutsvoorzieningen

In afwijking van lid 36.2.1 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken mag maximaal 25 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 bedragen.

37.2.3 Overige, niet eerder genoemde, bouwwerken

Voor het bouwen van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige, niet eerder genoemde bouwwerken, mag maximaal 5 meter bedragen.