direct naar inhoud van Artikel 28 Sport
Plan: Buitengebied Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00042-0003

Artikel 28 Sport

28.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor “Sport” aangewezen gronden zijn bestemd voor een veldsportcomplex met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, zoals een kantine, verlichting, kleed- en materiaalruimten, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, houtwallen, groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.
  • b. Ter plaatse van de functieaanduiding "maatschappelijk" is een multifunctionele accommodatie toegestaan.

28.2 Bouwregels
28.2.1 Algemeen

Op de voor “Sport” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 28.1.

28.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” mag de bouwhoogte niet worden overschreden.
28.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstobjecten en vlaggenmasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 18 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 8 meter bedragen.

28.2.4 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een bouwwerk mag maximaal 25 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 meter bedragen.
  • c. de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen.

28.2.5 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 28.2.1, 28.2.2, 28.2.3 en/of 28.2.4 mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

28.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 28.2.2, onder a, voor het realiseren van gebouwen buiten het bouwvlak, met een maximale bouwhoogte van 8 meter en met dien verstande dat niet meer dan 5% van het bestemmingsvlak bebouwd mag zijn.
  • b. lid 28.2.3, onder a, voor een bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 3 meter;
  • c. lid 28.2.5, voor het uitbreiden van bestaande gebouwen die zijn gesitueerd buiten het bouwvlak met een vergroting die niet meer bedraagt dan 15% van de oppervlakte van die gebouwen onder de voorwaarden dat:
    • 1. de uitbreiding van het gebouw uitsluitend op de begane grond wordt gerealiseerd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte niet toenemen.

De in dit lid genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het woon- en leefklimaat;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.