direct naar inhoud van Ruimtelijke Onderbouwing
Plan: Zonneparken Cluster Zuid-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20185086-0003

Ruimtelijke Onderbouwing

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding tot maken van de ruimtelijke onderbouwing

De coöperatie Enschede Energie (EE) heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een cluster van drie zonnevelden ten en zuidoosten van Enschede (cluster Zuid-Oost). Er loopt tevens een studie naar een vierde zonneveld, ten noordoosten van de Enschede.

Aan deze ontwikkeling kan medewerking worden verleend door het verlenen van een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit als bedoeld in artikel 2.12, 1e lid onder a 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Onderdeel van de aanvraag is een ruimtelijke onderbouwing. Deze is in bijlage 1 opgenomen, inclusief alle onderliggende rapportages en overige bijlagen. Vanwege de uitspraak van Raad van State met betrekking tot de stikstofproblematiek (vervallen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)) en de nieuw beschikbare versie van het rekenmodel voor de berekening van stikstofdepositie (Aerius), is een nieuwe stikstofdepositieberekening uitgevoerd voor het project. Deze berekening (inclusief memo) is opgenomen in bijlage 2. Hieruit blijkt dat stikstofdepositie geen belemmering vormt voor de uitvoering van het project. Ook is een memo toegevoegd die verduidelijkt hoe twee bestaande houtsingels die tussen de zonnepanelen in deelgebied Allemansveldweg liggen versterkt worden (bijlage 3).

In dit hoofdstuk wordt de procedure geschetst. In hoofdstuk 2 is de conclusie opgenomen.

1.2 Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor de omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit is artikel 2.12, 1e lid onder a 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in combinatie met de artikelen 5.20 en 6.14 van het Besluit omgevingsrecht. Op grond van artikel 2.12, 1e lid onder a 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kunnen burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verlenen voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, mits die activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de omgevingsvergunning is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Op grond van artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht zijn op een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit tevens enkele artikelen uit het Besluit ruimtelijke ordening van toepassing. Het gaat daarbij om artikelen die betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan en de daarbij behorende toelichting. De inhoud van deze artikelen geldt daarmee ook voor een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit. Op grond van artikel 6.14 van het Besluit omgevingsrecht moet een verleende omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit overeenkomstig de Ministeriële regeling standaarden ruimtelijke ordening worden gepubliceerd op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.

1.3 Adviezen

In het voortraject zijn (nog voorafgaand aan de vergunningaanvraag) 'keukentafelgesprekken' geweest met omwonenden en er zijn informatie-avonden georganiseerd (26 juli 2019 en 29 oktober 2018). Voor een verdere toelichting daarop wordt verwezen naar de ruimtelijke onderbouwing (zie bijlage 1).

Twee van de drie zonneparken/percelen (B en C) zijn niet gelegen binnen het werkgebied van een erkend wijkorgaan, zoals bedoeld in de Regeling Wijkorganen 2008 van gemeente Enschede en nader uitgewerkt in de notitie Wijkorganen en Adviesafspraken. Perceel A (Kromhofsweg 10) is gelegen in het werkgebied van het erkende wijkorgaan Buurtkring Esmarke. Op 9 juli 2018 heeft een gesprek plaatsgevonden met de Buurtkring. De volgorde van communicatie is besproken. Gesprekken met omwonenden zijn voorafgaand aan de (algemene) informatieavonden geweest. Enkele leden van de Buurtkring hebben moeite met het feit dat goede landbouwgrond wordt gebruikt. De aan te brengen beplanting moet tijdelijk zijn aangezien het een tijdelijke bestemming betreft.

1.4 Procedure

Op de procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit is de uitgebreide voorbereidingsprocedure uit paragraaf 3.3 van de Wabo van toepassing.

Vooroverleg

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is voorgeschreven (artikel 3.1.1) dat burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in procedure brengen van bestemmingsplan overleg moeten plegen met de besturen van eventueel betrokken andere gemeenten, het waterschap, de provincie en met die diensten van het Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Van het wettelijke vooroverleg met Rijk en provincie kan in de praktijk in veel gevallen worden afgezien. De provincie Overijssel en het Rijk hebben beleid vastgesteld, waarin is bepaald dat zij een bestemmingsplan alleen nog voor vooroverleg willen ontvangen, indien daarmee ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die raken aan bepaalde ruimtelijke belangen van de provincie of het Rijk. In artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is bepaald dat artikel 3.1.1 Bro ook van toepassing is op te verlenen omgevingsvergunningen met projectafwijkingsbesluit.

Met het mogelijk maken van Zonneparken Cluster Zuid-Oost zijn geen ruimtelijke belangen van andere gemeenten, het waterschap Regge en Dinkel of het Rijk in het geding. Daarom is voor deze te verlenen omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit afgezien van het plegen van vooroverleg met deze partijen. De omgevingsvergunning is wel voorgelegd aan Provincie Overijssel in het kader van vooroverleg.

De provincie gaf op 19 november 2018 aan vroegtijdig te zijn betrokken bij de planvorming met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteitsaspecten. Dit is uitgewerkt in het Landschappelijk inrichtingsplan waarover is afgestemd met de provincie (zie bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing; bijlage 1). Verder gaf zij aan dat het plan past in het ruimtelijk beleid van de provincie en er vanuit het provinciale belang geen reden is om een zienswijze in te dienen indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht. Het plan is niet inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van het ingediende concept in het kader van het vooroverleg.

Terinzagelegging ontwerpbeschikking

De ontwerpbeschikking met de daarbij behorende stukken heeft gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode kon een ieder zienswijzen naar voren brengen bij het college van burgemeester en wethouders.

De aankondiging van de terinzagelegging van de ontwerpbeschikking omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit "Zonneparken Cluster Zuid-Oost" is op 20 februari 2019 gepubliceerd in "Huis aan Huis", in de Staatscourant, op de website van de gemeente Enschede en op de website www.officielebekendmakingen.nl.

Gedurende de termijn van de terinzagelegging van de ontwerpbeschikking zijn er zienswijzen naar voren gebracht. Het besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit.

Wel is het besluitgebied (deelgebied Allemansveldweg) van de omgevingsvergunning iets kleiner gemaakt. Dit betreft een stuk bos waar geen ingrepen zijn beoogd in het kader van deze omgevingsvergunning. Ook is het project op enkele punten nader onderbouwd/uitgewerkt door de initiatiefnemer. Het betreft de in paragraaf 1.1 genoemde nieuwe stikstofdepositieberekening (zie bijlage 2), een memo over versterking van houtwallen in deelgebied Allemansveldweg (zie bijlage 3) en enkele technische aanvullingen bij de vergunning, zoals schriftelijk advies van de Gasunie.

Verklaring van geen bedenkingen

Voordat burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit kunnen verlenen kan het wettelijk verplicht zijn dat een ander bevoegd gezag (gemeenteraad, provincie of Rijk) eerst een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voor een of meer onderdelen van de te verlenen omgevingsvergunning.

Voor het project "Zonneparken Cluster Zuid-Oost" is voor het afwijken van het bestemmingsplan Buitengebied Zuidoost een verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad noodzakelijk. De gemeenteraad is het bevoegd gezag voor bestemmingsplannen.

De gemeenteraad van Enschede heeft op 4 februari 2019 een 'ontwerp verklaring van geen bedenkingen' afgegeven ten aanzien van het afwijken van het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" voor het realiseren van Zonneparken Cluster Zuid-Oost.

Aangezien er zienswijzen zijn ingediend tegen het ontwerp besluit, is de gemeenteraad om een definitieve verklaring van geen bedenkingen gevraagd. Deze is afgegeven op 28 oktober 2019.


Rechtsbescherming

Na verlening van de omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit staat voor belanghebbenden de mogelijkheid open om bij de Rechtbank Overijssel beroep in te stellen tegen de verleende omgevingsvergunning. Aansluitend kunnen belanghebbenden nog hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de rechtbank bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hoofdstuk 2 Conclusies

De ontwikkeling past in het ruimtelijke beleid, zowel op rijks-, provinciaal als gemeentelijk niveau. De realisatie van de zonneparken draagt bij aan de doelstelling om minimaal 20% duurzaam opgewekte energie beschikbaar te hebben. Bij de inrichting van de zonneparken is aansluiting gezocht bij de kenmerken van het landschap. Vanuit milieutechnisch oogpunt zijn er geen bezwaren tegen de aanleg van de zonneparken. Het plan is economisch uitvoerbaar. Er wordt een overeenkomst met de ontwikkelende partij gesloten over de kosten.

Op basis van het gestelde in de ruimtelijke onderbouwing (zie bijlage 1) kan voor het realiseren van de zonneparken een omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit als bedoeld in artikel 2.12, 1e lid onder a 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden verleend. Uit de toetsing aan vigerende wet- en regelgeving, ruimtelijk relevante en stedenbouwkundige beleidskaders en diverse relevante omgevingsaspecten is gebleken dat er geen belemmeringen aanwezig zijn voor de uitvoerbaarheid van dit project.

Op 28 oktober 2019 heeft de gemeenteraad een definitieve verklaring van geen bedenkingen afgegeven (zie paragraaf 1.4).