direct naar inhoud van 5.2 Water
Plan: Overmaat - Fokkerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20110208-0003

5.2 Water

In deze waterparagraaf wordt aangegeven hoe een duurzame waterhuishouding binnen het bestemmingsplangebied en in een groter verband gerealiseerd en gewaarborgd kan worden. Hiertoe is eerst de huidige situatie van het gebied beschreven. Daarnaast is een toelichting opgenomen van de Watervisie Enschede, gericht op het gebied. Deze informatie is opgenomen in bijlage 5.

Aansluitend op de huidige situatie en de watervisie zijn randvoorwaarden en aandachtspunten voor het watersysteem geformuleerd.

5.2.1 Toekomstige waterhuishoudkundige situatie

De waterhuishouding binnen de gebieden Overmaat en Fokkerweg moet voldoende ruimte krijgen voor bovengrondse berging, infiltratie, zuivering en afvoer. Hiermee wordt de kans op problemen in de waterhuishouding, zoals overstroming van de ontvangende beeklopen en verdroging van de bodem, geminimaliseerd. Daarnaast kunnen de kansen die water biedt benut worden, zoals gebruik in de tuin en een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. In dit deel staan de basisprincipes genoemd voor de omgang met water binnen de plangebieden. Daarnaast zijn uitgangspunten opgenomen voor regenwater, oppervlaktewater, afvalwater, grondwater en ontwatering. Het hoofdstuk beleid heeft als basis voor de uitgangspunten gediend.


Basisprincipes watersysteem Overmaat en Fokkerweg


Volledig gescheiden afvoer van regen- en afvalwater

Voor de nieuwe woningen binnen de plannen Overmaat en Fokkerweg wordt uitgegaan van een volledig gescheiden systeem. Dit betekent dat het regenwater met een eigen afvoersysteem volledig gescheiden van het afvalwater wordt verwerkt. Verharde oppervlakken worden niet aangekoppeld op de riolering, maar het regenwater wordt op een andere wijze verwerkt. Voor de omgang met niet aangekoppeld regenwater gelden de volgende ambities:

  • Regenwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het oppervlakte- en grondwatersysteem.
  • Infiltratie van regenwater in de bodem via een bodempassage is op locaties waar dit mogelijk is de beste optie. Op deze manier wordt zuivering, retentie en grondwateraanvulling gerealiseerd.
  • Voor verharde oppervlakken, bijvoorbeeld daken en goten waarmee het regenwater in aanraking komt, wordt de toepassing van uitloogbare bouwmaterialen voorkomen.

Geen verslechtering van de (grond)waterkwaliteit

Overmaat is gelegen binnen de grondwaterbeschermings- en infiltratiezone van drinkwaterwinning Weerseloseweg van Vitens. Extra aandacht voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater van groot belang. Het plan Overmaat omvat minder dan 10 woningen. Volgens de omgevingsverordening valt het project daarmee in de categorie 'niet-risicovol'.

Grondwaterneutraal bouwen, maar ook droge voeten

In het plan Overmaat en het plan Fokkerweg komen in natte perioden hogere grondwaterstanden voor. Gezien de vereiste ontwateringdiepte voor woningbouw zijn aanvullende maatregelen, zoals grootschalig ophogen of het aanbrengen van drainage, niet nodig om op deze plekken te kunnen bouwen. De gewenste ontwateringsdiepte ter plaatse van woningen kan bereikt worden door hier lokaal beperkt op te hogen en het aftoppen van de grondwaterstandspieken. Een toename in de grondwaterafvoer is strijdig met het beleid inzake verdroging en duurzaam waterbeheer. De hoeveelheid grondwater die uit het plangebied wordt afgevoerd mag niet groter zijn dan in de huidige situatie.

Geen afwenteling van waterbezwaar

In het kader van het landelijke beleid voor het waterbeheer in de 21e eeuw wordt gestreefd naar het zo veel mogelijk vasthouden van water in het plangebied en het water geleidelijk af te voeren naar de beken en benedenstrooms gebied, zodat bij grote neerslaghoeveelheden ook gebieden, die stroomafwaarts liggen, beschermd zijn tegen overstromingen. Waterschap Regge en Dinkel stelt voor nieuwbouwgebieden de eis dat in het nieuwe plangebied een bui van 40mm geborgen kan worden, waarbij de maximale afvoer naar het oppervlaktewater niet meer dan 2x de landelijke afvoernorm mag bedragen, ofwel 2,4 l/s/ha.

Uitgangspunten

Regenwater

  • Regenwater gescheiden van afvalwater opvangen, bergen en afvoeren.
  • Infiltratie- en bergingsvoorzieningen, waarvan meer dan één perceel afhankelijk is, niet op een particulier perceel aanleggen.
  • Voor verhard oppervlak geldt de eis dat de waterschapsbui T=50 (komt eens in de 50 jaar voor) van 40 mm in 75 minuten geheel binnen het gebied wordt geborgen. 3 mm daarvan wordt geborgen in plassen en op daken. Effectief moet dus 37 mm geborgen worden binnen het plangebied.
  • Maximale afvoer vanuit het plangebied is 2,4 l/s/ha (stedelijke afvoernorm).

Oppervlaktewater

  • De bestaande waterlopen (vijver, beken en greppels) zoveel mogelijk handhaven, zodat overtollig regen- en grondwater uit het plangebied en de aangrenzend gebieden afgevoerd kan worden op het natuurlijke watersysteem. Bij dempen van bestaande sloten/greppels, moet goed bestudeerd worden of het dempen geen invloed heeft op de werking van het watersysteem.
  • Eventuele toekomstige vijvers mogen niet verdrogend werken. Dit houdt in dat het normaalpeil van vijvers niet lager mag liggen dan 1,1 meter minus maaiveld.

Afvalwater

  • Afvoer van afvalwater via een vuilwater rioleringsstelsel.
  • Afvoer via vrijvervalsysteem naar het gemaal.

Grondwater

  • Uitgangspunt bij het ontwikkelen is grondwaterneutraal bouwen. Dit betekent dat de grondwaterstand niet negatief beïnvloedt mag worden. Gevolg hiervan is dat voor het voldoen aan de ontwateringsnormen geen drainage toegepast mag worden, dan wordt immers kunstmatig de grondwaterstand verlaagd. Het 'aftoppen' van grondwaterstandspieken in zeer natte perioden is wel toegestaan.

Ontwatering/ afwatering

  • Om te voorkomen dat wegen, bebouwing en tuinen problemen krijgen met grondwater worden de onderstaande ontwateringsnormen gehanteerd. De ontwateringsdiepte is het verschil tussen het peil van de weg/ de bebouwing/ de tuin en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG).
    • 1. Wegen: ontwateringsdiepte van 0,70 meter, waarbij een zandbed met minimale dikte van 0,50 m aanwezig moet zijn. Een te hoge grondwaterstand kan opvriezen en opdooi van de fundering van de weg veroorzaken;
    • 2. Bebouwing: de ontwateringsdiepte van bebouwing hangt af van het type gebouw. Voor woningen of gebouwen met een niet-waterdichte kruipruimte die goed toegankelijk moet zijn, dient de ontwatering zodanig te zijn dat zich geen grondwater in de kruipruimte bevindt. Als norm wordt vaak gehanteerd dat het grondwater tenminste 0,20 m beneden de vloer van de kruipruimte moet staan. Uitgaande van een 0,50 m hoge kruipruimte en een vloerdikte (woonvloer) van 0,20 m betekent dit een afstand van 0,90 m tussen de GHG en de bovenzijde van de vloer. Door kruipruimteloos te bouwen kan de ontwateringsnorm onder bepaalde voorwaarden met 0,30 m verminderd worden;
    • 3. Groen: voor deze bestemming wordt meestal een ontwateringdiepte van 0,40 m –mv geadviseerd. Langdurige te hoge grondwaterstanden beïnvloeden de beworteling nadelig;
  • Om te voorkomen dat afstromend regenwater problemen veroorzaakt op de percelen gelden de volgende adviesnormen:
    • 1. Het vloerpeil van de bebouwing minimaal 0,20 m boven het dichtstbijzijnde wegpeil leggen;
    • 2. Perceel vlak of richting de weg af laten lopen;
    • 3. De maaiveldpeilen en vloerpeilen van de verschillende percelen op elkaar afstemmen.

Overmaat

De precieze invulling binnen het plangebied is in dit stadium nog niet bekend. Wel kan een inschatting worden gemaakt van de wateropgave. Wanneer de wegen, net als in de huidige situatie, afwateren op de naastgelegen groenstrook beperkt dit de wateropgave. Het bruto kaveloppervlak is ca. 0,42 hectare en het ingeschatte verhardingspercentage 50%. Gerekend wordt met 40 mm berging over het verhard oppervlak. Dit resulteert in een wateropgave van 84 m3.

Ruimtebeslag

De bestaande vijver heeft een oppervlak van ca. 300 m2 en kan gebruikt worden om te voldoen aan de wateropgave. Een waterschijf van 0,3 meter staat gelijk aan 90 m3 berging.

Fokkerweg

De precieze invulling binnen het plangebied is in dit stadium nog niet bekend. Wel kan een inschatting worden gemaakt van de wateropgave. Wanneer wegen, net als in de huidige situatie, afwateren op de naastgelegen groenstrook beperkt dit de wateropgave. Het bruto kaveloppervlak is ca. 1,55 hectare en het ingeschatte verhardingspercentage 20%. Gerekend wordt met 40 mm berging over het verhard oppervlak. Dit resulteert in een wateropgave van 124 m3.


Ruimtebeslag

De berging voor regenwater vanaf openbare verharding kan gevonden worden in greppels en/of regenwaterriolering. Particuliere kavels dienen ingezameld regenwater te bergen op eigen terrein. Door een verbinding met de openbare greppel/regenwaterriolering wordt ook in perioden met hoge grondwaterstanden de waterafvoer vanaf particuliere kavels gegarandeerd.

Conclusie

Vanuit het aspect 'water' bezien zijn er geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.