direct naar inhoud van 4.3 Welstand
Plan: Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101753-0004

4.3 Welstand

In de Welstandsnota 'Bouwen aan identiteit' is aangegeven aan welke welstandseisen bouwplannen moeten worden getoetst. In deze nota is aan onderhavige locatie aan het noordelijk deel van het perceel de identiteit “dorpse linten” toegekend en aan het zuidelijk deel van de identiteit "erkerwijken".

Identiteit dorpse linten.

In de Middeleeuwen was Enschede een kleine kern, door een spinnenweb van lange zandpaden verbonden met de buurtschappen in de omgeving. Door de eeuwen heen werden langs deze zandpaden huizen en bedrijfjes gebouwd en groeiden ze uit tot lange linten aaneengesloten bebouwing. Inmiddels zijn de linten ingesloten in de stad maar als zodanig nog steeds goed herkenbaar.

De bebouwing kenmerkt zich binnen deze linten door een grote variatie in bouwstijlen en materiaal. Elk pand is anders. Tegelijkertijd vertoont de bebouwing binnen een lint overeenkomsten in hoogte en type. De panden zijn allemaal hoger dan breed en hebben meestal twee bouwlagen, al dan niet met een kap. De voordeuren zijn op straatniveau, de voorgevels hebben ramen. Een belangrijk kenmerk is ook dat de meeste panden direct aan de straat staan. In een paar linten komen ook panden voor die wat van de rooilijn afstaan en een voortuintje hebben. Door dit alles bieden de linten een gevarieerd maar samenhangend beeld en een levendige maar ontspannen sfeer. Kortom, ze hebben nog steeds een 'dorps karakter'.

De kwaliteit van de bebouwing is wisselend. Sommige linten hebben een fraai voorkomen, andere zien er minder verzorgd uit. Monumentjes staan naast panden die rijp zijn voor afbraak, hoogstandjes van architectuur worden afgewisseld met gewone huisjes. Hoe dan ook, de dorpse linten zijn een kweekvijver van bouwactiviteiten. Hierdoor blijven ze zich aanpassen aan de tijd.

Doel welstandszorg bij 'dorpse linten'.

De linten bieden veel vrijheid voor individuele bouwinitiatieven. De welstandszorg is erop gericht die vrijheid de ruimte te geven en toch de dorpse sfeer en de eenheid in verscheidenheid te handhaven. Daarbij is het de bedoeling dat de linten die minder verzorgd ogen een betere kwaliteit krijgen en dat de fraaiere linten hun aanzien in ieder geval behouden.

Welstandstoets.

De welstandscommissie ziet erop toe dat een bouwplan voldoet aan criteria als volume, hoogte en individualiteit. Voor de invulling daarvan is veel ruimte. Maar er is ook een algemeen belang. De commissie toetst daarom altijd of het bouwplan bijdraagt aan de sfeer en kwaliteit van het hele lint. Daarom gelden voor sommige straten hogere welstandseisen dan voor andere, afhankelijk van het niveau van de architectuur, de aanwezigheid van historische panden en het belang van de straat als verkeersroute. De commissie toetst alle bouwwerken die niet expliciet in de criteria worden genoemd 'in de geest van de identiteit' aan het doel van welstandszorg en de kenmerken van de categorie zoals die hierna worden genoemd.

Specifieke criteria 'dorpse linten':

Straat:

- gebouwen moeten individueel te onderscheiden zijn;

- gebouwen moeten binnen het lint variëren in bouwstijl;

- gebouwen moeten binnen het lint variëren + harmoniëren in kleur en materiaalgebruik;

- gebouwen moeten zich voegen in de ritmiek van kleuren, materialen, bouwstijlen en kapvormen in het lint;

- gebouwen moeten in schaal aansluiten bij de schaal van het lint;

- gebouwen moeten binnen een lint van vergelijkbare hoogte zijn;

- gebouwen in een lint mogen met hun gevellijn licht verspringen t.o.v. elkaar;

- gebouwen moeten het architectonische kwaliteitsniveau van het lint in stand houden en bij voorkeur vergroten;

- hoekpanden moeten een architectonische verbijzondering krijgen op de hoekgevel.

Bouwvolume:

- een gebouw moet in volume aansluiten bij de overige panden in het lint;

- een gebouw moet een totaalvolume hebben dat hoger is dan breed, of een pand moet bestaand uit deelvolumes naast elkaar die elk hoger zijn dan breed.

Gevel:

- alle ingrepen en toevoegingen moeten het architectuurniveau van het pand evenaren en bij voorkeur verhogen;

- de gevel moet op de straat zijn georiënteerd;

- een pand moet een directe entree aan de straatkant hebben;

- bij winkels en kleine bedrijven die de onderverdieping van meer panden gebruiken, moeten de afzonderlijke panden herkenbaar blijven;

- gebouwen mogen geen blinde gevels aan zijden die grenzen aan het openbaar gebied;

- ramen mogen niet geblindeerd zijn;

- gevelwijzigingen moeten de architectonische kwaliteit van het pand verbeteren;

- (licht)reclame, naamsvermelding en bebording moeten passen binnen de stijl en het kleur- en materiaalgebruik van de gevel.

Aanbevelingen:

- de weinige groene tuinen in de linten dragen bij aan de ontspannen en dorpse sfeer; hoe meer de bestaande ruimte tussen en voor de huizen wordt ingericht als groene tuin, hoe sterker het effect is;

- hagen en transparante erfscheidingen die het zicht op de tuinen vrijlaten, dragen bij aan de groene ontspannen sfeer.

Identiteit 'erkerwijken'.

Deze wijken hebben de bouwstijl die in de volksmond 'jaren-dertig woningen' heet. De huizenrij, het individuele huis, het straatprofiel en de ordening van de straten is één ontwerp, van hoog ambachtelijk niveau en met uniforme kenmerken. Alle panden bestaan uit twee afzonderlijke elementen, gevel en dakvolume, gescheiden door een overstekende daklijst. De gevel is een rechthoekig vlak van donkerrode of bruine baksteen., het dak is meestal trapeziumvormig en gedekt met donkere pannen. De huizen staan op één lijn, met hun voorzijde naar de straat gekeerd. Elk pand heeft op de begane grond een erker. De erkers en de licht gekleurde daklijsten geven de huizen een luxe uitstraling en de straat een krachtig ritme. De stijl van bouwen is sober en terughoudend, maar met vakmanschap gedetailleerd. De gevels zijn goed geproportioneerd, met simpele versieringen in het metselwerk. Aanbouwen en bijgebouwen passen in dezelfde eenheid. De panden op de straathoeken wijken soms iets af in materiaalgebruik en kleur; zij zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Zij geven accenten op belangrijke punten en dragen bij aan de samenhang tussen architectuur en stedenbouw.

Doel welstandszorg bij 'erkerwijken'.

Doel is de eenheid van de wijken en vooral van de straten te bewaken. Ingrepen die deze eenheid verstoren, worden negatief beoordeeld. De kwaliteit van het ontwerp is vooral herkenbaar in de keuze van de materialen, de belijning en de zorg voor details. Bouwplannen die geen hoog kwaliteitsniveau halen worden eveneens negatief beoordeeld.

Welstandstoets.

Elk bouwplan wordt getoetst op de bijdrage aan de eenheid van de straat. Omdat de straten onderling verschillen, wordt per straat bepaald of de eenheid voortkomt uit een regelmatig ritmiek waarin weinig ruimte is voor variatie, of uit een lossere ritmiek met meer ruimte voor individualiteit. Bij bijzondere gebouwen wordt getoetst of de ingreep aan zoveel mogelijk criteria voldoet en daar alleen van afwijkt op basis van hun bijzondere functie of eigen kwaliteit. De commissie toetst alle bouwwerken die niet expliciet in de criteria worden genoemd 'in de geest van de identiteit' aan het doel van de welstandszorg en de kenmerken van de categorie zoals die hierna worden genoemd.

Specifieke criteria 'erkerwijken'.

Bouwvolume:

- het bouwvolume moet bestaan uit twee afzonderlijke elementen, een rechthoekige basis en een trapezium- of piramidevormig pannendak;

- gebouwen moet in volume gelijk zijn aan de andere gebouwvolumes in de straat.

Straat:

- gebouwen moeten in de straat met hun gevellijn op elkaar aansluiten;

- gebouwen moeten als volume aansluiten bij de ritmiek van gebouwvolumes binnen de straat;

- erkers moeten in vormgeving aansluiten bij de ritmiek van erkers in de straat;

- ramen en gevelbelijning moeten aansluiten bij de ritmiek in de straat;

- kleur- en materiaalgebruik moet gelijk zijn aan het binnen de straat heersende kleur- en materiaalgebruik.

Dak:

- het dak moet een grote overstek hebben

- het dak moet een brede daklijst in een lichte kleur hebben;

- de goothoogte moet gelijk zijn aan de heersende hoogte van goten in de straat;

- daken moet wijken vanaf de straat;

- daken moeten een keramische dakpan hebben in de heersende kleur van de straat;

- dakkapellen moeten een daklijst hebben en in volume ondergeschikt zijn aan het dak;

Gevel:

- gebouwen moeten indien mogelijk met hun entree naar de straat staan;

- gebouwen moeten op de onderste laag een erker hebben;

- gebouwen moeten duidelijke horizontale belijning hebben van de erkerlijst, daklijst en dakkapellijst in een binnen de straat heersende kleur;

- gevels moeten van baksteen zijn;

- gevels moeten een bescheiden patroonversiering in het metselwerk hebben;

Hoeken;

- hoekpanden mogen in materiaal afwijken, maar moeten wel harmoniëren met de overige panden in de straat;

- hoekpanden mogen een expressief dak hebben;

- bij panden waarvan de tuin aan openbaar gebied grenst, moet de erfscheiding een muur zijn van hetzelfde materiaal als de gevel;

Toevoegingen:

- aan- en uitbouwen, bijgebouwen en opbouwen moeten binnen de bestaande maatverhoudingen passen;

- toevoegingen moeten in vorm, materiaal en kleur afgestemd zijn op het hoofdgebouw.

Onderpui:

- onderpui en bovenverdiepingen moeten samenhangen in architectuur;

- de onderpui moet binnen de bestaande maatverhoudingen, belijning en geleding van het pand passen;

- de onderpui moet per pand het individuele karakter bewaren;

- onderpuien over naastgelegen panen mogen niet een aaneengesloten en gelijk vormgegeven pui vormen;

- gevels en raampartijen mogen niet geblindeerd worden;

- rolluiken op de onderste laag moeten aan de binnenzijde van de pui worden geplaatst;

- luifels moeten van hoge esthetische kwaliteit zijn en de architectuur van het pand versterken.

Aanbevelingen:

- de inrichting van de straten, de tuinen en erfscheidingen moeten bijdragen aan de eenheid van het totaal;

- zorg voor materialen, details en verhouding is van belang, vooral als het gaat om de erfscheiding; bij voorkeur is dat een laag muurtje in hetzelfde materiaal als de gevel of een haag;

- de erfscheiding en de tuin mogen het zicht op de erker niet ontnemen;

- in straten zonder voortuinen spelen de erkers een nog manifestere rol in het straatbeeld, waardoor extra zorg en aandacht voor details en materialen is gewenst.