direct naar inhoud van 4.9 Ecologie
Plan: Stadhuiskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P283-VG01

4.9 Ecologie

In de Nederlandse wet- en regelgeving en beleid op het gebied van ecologie wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De bescherming van planten- en diersoorten is geregeld in de Flora en faunawet (Ffw). De gebiedsbescherming is geïmplementeerd in:

  • de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) voor wat betreft Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten;
  • de Nota Ruimte en provinciale regelgeving voor wat betreft de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
4.9.1 Gebiedsbescherming

Natura 2000

Onder Natura 2000 worden de gebieden verstaan die op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn worden aangewezen. De Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) zijn geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw98). Het beschermingsregime voor Natura 2000-gebieden is beschreven in de Nbw98. Deze gebieden zijn van grote betekenis voor de bescherming van de Europese biodiversiteit. Voor Natura 2000-gebieden geldt dat projecten en andere handelingen geen significant verstorende of verslechterende effecten mogen hebben op de voor dat Natura 2000-gebied aangewezen habitattypen, -soorten en vogelsoorten.

Op ruime afstand van het plangebied, ruim 250 m., ligt het Natura-2000 gebied IJsseluiterwaarden. Gezien de ruime afstand tot het Natura 2000-gebied en vooral de barrièrewerking door tussenliggende bebouwing, infrastructuur en de IJssel worden negatieve effecten (door sloop en bouw in het Stadhuiskwartier) voor dit gebied aangewezen habitattypen en -soorten uitgesloten. Nadere toetsing is dan ook niet nodig.

Ecologische Hoofdstructuur

De EHS kent haar beleidsmatige basis in de Nota Ruimte en is verder uitgewerkt in de provinciale structuurvisie (Omgevingsvisie Overijssel). Op provinciaal niveau is de bescherming van de EHS geborgd in de Omgevingsverordening Overijssel 2009, die regels stelt aan bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen om af te wijken van het planologische regime.

De EHS heeft als doel natuurgebieden te vergroten en te verbinden. Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe', wat betekent dat ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan de natuurlijke kenmerken van het gebied.

De planlocatie is niet aangewezen als onderdeel van de EHS noch is het in de nabijheid van EHS gelegen. Daarmee is geen sprake van aantasting van EHS als gevolg van de nieuwbouw van het Stadskantoor.

4.9.2 Soortenbescherming

De bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren is vastgelegd in de Flora- en faunawet. In deze wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Voor planten geldt dat deze niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. De Flora- en faunawet kan belangrijke gevolgen hebben voor en randvoorwaarden stellen bij ruimtelijke ingrepen.

Alle maatregelen die in het kader van de Flora en Faunawet in verband met de soortenbescherming (zoals ten behoeve van de gierzwaluwen) nodig zijn, zijn overeenkomstig de eisen die daaraan door het Ministerie worden gesteld, getroffen. Het door het ministerie van LEI ingevoerde protocol (de zogenaamde “soortenstandaard Gierzwaluw”) is in acht genomen. Ter compensatie van de tijdens de sloop verloren gegane gierzwaluwnestplaatsen, er in de nieuwbouw in ruime mate nieuwe nestplaatsen voorzien zijn en dat er in de nieuwe tuinen van de nieuwbouw een groeiplaats wordt gerealiseerd voor het Klein glaskruid.

Op 3 juni 2013 is er een beknopte natuurtoets (zie Bijlage 7 Natuurtoets Stadhuiskwartier) uitgevoerd om te onderzoeken of er zich op het huidige sloop/bouw-terrein beschermde planten en of dieren bevinden. Dit is niet het geval. Er is daardoor geen reden ten behoeve van de nieuwbouw een ontheffing Flora- en faunawet te hebben of aan te vragen.

4.9.3 Conclusie

De regelgeving op grond van de Flora- en faunawet staat niet in de weg aan de uitvoerbaarheid van het project.

Met betrekking tot de gebiedsbescherming geldt dat het plangebied op ruime afstand van een Natura 2000-gebied is gelegen en het geen onderdeel is van de EHS. Gelet hierop zijn negatieve effecten (door sloop en bouw in het Stadhuiskwartier) voor het Natura2000-gebied aangewezen habitattypen en -soorten uitgesloten en is geen sprake van aantasting van EHS.