direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Stadhuiskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P283-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in lid 5.3.1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' bestemd voor maatschappelijke voorzieningen;
  • c. zorgwoningen, alleen indien met toepassing van lid 5.5 met omgevingsvergunning is afgeweken;

en de daarbij behorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen alleen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 m bedragen, waarbij de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • c. sublidĀ 5.2.1 onder a in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelegen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste:
      • 25 mĀ² mag bedragen;
      • 25% van het achtererf mag bedragen;
    • 2. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer dan 6 m mag bedragen, waarbij deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    • 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m mag bedragen.
5.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de parkeersituatie
  • g. de sociale veiligheid.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een ander gebruik dan in lid 5.1 is toegestaan, tenzij in de bestaande situatie een andere gebruik aanwezig is, in welk geval de bestaande situatie van toepassing is;
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. bedoeld in lid 5.1 onder c in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.
5.5.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de parkeersituatie.