Looweg ongenummerd Bathmen

6.3 Resultaten vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Inspraak

In artikel 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit bestemmingsplan is niet voor inspraak ter inzage gelegd. Het plan is overeenkomstig het vastgesteld ruimtelijk beleid. Het kan als niet gevoelig worden beschouwd. Deze overwegingen hebben ertoe geleid dat afgezien is van het houden van inspraakmogelijkheden op dit bestemmingsplan. Uiteraard blijft de mogelijkheid bestaan om een zienswijze in te dienen op het ontwerp bestemmingsplan.

Vooroverleg

Rijk:

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Omtrent het vooroverleg met het Rijk kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen nationale belangen in het geding zijn. Op 1 januari 2012 is de VROM-Inspectie samengevoegd met de Inspectie V&W tot de Inspectie Leefomgeving en Transport(ILT). De ILT heeft geen adviserende en coördinerende rol met betrekking tot de advisering op voorontwerp ruimtelijke plannen. Dit heeft als gevolg dat gemeenten na 1 januari 2012 geen gecoördineerd rijksadvies op een voorontwerpplan meer ontvangen.De VROM-Inspectie vanaf januari inhoudelijk niet meer op nieuw toegezonden plannen zal reageren.

Provincie:

Het plan past in de provinciale lijst van categorieën waarvoor vooroverleg niet noodzakelijk is. De Provincie geeft aan daarom vooroverleg niet nodig te achten.
Per mail d.d. 19 december 2012 heeft de provincie Overijssel laten weten geen opmerkingen te hebben ten aanzien van het ontwerp-bestemmingsplan.

Waterschap:

Door het invullen van de digitale watertoets in het Waterschap Rijn en IJssel geïnformeerd over voorliggend bestemmingsplan.

Naar aanleiding van de toegezonden stukken heeft het Waterschap de volgende aandachtspunten meegegeven per mail d.d. 27 september 2012:

• langs de rand van het plangebied ligt een duiker van het waterschap. Op deze duiker mag niet gebouwd worden. 2,5 meter gemeten van het hard van de duiker moet vrij blijven.

reactie gemeente: het bestemmingsplan voorziet niet in een bebouwingsregeling op de gronden waar de duiker van het waterschap is gelegen. Aan de rand van het plangebied van onderhavig bestemmingsplan is de bestemming Groen opgenomen en kan niet worden gebouw. 

• Lozing van het overstortwater van de wadi op het IT-riool of op de duiker van het waterschap.

reactie gemeente: het overstortwater uit de wadi zal via het infiltratieriool op de bergingsvijver worden geloost.

• eventuele uitbreiding van de de bergingsvijver.

reactie gemeente: de wadi is zo gedimensioneer dat er geen uitbreiding van de bergingsvijver noodzakelijk is.

Het Waterschap Rijn en Ijssel heeft per brief d.d. 5 december 2012 aangeveven geen opmerkingen te hebben naar aanleiding van het ontwerp-bestemmingsplan.

Veiligheidsregio Ijsselland

in een reactie van de Veiligheidsregio IJsselland d.d. 5 september 2012 met kenmerk V12.001718DI E. kilian wordt het volgende afvies gegeven:

Reactie gemeente:

• De situatie voor wat betreft bluswater zal worden betrokken in het kader van de werkgroep spoor voor het gehele Deventer grondgebied. Deze situatie moet beoordeeld worden voor de gehele kern Bathmen en niet geïsoleerd beschouwd worden voor dit plan.
• Het voorbereiding hulpdiensten wordt voor kennisgeving aannemen in het kader van dit plan.
• De QRA van Royal Haskoning / DHV is aangepast. Deze is als bijlage in het bestemmingsplan opgenomen.
• De functie Bed & Breakfast is een beperkt kwetsbare bestemming en uitsluitend bedoeld voor de bedrijfswoning. Het gaat hier om een zeer beperkte toevoeging van mensen op een locatie. Gezien de geringe kansen op een zwaar ongeval en de goede ontvluchtmogelijkheden zien wij geen reden om deze functie niet toe te staan.
• Bouwkundige maatregelen aan gebouwen zullen in toekomstige plasbrandaandachtsgebieden verplicht worden gesteld via de omgevingsvergunning activiteit bouw. Deze spoorroute wordt niet als plasbrandaandachtsgebied aangewezen omdat er weinig vervoer van brandbare vloeistoffen plaatsvindt. Voor een BLEVE van een LPG ketelwagon hebben de maatregelen geen effect. De maatregel van afsluitbare ventilatie tegen giftig gas en de overige maatregelen kan niet in het bestemmingsplan als regel worden opgenomen. Ook de omgevingsvergunning activiteit bouw biedt die mogelijkheid niet. De gebruiker kan wel uit eigen initiatief een dergelijke maatregel treffen.
• Dit zal via de juiste kaders worden opgepakt.