direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Amstellaan e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P261-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

De reconstructie van de Amstellaan heeft raakvlakken met een groot aantal beleidsstukken en sommigen bepalen zelfs in belangrijke mate de gekozen oplossingsrichtingen. Op programmaniveau hebben de programma’s Openbare ruimte, Bereikbaarheid, Milieu, Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen en Herstructurering de meeste invloed op het project; de overige programma’s vrijwel niet.

3.4.1 Structuurplan Deventer 2025

Op 27 april 2004 is het Structuurplan Deventer 2025 vastgesteld door de gemeenteraad. Dit structuurplan heeft de procedure ex artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) doorlopen. Het structuurplan beschrijft hoe de gemeente Deventer zich de komende jaren zal ontwikkelen. Dit geldt zowel voor het buitengebied van de gemeente als voor het stedelijk gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P261-OH01_0007.jpg"

Structuurplan Deventer 2025: Structuurplankaart

Uit het structuurplan (zie bovenstaand kaartbeeld) blijkt dat de Amstellaan een belangrijke verkeersader is. Het infrastructurele netwerk van Deventer wordt verder verbeterd met de uitvoering van de nota Hoofdwegenstructuur, waaronder de Amstellaan als onderdeel van het Hanzetracé vanaf de rijksweg A1.

3.4.2 Integraal Programma van Eisen

De gemeente heeft voor het project Amstellaan een Integraal Programma van Eisen (IPvE) opgesteld. Het is opgesteld om een volledig beeld te krijgen van alle eisen en randvoorwaarden van belanghebbende partijen; het zorgt voor ‘legitimatie’ van het op te stellen ontwerp. Daarnaast zorgt het voor vergroting van het kennisniveau van (technische) randvoorwaarden en risico’s, waardoor de projectkosten nauwkeuriger kunnen worden bepaald.

In het IPvE is ook een samenvatting opgenomen van de voor het project relevante kaders en beleidsstukken. Deze komen in de volgende subparagrafen aan bod.

3.4.3 Stedenbouwkundig Programma van Eisen

Het stedenbouwkundig programma van eisen is gebaseerd op het Uitvoeringsplan Rivierenwijk uit 2005 en de diverse bijdragen van de 'Kopgroep', de bewonersvertegenwoordigers in de wijk. In 2011 wordt er, naast voorliggend Integraal Programma van Eisen Amstellaan, gewerkt aan een stedenbouwkundig Raamwerk voor de Rivierenwijk. Inzichten vanuit dit parallelproces hebben in een aantal gevallen geleid tot een aanscherping van de eisen.

Primair staat dat er 2 (sociaal) veilige wijkverbindingen dienen te komen tussen het oostelijke en westelijke deel van de Rivierenwijk. Deze kruisen de Amstellaan. Eén van de wijkverbindingen is gericht op langzaam verkeer, de ander is ook gericht op autoverkeer.

Om de sociale veiligheid en de leefbaarheid te garanderen is het wenselijk dat ter plekke van de wijkverbindingen, uitgevoerd als ongelijkvloerse kruisingen, begeleidende bebouwing wordt voorzien.

Aan de zuidzijde van de wijk ligt één van de verbindingen in het Venenplantsoen. Hier is, op de locatie van de geamoveerde woningen ten zuiden van de Maasstraat en ten oosten van de Amstellaan, een kindcentrum voorzien. Dit voornemen is echter onvoldoende concreet om in voorliggend bestemmingsplan op te nemen. Op dit moment liggen in en aan het gebied van het Venenplantsoen al een aantal andere publieke functies. De wijkverbinding aan deze zijde dient verbijzonderd te worden om ook als Kindlint te functioneren.

Beide wijkverbindingen sluiten op natuurlijke wijze aan op de bestaande wijk en de bestaande wijkinfrastructuur. Hoogteverschillen met de wijk en met het Venenplantsoen dienen zoveel mogelijk te worden vermeden.

De zichtrelatie tussen de Amstellaan en de Rivierenwijk dient zorgvuldig te worden vormgegeven. Enerzijds niet als twee gescheiden systemen, die zorgvuldig aan elkaars zicht zijn onttrokken, maar anderzijds ook niet op een wijze dat er visuele overlast van het verkeer ontstaat. De wijk presenteert haar identiteit richting de Amstellaan. In die zin wordt ook aangesloten op de visie zoals die ontwikkeld is in het concept voor de stadsassen, waarbij de Amstellaan onderdeel wordt van de lange stedelijke as die zich in noordelijke richting ontwikkelt als ‘ontspannen en lommerrijke laan’.

De infrastructuur is volgend op stad en landschap. Als resultaat daarvan is het ook wenselijk dat de kruising tussen Amstellaan en Snipperlingsdijk op gelijke hoogte gebracht wordt met het oostelijke deel van de dijk.

3.4.4 Stedenbouwkundig Raamwerk Rivierenwijk

De reconstructie van de Amstellaan kan niet los worden gezien van de herstructurering van de Rivierenwijk. Waar mogelijk dienen beiden elkaar te versterken, terwijl tegelijkertijd de wederzijdse afhankelijkheden zodanig georganiseerd moeten worden dat er geen vertraging en additionele complexiteit ontstaat.

Vanuit de contouren die het Raamwerk voor de herstructurering van de Rivierenwijk krijgt gelden daarbij op dit moment de volgende aandachtspunten voor het project Amstellaan:

  • Bij de noordelijke wijkverbinding, de Deltalaan/ Oude Bathmenseweg, dienen bebouwing, viaduct en geluidsmaatregelen zorgvuldig op elkaar afgestemd te zijn.
  • In de zone tussen noordelijke wijkverbinding en de Maasstraat houdt de bebouwing afstand tot de Amstellaan. Hier ontstaat, naast een landschappelijke opgave, de noodzaak tot overeenstemming tussen gemeente en corporatie over uitruil van grondgebied.
  • Bij de zuidelijke wijkverbinding, de langzaamverkeerverbinding door het Venenplantsoen, ontstaat de uitdaging tot een forse kwaliteitsslag te komen in het gebied, waardoor daar een bijzondere verblijfsplek ontstaat.
3.4.5 Herijking Nota hoofdwegenstructuur, 2007

In de Nota Hoofdwegenstructuur (HWS) uit 2001 en in de herijking van deze nota in 2007, is aangegeven welke aanpassingen van de infrastructuur noodzakelijk zijn zodat het Deventer wegennet de komende 10 tot 15 jaar zowel maatschappelijk als economisch effectief kan functioneren, waarbij de nadelige gevolgen voor de samenleving zoveel mogelijk worden beperkt. Binnen Deventer is hiertoe een beperkt aantal hoofdwegen aangewezen en één van die hoofdwegen is het Hanzetracé (van de Platvoet tot aan de Rijksweg A1). Het Hanzetracé wordt gezien als de belangrijkste hoofdweg voor een groot deel van Deventer; de ‘drager’ van de stad. Met name extern verkeer (verkeer met een herkomst of bestemming in Deventer) dat een relatie heeft met de A1, moet zo veel mogelijk via het Hanzetracé worden afgewikkeld. Doorgaand verkeer (vanuit en naar de richting Raalte) wordt zoveel mogelijk via de nieuwe N348 geleid.

In relatie tot de andere beleidsdocumenten uit dit hoofdstuk is al bekend dat de aanleg van een optimaal functionerend Hanzetracé voorwaardenscheppend is voor de mogelijkheid tot het nemen van andere maatregelen in de stad. Ook is bekend dat het Hanzetracé een latente vraag kent (er wil in piekperioden wel meer verkeer over, maar door beperkingen in de verkeersafwikkeling kiest verkeer nu andere routes). Deze elementen maken de Amstellaan hét centrale wegvak in het Hanzetracé. Dit vertaalt zich in hoofdlijnen als volgt:

  • Hoogste prioriteit ligt bij de doorstroming op de Amstellaan als onderdeel van het belangrijke Hanzetracé.
  • Een volledige vormgeving van het Hanzetracé tussen (in ieder geval) de Rijksweg A1 en de Raalterweg met 2x2 rijstroken is noodzakelijk. Beperkingen liggen thans onder meer op de Amstellaan (in noordelijke en zuidelijke richting).
  • Inrichting en vormgeving van de zijwegen mag niet ten koste gaan van de doorstroming op het Hanzetracé.


Door alle gelijkvloerse aansluitingen op de Amstellaan (behalve met de Snipperlingsdijk) te laten vervallen wordt prioriteit gegeven aan de doorstroming van dit tracé.

3.4.6 Fietsbeleidsplan Gemeente Deventer 2010 - 2015

Deventer wil dat fietsen aantrekkelijk is voor iedereen: Voor inwoners en bezoekers. Voor verplaatsingen in de stad pak je liever de (elektrische) fiets dan de auto of de bus. Dat geldt voor woon-werk verkeer, voor zakelijk verkeer, om naar school te gaan, om te winkelen en om te recreëren. In het fietsbeleidsplan is het hoofd fietsroutenetwerk de rode draad voor de uitwerking van plannen en maatregelen.

Het hoofd fietsroutenetwerk vormt het geheel van de belangrijkste fietsverbindingen in het stedelijk gebied van Deventer en tussen de kernen in het buitengebied. De hoofd fietsverbindingen in het stedelijke gebied worden onderscheiden in sterroutes en dwarsverbindingen. De sterroutes vormen verbindingen vanuit de wijken naar een cluster van centrale voorzieningen. Dit cluster komt overeen met de binnenstad, met zijn combinatie van onder andere het NS-station, het nieuwe stadskantoor, de bibliotheek, winkels en grote scholengemeenschappen.

Voor de sterroutes streeft de gemeente naar non-stop verbindingen: het aantal plaatsen waar fietsers moeten stoppen, moet zo klein mogelijk gehouden worden. Tussen de stralen van het sternetwerk bevinden zich dwarsverbindingen. Deze vormen 3 ringen rond de binnenstad, aangevuld met verschillende verbindingen die om specifieke redenen van belang zijn, bijvoorbeeld voor het verbinden van woon- met werk- en schoollocaties. Voor dwarsverbindingen streeft de gemeente naar een hoge kwaliteit. Het fietsverkeer hierop moet vlot, comfortabel en veilig doorstromen.

De fietsroute 'As Binnenstad - Colmschate' is aangemerkt als sterroute. Deze route loopt via de Snipperlingsdijk en Holterweg parallel aan de spoorlijn in de richting van Bathmen. Bij de spoorwegovergang, op de kruising met de Spitdijk, eindigt de sterroute en gaat over in 2 hoofdfietsverbindingen: één route loopt door naar Bathmen en de andere route vervolgt langs de N344 richting Holten). Bij het ontwerp van de sterroute staat de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid centraal. De langzaam verkeersdeelnemers, fietsers en voetgangers, wordt daarom bescherming geboden bij een drukker bereden en breder wordend kruispunt. De fietsverbinding moet veilig, snel en comfortabel zijn.

De fietsverbinding langs de westzijde van de Amstellaan en het fietspad langs de nieuwe oostelijke wijkontsluitingsweg zijn dwarsverbindingen.

3.4.7 Groenbeleidsplan 'Deventer groen van betekenis' 2007 - 2017

Het groenbeleidsplan geeft een samenhangende visie op ontwikkeling, inrichting en beheer (en onderhoud) van het groen in en om de stad Deventer. Tevens zijn hierin de hoofddoelstellingen voor het groenbeleid in Deventer tot 2017 geformuleerd.

Specifiek worden het groen in het Venenplantsoen en langs de stedelijke verkeersradialen, zoals de Amstellaan, als belangrijke pijlers genoemd. Daarnaast is water, zoals de vijvers in het Venenplantsoen, een belangrijke pijler.

3.4.8 Bomenbeleidsplan 2007 - 2017

Het speerpunt van het bomenbeleid is het inzetten op een duurzame bomenstructuur. Dit door het uitvoeren van kwaliteitsbeheer van de bestaande bomenstructuur en het inrichten van optimale groeiplaatsen voor nieuwe bomenstructuren. De juiste boom op de juiste plaats is hierbij van groot belang. Voor het in stand houden van de karakteristieke lanen wordt laanboomverjonging toegepast.

De ruimtelijke kwaliteiten van de bomenstructuur zijn in het groenbeleidsplan op hoofdlijnen aangegeven. In het bomenbeleidsplan is deze ruimtelijke ambitie concreet uitgewerkt en toegespitst op bomen in de hoofdstructuur, woon- en werkgebieden, op bijzondere plaatsen in de stad en in het buitengebied.

Het tweede belangrijke speerpunt van het bomenbeleid is het behouden, beschermen en zorgvuldig beheren van Monumentale bomen. Zowel gemeentelijke als particuliere bomen zijn geïnventariseerd en vastgelegd op de lijst Bijzonder Beschermwaardige Bomen.

In het noorden van het plangebied is een grote bomengroep aan weerszijden van de Amstellaan aanwezig. Onderdeel van de bomengroep is een singel van ongeveer 20 eiken. Deze hebben de monumentale status en moeten zo veel mogelijk worden behouden. Vanuit het aspect van beeldkwaliteit wordt daar vanuit het project ook veel waarde aan gehecht. Het ontwerp voor de Amstellaan maakt de inpassing van de meeste monumentale bomen mogelijk.


Voor alle beschermingswaardige bomen in het plangebied is een verplantbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Van de in totaal 262 bomen blijken er ongeveer 100 verplantbaar. De te verplanten bomen worden tijdelijk in een 'bomenbank' geplaatst, van waaruit ze later in het plangebied of elders in de stad worden teruggeplaatst.

Verspreid over het plangebied staan nog diverse bomen uit de categorie behoudenswaardige bomen. Alleen als er een noodzaak bestaat deze te kappen wordt dit gedaan.

De conclusie is dat de meeste monumentale bomen in de directe omgeving van het project kunnen worden behouden. Een groot deel van de beschermingswaardige bomen zal binnen de projectgrenzen worden teruggebracht. Behoudenswaardige bomen worden gekapt als daartoe een noodzaak bestaat.

3.4.9 Uitvoeringskader Openbare Verlichting

Het Uitvoeringskader Openbare verlichting geeft eisen en randvoorwaarden voor de toepassing van openbare verlichting, zoals die wordt toegepast bij de reconstructie van de Amstellaan. Openbare verlichting draagt bij aan het bevorderen van de sociale - en de verkeersveiligheid, aan een goede leefomgeving en aan het managen van de risicoaansprakelijkheid van de gemeente. Het biedt handvatten die leiden tot een kwalitatief goede, energiezuinige verlichting tegen zo laag mogelijke exploitatiekosten voor nu en in de toekomst.

Specifiek geldt voor de Amstellaan dat zowel bij de 'As Binnenstad - Colmschate' als op het overige deel van het Hanzetracé hetzelfde type verlichtingsmast wordt gebruikt.