direct naar inhoud van 3.4 Milieu-aspecten
Plan: Biesterveldsweg 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P236-VG01

3.4 Milieu-aspecten

Ten behoeve van de bestemmingsplanherziening is het plan op de volgende aspecten beoordeeld:

  • bedrijven en milieuzonering;
  • geluid;
  • bodemkwaliteit;
  • luchtkwaliteit;
  • externe veiligheid;
  • ecologie;

Hieronder zal per aspect de uitkomst van de beoordeling worden weergegeven.

3.4.1 Bedrijven en milieuzonering

In relatie met vergunde rechten van omliggende veehouderijen moet, ingevolge artikel 14, lid 2, sub c, van de Wet geurhinder en veehouderij, voor de nieuwe woning een afstand van 50 m in acht genomen worden ten opzichte van bestaande agrarische bedrijven van derden. Binnen 50 m van het plangebied bevinden zich geen agrarische bedrijven. De nieuwe woning vormt vanuit de optiek van de Wet geurhinder en veehouderij dus geen belemmering voor vergunde rechten van omliggende veehouderijen.

Op het naastgelegen perceel Biesterveldsweg 5 is een bedrijf gevestigd met een milieuvergunning voor een pluimveeslachterij en een varkenshouderij. (Voor de varkenshouderij wordt verwezen naar de eerste alinea.) De pluimveeslachterijactiviteit wordt op dit moment niet meer actief uitgevoerd. De huidige bedrijfsactiviteiten betreffen import en export gericht op pluimvee diepvries- en verse producten. Het team Vergunningen heeft gepland de vergunning hier op aan te passen. Volgens de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering geldt voor zowel een pluimveeslachterij als een vleeswaren- en vleesconservenfabriek, een richtafstand van 100 m, ingegeven door het aspect geur en geluid. De nieuwe Rood voor Rood woning wordt het meest dichtbijgelegen kwetsbaar object ten opzichte van het bedrijf gevestigd op Biesterveldsweg 5. Het bouwvlak voor de nieuwe woning is zo gepositioneerd dat deze buiten de 100 m richtafstand komt te liggen.

3.4.2 Geluid

De locatie ligt in de geluidzone van de Biesterveldsweg en de N348 (art. 74 Wgh). De nieuwe woonbestemming moet daarom getoetst worden aan de Wet geluidhinder (art 76 Wgh). De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB, de maximale grenswaarde bedraagt 53 dB (art. 83 Wgh).

Biesterveldseweg - Op grond van de Verkeersmilieukaart 2020 is vastgesteld dat de geluidbelasting als gevolg van de Biesterveldsweg de voorkeursgrenswaarde niet zal overschrijden (incl. 5 dB aftrek op grond van artikel 110g Besluit geluidhinder).

N348 (deventer-Raalte) - Op grond van de Verkeersmilieukaart 2020 is vastgesteld dat de geluidbelasting als gevolg van de N348 tussen de 48 en 53 dB zal bedragen (incl. 2 dB aftrek op grond van artikel 110g Besluit geluidhinder).

De voorkeursgrenswaarde wordt mogelijk overschreden door het verkeer op de N348. Dit betekent dat de initiatiefnemer een akoestisch onderzoek moet instellen om te beoordelen of een hogere grenswaarde procedure noodzakelijk is.

Aanvullend akoestisch onderzoek

Op 10 februari 2010 is ten behoeve van de bestemmingsplanherziening een akoestisch onderzoek uitgevoerd door Ingenieursbedrijf Aveco de Bondt. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de maximale gevelbelasting 48 dB Lden zal bedragen in het maatgevende jaar 2020. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder.

Voor de nieuwe woonbestemming is er op grond van de Wet geluidhinder geen belemmering aanwezig.

Geluidsbelasting vanwege de Biesterveldsweg:
afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P236-VG01_0004.png"

Geluidsbelasting vanwege de N348:
afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P236-VG01_0005.png"

3.4.3 Bodem

Op basis van het historisch bodembestand blijkt dat op of direct naast het huidige erf geen voor bodemverontreiniging verdachte activiteiten zijn uitgevoerd. Dit betekent dat de locatie onverdacht is voor bodemverontreiniging. Zover bekend is deze locatie nog nooit milieukundig onderzocht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P236-VG01_0006.png"

Ter plaatse van de bestemmingplan wijziging (erf; locatie extra woning), is geen bodemonderzoek uitgevoerd. Aangezien deze locatie onverdacht is ten aanzien van bodemverontreiniging, is ten behoeve van de ruimtelijke procedure op basis van de handreiking van de provincie Overijssel een bodemonderzoek niet noodzakelijk.

Ter plaatse van de toekomstige woning is sprake van de voortdurende aanwezigheid (>2 uur) van mensen. Daarom zal ten tijde van de bouwaanvraag een bodemonderzoek conform de NEN 5740 (met een vooronderzoek conform de NEN 5725) moeten worden uitgevoerd.

3.4.4 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de wijzigingswet van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) werktitel 'Wet luchtkwaliteit' (Stb. 2007, 414), in werking getreden (Stb. 2007, 434). Deze wet vervangt het 'Besluit luchtkwaliteit 2005'. De grenswaarden voor lucht zijn niet gewijzigd, wel het moment wanneer getoetst moet worden aan deze normen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Volgens de Regeling en het Besluit niet in betekenende mate is vastgesteld dat woningbouwplannen voor minder dan 500 woningen 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Om vanuit een goede ruimtelijke ordening toch iets te kunnen zeggen over de mate van blootstelling aan luchtverontreinigingen, is de lokale situatie beoordeeld in de verkeersmilieukaart. Op basis van de verkeersmilieukaart blijkt dat ter plaatse van het plangebied ruimschoots aan de normstelling voor luchtkwaliteit wordt voldaan en dat deze enkele woning geen overschrijding zal veroorzaken. Op grond hiervan vindt de gemeente Deventer het niet noodzakelijk dat de initiatiefnemer een luchtkwaliteitsonderzoek laat uitvoeren.

3.4.5 Externe veiligheid

De op te richten woning ligt op ongeveer 90 meter van de N348, een aangewezen route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij de aanwijzing van de route in 2006 is het groepsrisico berekend. Ter hoogte van de woonwijken van Deventer blijkt het groepsrisico zeer laag te zijn. Het groepsrisico is daar berekend op 0,1 maal de oriënterende waarde. Op de onderhavige locatie in het buitengebied  met een lage bebouwingsdichtheid ligt het groepsrisico duurzaam laag.

Wat betreft bereikbaarheid voor de hulpdiensten en vluchtmogelijkheden bij een calamiteit is de Biesterveldsweg ontsloten via de rotonde van de kruising N348 en de Spanjaardsdijk. Ook kan haaks van de risicobron af worden gevlucht via de Waterdijk naar de Raalterweg. Deze route kan ook dienen als alternatief voor de hulpdiensten.

De bluswatervoorziening in het buitengebied is niet te vergelijken met de bebouwde kom. Dit is ondervangen doordat in het buitengebied met twee hulpvoertuigen wordt uitgerukt. Een van die voertuigen is voorzien van een losse pomp en slangen zodat tot 250 meter water vanaf een brandkraan, open water of een geboorde put gehaald kan worden. De wagen beschikt over een kaart met alle mogelijkheden. De wateropbrengsten van de voorzieningen worden regelmatig getest.  De suboptimale watervoorziening in het buitengebied is een geaccepteerd risico.

Voor wat betreft het aspect externe veiligheid is er geen belemmering voor dit plan.   

3.4.6 Ecologie

Algemeen
Vanuit het oogpunt van natuurwetgeving is een aantal wettelijke regelingen relevant in het kader van dit bestemmingsplan. Het gebied is niet gelegen binnen de begrenzing van een Speciale Beschermingszone in het kader van de Vogel- en /of Habitatrichtlijn. Ook is het plangebied niet gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur of een beschermd natuurmonument (Natuurbeschermingswet). Net buiten het plangebied is aan de noordzijde de Zandwetering gelegen.

Van toepassing is wel de sinds 1 april 2002 van kracht zijnde Flora- en faunawet. Deze wet voorziet in de bescherming van planten en dieren in heel Nederland. Onbekend is welke beschermde dier- en plantensoorten momenteel voorkomen in het plangebied. Gezien de grote hoeveelheid bebouwing in het plangebied zullen de natuurwaarden beperkt zijn. Uitzondering hierop vormen mogelijk de aanwezigheid van vleermuizen en de dier- en plantensoorten die voorkomen in groene deelgebieden.

Het perceel ligt op ca. 170 meter van de EHS (zeer kwetsbare bestaande natuur). De effecten op de EHS dienen te worden onderzocht. In de directe omgeving van het plangebied zijn waarnemingen van diverse strikt beschermde vleermuizen, eekhoorn en steenmarter bekend. Daarnaast is het mogelijk dat vogels met een jaarrond beschermde nestplaats (bijvoorbeeld uilen en Huismus) aanwezig zijn in de te slopen bebouwing.

Voor het slopen van de oude bebouwing is het noodzakelijk een quickscan natuurtoets te laten uitvoeren naar potentiële verblijfplaatsen van strikt beschermde vleermuizen, steenmarter en vogels. 

Quickscan
In januari 2010 is door 'AD.ECO ecologisch onderzoek- en adviesbureau' een aanvullend 'advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet' opgesteld. Op 19 januari 2010 is ten behoeve van dit advies een veldbezoek uitgevoerd. Uit het veldbezoek blijkt dat er geen zwaar beschermde soorten aanwezig of te verwachten zijn. Uit de quickscan blijkt dat wat ecologie betreft er geen bezwaren zijn tegen de sloop van de schuren.