direct naar inhoud van 6.5 Passende beoordeling
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

6.5 Passende beoordeling

Het plangebied ligt binnen de grenzen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. De voorgenomen ontwikkelingen hebben effect op de aanwezige natuurwaarden in het plangebied. Doordat op voorhand significante effecten niet uit te sluiten zijn wordt, conform artikel 19j van de Natuurbeschermingswet, een Passende Beoordeling uitgevoerd. Het Inrichtingsplan vormt het uitgangspunt voor de Passende Beoordeling. De voorgenomen ontwikkelingen hebben gevolgen voor de aanwezige natuur. Het doel van de Passende Beoordeling is de toetsing van de voorgenomen ontwikkeling aan de beschermingskaders van de Natuurbeschermingswet.

Conform de Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet (LNV, 2005) dient vastgesteld te worden of, en zo ja, onder welke voorwaarden een menselijke activiteit in en rondom een Natura 2000-gebied kan worden toegelaten. De uitgevoerde toets geeft in dit kader concreet inzicht in de te verwachten effecten op de instandhoudingsdoelen (habitats en soorten) van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel en de significantie van deze effecten.

Naast de toets op de Natuurbeschermingswet vindt er een toetsing plaats aan de Flora- en faunawet, beschermingsregime van de Ecologische Hoofdstructuur en de Boswet . De resultaten van deze beoordelingen zijn verwoord in het rapport Ruimte voor de Rivier Deventer, Toetsing aan de Natuurwetgeving Toetsing van de voorgenomen herinrichting van de uiterwaarden nabij Deventer aan de Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet, EHS en Boswet (Oranjewoud, projectnr. 189643, versie 20, november 2010).

Conclusie Passende Beoordeling

De gemeente Deventer dient een passende beoordeling te maken voor het bestemmingsplan. In de Natuurbeschermingswet is namelijk vastgelegd dat voor plannen die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, een passende beoordeling moet worden opgesteld. Dat moet gebeuren door het bestuursorgaan alvorens het (bestemmings)plan vast te stellen (art 19j, tweede lid). Er is een duidelijke koppeling met het plan-MER (art. 19j, derde lid). Deze plantoets is opgenomen in het rapport Ruimte voor de Rivier Deventer, Toetsing aan de Natuurwetgeving (Oranjewoud, projectnr. 189643, versie 20, november 2010).

In het genoemde rapport wordt geconcludeerd dat door de voorgenomen ingreep er geen sprake is van een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen waarvoor het Natura 2000-gebied 'Uiterwaarden IJssel' is aangewezen. Voor het verrichten van inrichtingswerkzaamheden, met de daarbij behorende tijdelijke negatieve effecten en de realisatie van de Natuurderij, waarbij nog steeds sprake is van een ammoniakemissie, kan een vergunning aangevraagd worden bij het bevoegd gezag: de provincie Overijssel en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. De vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet is in november 2010 afgegeven. De in het rapport voorgestelde mitigerende en emissiebeperkende maatregelen zijn als voorschriften aan de vergunning verbonden. Voor nader inzicht in de Passende Beoordeling wordt verwezen naar het genoemde rapport.

Conclusie Flora- en faunawet

Er is voor een aantal beschermde soorten ontheffing aangevraagd te worden ex art. 75 van de Flora en faunawet. Deze is in november 2010 verleend. In de ontheffingsaanvraag is aangegeven welke mitigerende maatregelen genomen worden om negatieve effecten te voorkomen of te beperken:

  • werkzaamheden buiten de voortplantingsperiode uitvoeren;
  • sloten uitbaggeren of droogzetten en soorten vangen;
  • wegvangen met netten en verplaatsen naar geschikt biotoop;
  • fasering werkzaamheden aan het leefgebied van de grote modderkruiper om effecten op de populatie te voorkomen.

Voor een nadere omschrijving hiervan wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het genoemde rapport.

Conclusie EHS

Er zijn geen significant negatieve effecten op de EHS. Voor de realisatie van de Natuurderij is wel een herbegrenzing noodzakelijk. Hiervoor is geen vergunning nodig. De voorgenomen ingreep heeft een positief effect op de wezenlijke kenmerken van de EHS door de ontwikkeling van riviergebonden natuur.

Conclusie Boswet

Doordat de kap plaatsvindt voor het uitvoeren van een werk volgens het bestemmingplan is een melding in het kader van de Boswet wettelijk gezien niet noodzakelijk.