direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  • b. behoud van aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden, waardevolle boombeplanting, aardkundige en cultuurhistorische waarden;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. waterlopen en waterpartijen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding ;
  • e. extensieve dagrecreatie;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'muziektheater' is een muziektheater toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • g. straatmeubilair ten dienste van de bestemming, als zitbankjes, prullenbakken, e.d.;
  • h. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, ontsluitingsvoorzieningen, e.d..
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
      • de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
      • de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m² mag bedragen.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'muziektheater' mag een podium wordt gebouwd, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte van het podium niet meer mag bedragen dan 35 m²;
      • de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m;
      • de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6,5 m;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van een speelvoorziening mag niet meer dan 15 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een speelvoorziening mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Ontheffingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 en toestaan dat een gebouw wordt gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:

  • a. de oppervlakte niet meer dan 15 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt.
5.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in lid 5.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid.
5.4 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend 'parkeren', tenzij het in de regels nadrukkelijk is toegestaan.