direct naar inhoud van Artikel 11 Water
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rivieren, plassen, watergangen, oeverstroken, alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • b. voor de aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering, alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-verkeer te water': is verkeer te water met daarbij behorende voorzieningen toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-voetveer' is een voetveer met inbegrip van aanlegplaatsen toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-trekveer' is een trekveer met bijbehorende voorzieningen toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'passantenhaven' is een passantenhaven voor maximaal 8 pleziervaartuigen toegestaan met bijbehorende voorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' is een ligplaats voor maximaal 5 boten toegestaan, met een maximale breedte van 2 m en een maximale lengte van 6 m per boot;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen, duikers, taluds, beschoeiingen, kaden, e.d.;
  • i. oevers en groenvoorzieningen;
  • j. voet- en fietspaden.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de tot 'Water' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte ten behoeve van scheepvaarttekens bedraagt maximaal 15 m;
  • e. in tegenstelling tot het bepaalde in lid 11.2.2 onder a t/m d mag ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' niet gebouwd worden.
11.3 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het aanbrengen, verbouwen en behouden van opgaande beplanting en gewassen van hoger dan 0,30 meter;
  • b. het ophogen van gronden.
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
11.4.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.

11.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in lid 11.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits vooraf een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder is verkregen.