direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied Deventer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D125-VG02

2.5 Gemeentelijk beleid

In deze paragraaf zijn de voor dit bestemmingsplan relevante beleidsstukken kort weergegeven. Het betreft:

  • Structuurplan Deventer 2025;
  • Toekomstvisie 2030;
  • Welstandnota gemeente Deventer 2004;
  • Erfgoedverordening 2010;
  • Actieplan platteland 2009-2010;
  • LOG-visies;
  • Partiële herziening IV;
  • Waterplan Deventer;
  • Visie duurzaam Deventer;
  • Groenbeleidsplan 'Groen van betekenis' (2007);
  • Bomenbeleidsplan 2007-2017;
  • Ontwikkelingen Deventer Noordoost.

Naast deze beleidsstukken, die voor een belangrijk deel betrekking hebben op het Buitengebied van Deventer, is bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied rekening gehouden met divers sectoraal beleid. Dit zijn onder andere Beleidsnota Beroep en bedrijf aan huis (2007), Horecabeleid 'Ruimte voor kwaliteit', Structuurvisie Detailhandel (2010) en de kampeernota 'Kamperen en overnachten in het buitengebied van Deventer' van 2004. Bepaalde gemeentelijke beleidsstukken die ingaan op één specifiek beleidsthema (zoals de gemeentelijke regeling ten aanzien van Vrijkomende Agrarische Bebouwing, Rood voor Rood of externe veiligheid), staan beschreven in de nadere uitwerking (zie hoofdstuk 4).

Structuurplan Deventer 2025 (2004)

In het structuurplan Deventer 2025 (april 2004) zijn de toekomstige ruimtelijke opgaven voor Deventer en de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld gebracht. Deventer wil ruimte bieden aan voldoende en kwalitatief goede woningen in de nieuwbouw en het bevorderen van de aantrekkelijkheid en gevarieerdheid van de bestaande wijken.

In Deventer Stad is stedelijke herstructurering, zowel voor wonen als werken (kantoren en overige bedrijvigheid), één van de belangrijkste opgaven, samen met de ontwikkeling van de verschillende inbreidingslocaties. Inbreiding en stedelijke herstructurering worden zoveel mogelijk gekoppeld aan het versterken van de stedelijke groen- en waterstructuur en het verbeteren van de openbare ruimte.

Daarnaast is het streven de stedelijke groenstructuur te versterken en te laten aansluiten op de structuur van het landelijk gebied. Om aansluiting te vinden en te houden met het omringende landschap wordt ingezet op het realiseren en versterken van zogenaamde 'groene vingers'. Als tegenhangers van de 'rode vingers', reiken de groene vingers vanuit het omringende landschap tot diep in de stad. Op deze wijze wordt het landschap als het ware de stad ingetrokken.

Toekomstvisie 2030

Met de Toekomstvisie Deventer 2030 heeft de Deventer samenleving een wensbeeld voor de toekomst geformuleerd en geeft zij een richting aan waarin Deventer zich op de (middel)lange termijn zou moeten ontwikkelen. Puttend uit dit wensbeeld, zijn in de Strategische Toekomstagenda de verschillende onderdelen van het wensbeeld gerangschikt naar beleidsthema's en vertaald naar bouwstenen voor politieke en bestuurlijke afwegingen die de komende periode gemaakt kunnen worden. De Toekomstvisie Deventer 2030 is een richtinggevend document dat inspiratie moet geven voor het aanpakken van kansen en uitdagingen voor de toekomst van Deventer.

De Toekomstvisie Deventer 2030 hanteert als indeling de zes kernkwaliteiten van Deventer zoals die zijn vastgesteld in de 2e werkconferentie in het kader van de Toekomstvisie op 7 maart 2009:

  • Ligging aan de IJssel;
  • Het Groene Platteland;
  • Stad met Historie;
  • Culturele Vrijstad;
  • Ondernemerschap & Vakmanschap;
  • Mensen in Verbinding.

In het wensbeeld van Het Groene Platteland voor 2030 hebben stad en platteland elkaar weer gevonden in de wederzijdse afhankelijkheid. Het is volkomen vanzelfsprekend dat voedsel en grondstoffen weer meer uit de directe omgeving afkomstig zijn. De stad heeft het platteland verrijkt met kennis van instituten als Saxion en het Kunstenlab. Maar het platteland heeft Deventer verrijkt met zijn sociale, culturele en landschappelijke waarden.

Welstandsnota gemeente Deventer (2004)

De herziening van de Woningwet, die op 1 januari 2003 in werking is getreden, heeft onder meer als doel het inzichtelijk maken van de beoordeling van de aanvragen voor bouwplannen door de welstandscommissie. Sinds 1 juli 2004 is het niet meer mogelijk, zonder vooraf bekend gemaakte criteria, welstandseisen aan bouwplannen te stellen. De gemeente Deventer heeft deze criteria vastgelegd in de Welstandsnota gemeente Deventer. De nota is een beheers- en verbeteringsinstrument voor de uiterlijke verschijningsvorm in bestaande gebieden. Er is onderscheid in vier soorten criteria: de algemene welstandscriteria, de gebiedscriteria, de criteria voor bepaalde typen bouwwerken en de objectcriteria. Hoe er naar de plannen gekeken wordt hangt af van de waarde die aan het gebied, gebouw of object wordt gehecht. De gemeente hanteert hierin een viertal niveaus, namelijk:

  • niveau 1, bijzondere toetsing: de gemeente wil de bijzondere kwaliteiten van het gebied behouden en/of verbeteren, ofwel een gebied met een bijzondere kwaliteit realiseren;
  • niveau 2, reguliere toetsing: deze toetsing beoogt handhaving en continuering van de huidige kwaliteit van het gebied;
  • niveau 3, soepele toetsing: deze toetsing beoogt de basiskwaliteit van het gebied te behouden;
  • niveau 4, welstandsvrij: er worden geen eisen gesteld.

Momenteel is een nieuwe welstandsnota in voorbereiding. Bij het opstellen van de nieuwe welstandsnota worden de regels van de welstandsnota en het bestemmingsplan op elkaar afgestemd.

Erfgoedverordening 2010

De Erfgoedverordening 2010 gemeente Deventer vervangt de Monumentenverordening 1990. In de Erfgoedverordening is onder andere opgenomen welke bepalingen ten aanzien van het erfgoed van Deventer in de bestemmingsplannen opgenomen moeten worden. De verordening geeft bepalingen aan voor de onderwerpen; archeologisch erfgoed, beschermde stads- en dorpsgezichten en monumenten.

De gemeentelijke Erfgoedverordening regelt ook de wijze waarop objecten en terreinen op de monumentenlijst geplaatst worden en de wijze waarop een vergunning moet worden aangevraagd en verleend.

Actieplan Platteland 2009-2010 (januari 2009)

De gemeenteraad van Deventer heeft in 2006 de uitgangspunten en doelstellingen voor het plattelandsbeleid vastgesteld. Deze zijn ook voor het Actieplan Platteland 2009-2010 richtinggevend. Uitgangspunt: de basis voor de inzet van de gemeente Deventer vormen de kennis van en initiatieven voor de plattelandsontwikkeling van bewoners, ondernemers en organisaties.

De gemeente wil initiatieven van onderop stimuleren, faciliteren en honoreren, rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid die de gemeente als openbaar bestuur daarin heeft.

Doelstellingen:

  • behoud van de landbouw als belangrijke sociale en economische drager van het platteland door het faciliteren van toekomstgerichte landbouw waar dat ruimtelijk kan;
  • stimuleren van 'nieuw ondernemerschap' en nieuwe economische dragers voor het platteland: ondersteuning van verbrede agrarische bedrijfsvoering, versterking van de recreatie op het Deventer platteland als onderdeel van Salland; ontwikkeling van Salland als toeristisch 'A-merk';
  • behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het platteland: landschap, natuur, cultuurhistorie, milieu, ecologie en water;
  • behoud en versterking van de leefbaarheid van de dorpen en buurtschappen.

De beleidsaccenten voor 2009-2010 bestaan uit beheer en ontwikkeling van het landschap (uitvoering LOP, groene diensten), duurzaam platteland, relatie stad en land, economische en sociale vitaliteit, voorzieningenclusters en verdere ontkokering van beleidsvorming, beleidsuitvoering en toezicht. Het Actieplan Platteland 2009-2010 bevat concrete projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van het platteland in de gemeente Deventer.

LOG-visies

In het Reconstructieplan Salland-Twente zijn 26 Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) aangewezen, waarvan 4 in de gemeente Deventer, te weten Bathmen, Loo, Pieriksmars en Lettele. Voor LOG Lettele is een aparte visie opgesteld en voor Loo, Bathmen en Pieriksmars is een totaalvisie gemaakt. Door het opstellen van de ontwikkelvisies heeft de gemeente Deventer een instrument in handen om individuele aanvragen te toetsen, weten landbouwbedrijven waaraan hun aanvragen moeten voldoen en krijgen bewoners inzicht in de ontwikkelings(on)mogelijkheden in hun omgeving.

In de visie is een dusdanig kader gesteld voor de ontwikkeling van de intensieve veehouderij dat er geen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Op basis van vier factoren; milieuruimte, landschap, infrastructuur, visie van de gemeente en vertegenwoordigers uit de LOG's is de ontwikkelvisie opgesteld. De LOG-visies zijn in dit bestemmingsplan juridisch verankerd.

Partiële herziening IV (2007)

Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplannen Deventer; Partiële herziening intensieve veehouderij' is opgesteld binnen het kader van de totale herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied. Deze herziening van de vigerende bestemmingsplannen is vooruitlopend op de nieuwe bestemmingsplannen opgesteld voor de regeling van de intensieve veehouderij conform de mogelijkheden die het Reconstructieplan Salland-Twente biedt. Het Reconstructieplan Salland-Twente is op 15 september 2004 vastgesteld. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt de zonering voor de intensieve veehouderij. Het reconstructiegebied wordt opgedeeld in drie gebieden: het extensiveringsgebied waar de intensieve veehouderij wordt afgebouwd, het verwevingsgebied waar bestaande bedrijven beperkt mogen uitbreiden en het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) waar bestaande en nieuwe bedrijven de kans krijgen om te groeien. Via de Partiële herziening IV worden de mogelijkheden voor de intensieve veehouderij in de onderscheiden deelgebieden juridisch-planologisch vastgelegd. De partiële herziening IV is overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied.

Het Waterplan Deventer

Het Waterplan Deventer (10 januari 2007) beschrijft de doelen van de waterpartners (Waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, gemeente Deventer en het waterleidingbedrijf Vitens) in Deventer en de voorgenomen maatregelen. Hoofddoelstelling is het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem in de gemeente Deventer in samenhang met de ecologische, ruimtelijke en maatschappelijke omgeving en als bron voor een doelmatige waterketen dat duurzaam in de waterbehoefte van haar inwoners voorziet tegen de laagste maatschappelijke kosten. Het plangebied van het Waterplan beperkt zich tot de stadswateren van Deventer. Meer dan voorheen wordt afstemming gezocht met andere beleidsvelden.

Aan het waterplan is een uitvoeringsprogramma gekoppeld waarin de volgende thema's voorkomen: waterkwantiteit, waterkwaliteit, water in de (bebouwde) leefomgeving, (stedelijk) grondwater, afvalwater en afkoppelen, beheer en onderhoud en drinkwaterwinning. Bij het thema waterkwantiteit zijn ook landelijke wateropgaven opgenomen.

  • Creëren van waterberging van 20 ha in combinatie met natuurontwikkeling, met als zoekgebied de omgeving van de Dortherbeek en de Schipbeek.
  • Ontwikkelen van een visie op een beekdalbrede herinrichting van de Soestwetering en de Averlose Leide, afgestemd op de andere gebruiksfuncties (reconstructie) en waardering van het gebied.
  • Onderzoek naar het herprofileren van de Lettelerleide in het wandelgebied Oostermaat. Opstellen van een herinrichtingsplan van de Spildijkswatergang met natuurvriendelijke oevers en ter vergroting van het bergend vermogen, gecombineerd met het vergroten van de belevingswaarde door het aanleggen van een fietspad.
  • Uitvoeren van de maatregelen uit de inrichtingsvisie Dortherbeek.
  • Herinrichten van de Zandwetering vanaf Gooiermars tot en met Diepenveen volgens de Ontwikkelingsvisie en het Masterplan Zandwetering.

Visie duurzaam Deventer

In het Milieubeleidsplan 2003-2008 staat een integrale benadering van milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en wonen en verkeers- en vervoersbeleid centraal. Het plan is daarom gebaseerd op de drie pijlers van het gemeentelijke beleid, zoals vastgelegd in de Stadsvisie. Vanuit milieuperspectief zijn per pijler de volgende milieu-uitgangspunten opgesteld:

  • ruimtelijke ontwikkeling en milieu: behoud van bestaande milieukwaliteiten, verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  • economische ontwikkeling en milieu: een duurzame ontwikkeling en betrokkenheid en verantwoordelijkheid van ondernemers staat centraal;
  • maatschappelijke ontwikkeling en milieu: de betrokkenheid van de burger.

Ter voorbereiding op het nieuwe milieubeleid voor de periode 2009-2015 is de Visie Duurzaam Deventer in juni 2009 bestuurlijk vastgesteld. Deze visie bevat de kaders en beleidsrichtingen op hoofdlijnen voor het nieuwe milieuprogramma dat naar verwachting eind 2009 wordt vastgesteld. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een nieuwe aanpak van het milieubeleid. En om daadwerkelijk bij te dragen aan de kwaliteit en toekomstbestendigheid van het leefmilieu, zal Deventer zich ontwikkelen tot een vitale, duurzame en innovatieve gemeente. Het milieubeleid raakt de woon- en leefkwaliteit van inwoners en de economische basis van het bedrijfsleven. De gemeente heeft daarom drie speerpunten benoemd waarvoor extra inzet nodig is:

  • klimaat;
  • ecologie;
  • afval.

Het vraagstuk rond de klimaatverandering en de eindigheid van de fossiele energievoorraad raakt ons allemaal. De gemeentelijke ambitie is dat Deventer in 2030 klimaatneutraal is. De belangrijkste consequenties voor de komende jaren zijn als volgt:

  • bestaande woningen zijn in 2018 50% energiezuiniger;
  • gemeentelijke gebouwen zijn in 2015 50% energiezuiniger;
  • openbare verlichting en openbaar vervoer wordt CO2-neutraal;
  • fietsverkeer wordt gefaciliteerd;
  • bedrijven streven naar een 4% hogere energie-efficiëntie per jaar.

Vanuit ecologisch perspectief profiteert de mens van de natuurlijk omgeving met al zijn variaties. Het behouden en verbeteren van deze omgeving is een ambitie van de gemeente, waarvoor verschillende ecologieprojecten zijn ontwikkeld voor de komende jaren. Zo worden ecologische waarden in nieuwe en gewijzigde bestemmingsplannen gerespecteerd en eventueel gecompenseerd.

Veel afval dat vrijkomt is eigenlijk geen afval, maar grondstof voor nieuwe producten. In het nieuwe milieubeleid worden voorstellen gedaan om de hoeveelheid restafval terug te brengen en hergebruik van afvalstromen te bevorderen. Van bedrijven en organisaties wordt verwacht dat zij de wijze van produceren, hun producten en diensten meer en meer baseren op het Cradle to Cradle-principe. Voor zover van toepassing zullen ook gebiedsontwikkelingen volgens dit principe plaatsvinden.

Groenbeleidsplan 'Groen van betekenis' (2007)

Het Groenbeleidsplan (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken, is in het Groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

De groenvisie is: 'De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerpbewust beheren.'

De ambities uit het Groenbeleidsplan zijn:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor de toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • inspringen op nieuwe stedelijke ontwikkelingen.

In het voorliggende, overwegend beheersgerichte bestemmingsplan Buitengebied wordt de huidige situatie min of meer vastgelegd. De groenstructuur zal door vaststelling van dit bestemmingsplan niet wijzigen. De bestemming 'Groen' komt in dit bestemmingsplan niet voor. Het groen valt onder de bestemming 'Natuur'.

Bomenbeleidsplan 2007-2017

Het speerpunt van het bomenbeleid is het inzetten op een duurzame bomenstructuur. Dit door het uitvoeren van kwaliteitsbeheer van de bestaande bomenstructuur en het inrichten van optimale groeiplaatsen voor nieuwe bomenstructuren. De juiste boom op de juiste plaats is hierbij van groot belang. Voor het in stand houden van de karakteristieke lanen wordt laanboomverjonging toegepast.

De ruimtelijke kwaliteiten van de bomenstructuur zijn in het Groenbeleidsplan op hoofdlijnen aangegeven. In het Bomenbeleidsplan is deze ruimtelijke ambitie concreet uitgewerkt en toegespitst op bomen in de hoofdstructuur, woon- en werkgebieden, op bijzondere plaatsen in de stad en in het buitengebied.

Het tweede belangrijke speerpunt van het bomenbeleid is het behouden, beschermen en zorgvuldig beheren van bijzonder beschermwaardige en monumentale bomen. De bomen zijn vastgelegd op de lijst Bijzonder Beschermwaardige Bomen, deze lijst maakt deel uit van het Bomenbeleidsplan. Om particulieren te stimuleren monumentale bomen te behouden, stelt de gemeente hiervoor een subsidie beschikbaar.

In het plangebied staan 222 monumentale bomen. Structuurbomen zijn hierbij niet meegenomen. De bomen in het plangebied worden beschermd via het omgevingsvergunningstelsel uit de APV. Gemeentelijke monumentale bomen worden extra beschermd via de bestemming 'Beschermde groeiplaats' in het bestemmingsplan.

Ontwikkelingen Deventer Noordoost

De gemeente Deventer heeft in 2009 een ruimtelijke visie opgesteld voor Deventer Noordoost. Het gaat om een ruimtelijke verkenning voor het gebied ten noordoosten van Schalkhaar en de Vijfhoek voor de langere termijn. De visie bestaat uit 3 scenario's: Deventer Stedelijk, Sallands Landschappelijk en Innovatief Ruimtelijk. De scenario's bevatten kaarten met verschillende ontwikkelingsrichtingen. Aangezien eventuele verdere planvorming op de lange termijn zal plaatsvinden, is in het bestemmingsplan uitgegaan van de huidige situatie. Mogelijk zal in de komende planperiode van het bestemmingsplan wel gekeken worden naar nieuwe functies. Hiervoor zal een aparte procedure doorlopen worden.