direct naar inhoud van 3.2 Europees beleid
Plan: Bedrijvenpark A1, 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D124a-VG01

3.2 Europees beleid

3.2.1 Europese Kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn gaat ervan uit dat water geen gewone handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. Het hoofddoel van de richtlijn is daarop gebaseerd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Dit moet ertoe leiden dat de waterkwaliteit wordt gewaarborgd door middel van de volgende uitgangspunten:

  • aquatische ecosystemen en gebieden die rechtstreeks afhankelijk zijn van deze ecosystemen voor verdere achteruitgang behoeden;
  • verbetering van het aquatisch milieu bereiken, onder andere door een forse vermindering van lozingen en emissies;
  • duurzaam gebruik van water bevorderden op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn;
  • zorgen voor een aanzienlijke vermindering van de verontreiniging van grondwater.


De uitgangspunten uit de kaderrichtlijn zijn veelal vertaald in beleidsstukken van de waterschappen en of provincies. De relevante beleidsstukken met betrekking tot het onderwerp water zijn in paragraaf 5.2 beschreven.

3.2.2 Natura 2000 (Vogel- en Habitatrichtlijn)

Als uitvloeisel van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zijn zogenaamde Speciale Beschermingszones onderscheiden in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze gebieden vormen samen het Nederlandse deel van Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden. Ten westen van het plangebied ligt de Uiterwaarden IJssel dat is aangewezen als Natura 2000-gebied. Het betreft hier echter een gebied in ontwerp, dit houdt in dat de definitieve besluitvorming nog plaats dient te vinden.

De aanwijzing als Natura 2000-gebied heeft niet alleen gevolgen voor het aangewezen gebied, maar ook voor het omliggende gebied door de zogenaamde externe werking. Dit wil zeggen dat ontwikkeling of gebruik van gronden die buiten de Natura 2000 gebieden liggen van invloed kunnen zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van het beschermde gebied.

De aanwezigheid van een Natura 2000-gebied heeft geen consequenties voor het huidige gebruik. Bestaande activiteiten kunnen over het algemeen worden voortgezet. Nieuwe activiteiten, die significante negatieve gevolgen kunnen hebben, moeten vooraf grondig worden onderzocht op hun gevolgen in de vorm van een zogenaamde "passende beoordeling". Hoofdregel daarbij is dat als uit dit onderzoek naar de gevolgen van de nieuwe activiteit blijkt dat de natuurlijke kenmerken van het richtlijngebied worden aangetast, geen toestemming mag worden verleend, tenzij er geen ander alternatief is, er een dwingende reden van groot openbaar belang is en compenserende maatregelen worden getroffen. De Europese richtlijnen en de bescherming van de speciale beschermingszones zijn opgenomen in de Natuurbeschermingswet 1998, die sinds oktober 2005 van kracht is.

Voorliggend bestemmingsplan betreft het mogelijk maken van een nieuw bedrijventerrein. Vanwege de ligging nabij het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel is het van belang om inzichtelijk te maken of de gewenste ontwikkeling, gevolgen heeft op het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. In hoofdstuk 5.3 wordt hier overigens nader op ingegaan.