direct naar inhoud van 4.6 Aanleg, realisatie en beheer
Plan: Bedrijvenpark A1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D124-OH01

4.6 Aanleg, realisatie en beheer


Om tot het eindbeeld te komen, kan onderscheid gemaakt worden in de fasen van aanleg, realisatie en het beheer. De belangrijkste kenmerken van deze fasen zijn hierna beschreven.

Aanlegfase: bouwrijp maken
Het bouwrijp maken zal, onvoorziene omstandigheden daargelaten, plaatsvinden in twee fasen. Eerst zal het deel ten oosten van de Molbergsteeg bouwrijp worden gemaakt. De tweede fase is het bouwrijp maken van het deel ten westen van de Molbergsteeg. Het streven is om de aanleg van de tunnel onder het spoor (de oostelijke ontsluiting) vooruit te trekken en aan te leggen voordat met het bouwrijp maken van het oostelijk deel van het plangebied wordt gestart. Hierdoor kan het bouwverkeer via de oostelijke ontsluiting het plangebied bereiken. Mocht dit (planologisch) niet lukken, dan zal de aanleg van de tunnel plaatsvinden tegelijk met het bouwrijp maken van het oostelijk deel van het plangebied. Bekeken zal worden of en hoe het plangebied dan bereikbaar kan worden gemaakt vanaf Kloosterlanden. Daarvoor dient de brug over de Schipbeek versterkt te worden en kan gebruik worden gemaakt van de bestaande onderdoorgang onder de rijksweg A1 ten westen van het spoor. Ook voor het bouwrijp maken van het westelijk deel wordt in principe gebruik gemaakt van de oostelijke ontsluiting.

Het is de intentie om de aanleg van de westelijke ontsluiting en de verschuiving van de as van de Deventerweg tegelijkertijd te laten plaats vinden met het bouwrijp maken van het westelijk deel van het plangebied. Het aanleggen van de voor de waterhuishouding benodigde watergangen en retentiegebieden zijn onderdeel van het bouwrijp maken.

De grondwerkzaamheden en inrichting van de bufferzone zullen zo veel mogelijk plaatsvinden tegelijk met het bouwrijp maken van het oostelijk deel van het plangebied. Door de beplanting in een vroeg stadium aan te brengen wordt de visuele overlast zo veel mogelijk beperkt. Het aanbrengen van de dijken langs het stroomgebied van de Dortherbeek, het waar nodig verleggen van de beek, het graven van meanders binnen de dijken en het zo mogelijk verwijderen van de stuw zal plaatsvinden in het kader van het bouwrijp maken van het oostelijk deel van het plangebied.

Bij het bouwrijp maken zal gewerkt worden volgens het in de natuurtoets geformuleerde protocol. Dit houdt onder andere in dat werkzaamheden aan de beek alleen plaats mogen vinden in de maanden september en oktober en dat bomen niet gerooid mogen worden in het broedseizoen.

Het bouwrijp maken zal plaatsvinden met een gesloten grondbalans. In het westelijk deel van het plangebied zal er opgehoogd moeten worden om voldoende drooglegging te bereiken. Daarnaast is er grond nodig voor het aanleggen van de wal van de bufferzone. Er komt grond vrij bij het graven van de poelen voor de ecologische verbindingszone (model kamsalamander) en het aanleggen van de retentiegebieden rondom het bedrijventerrein en in de bufferzone. De overig benodigde grond komt vrij door het verlagen van het oostelijk deel van het terrein. Er wordt niet meer weggehaald in het oostelijk deel dan noodzakelijk. In verband met de fasering van het bouwrijp maken is een gronddepot voorzien net ten westen van de Molbergsteeg, waar grond, afkomstig van het oostelijk deel, opgeslagen kan worden totdat het in het westelijk deel verwerkt kan worden.

Realisatiefase: realisatie van bedrijven
Het tempo, waarmee het bedrijventerrein zal worden bebouwd, is lastig in te schatten. Gelet op het uitgiftetempo in Deventer, in economisch minder slechte tijden, mag op Bedrijvenpark A1 een afzet van circa 6,3 hectare per jaar verwacht worden. Niet uitgesloten wordt, dat in eerste instantie de omvang groter is, aangezien de afzet in Deventer de afgelopen jaren, onder andere als gevolg van het niet beschikbaar zijn van uitgeefbaar bedrijventerrein, vrijwel nihil is geweest (er is sprake van een inhaalslag). Tevens kan de afzet groter worden als zich één of meerdere bedrijven aandienen met een heel grote ruimtevraag.

De realisatie van de bedrijven zal zich afspelen op het bedrijventerrein, achter de dan al aangelegde en ingerichte bufferzone.

Beheerfase
Het streven is om de bufferzone als één geheel te beheren, bij voorkeur door een organisatie, die zich specifiek richt op landschappelijk en ecologisch beheer. Er zal daartoe een beheerplan worden gemaakt gericht op het instandhouden en verbeteren van de landschappelijke en ecologische kwaliteit van het gebied en het instandhouden van de waterhuishoudkundige functie.

Ten aanzien van het verkeer zullen bedrijven gestimuleerd worden zo veel mogelijk gebruik te maken van de oostelijke ontsluiting. In het hiervoor genoemde addendum is afgesproken, dat indien na verloop van tijd blijkt, dat meer dan 30% van het verkeer gebruik maakt van de westelijke ontsluiting, de gemeenten Deventer en Lochem met elkaar zullen overleggen over de te nemen maatregelen.

Op het bedrijventerrein zal een organisatie voor parkmanagement worden opgezet. Een dergelijke organisatie kan tot taak krijgen het beheer van het (openbare) groen op het bedrijventerrein, de zorg voor bewaking, beveiliging en bewegwijzering. Bedrijven worden in de uitgiftevoorwaarden verplicht dit dienstenpakket af te nemen. Tevens kan een dergelijke organisatie een signalerende functie hebben ten aanzien van bijvoorbeeld parkeren op de openbare weg en activiteiten in strijd met welstandseisen. Handhaving dient te geschieden door de daartoe geëigende overheidsorganisaties. Naast een hiervoor geformuleerd minimumpakket kan de parkmanagement-organisatie haar dienstenpakket uitbreiden met bijvoorbeeld aanvullend vervoer, verwerking van afval, inkoop van energie, servicecontracten en dergelijke. Bedrijven zijn vrij om dergelijke diensten wel of niet af te nemen.

Flexibiliteit en fasering
Voor wat betreft de fasering geldt dat het westelijk deel van het plangebied pas bouwrijp wordt gemaakt zodra het oostelijk deel nagenoeg is uitgegeven. Niet uitgesloten kan worden dat als gevolg van de grondposities de beoogde fasering wijzigingen ondergaat.

In dit bestemmingsplan krijgt de kantorendriehoek de bestemming "kantoor". Het is hier dan tevens mogelijk om een hotel of conferentieoord te ontwikkelen. Indien het niet lukt om deze locatie binnen een redelijk termijn met deze bestemming af te zetten, zal middels een bestemmingsplanwijziging de bestemming "bedrijven" mogelijk worden gemaakt.