direct naar inhoud van 7.4 Resultaten vooroverleg
Plan: Hoornwerk 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D120-OH01

7.4 Resultaten vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken Waterschappen en diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Naast het wettelijk verplichte vooroverleg is het voorontwerpbestemmingsplan ook naar overige instanties gestuurd die een belang kunnen hebben in of bij het nieuwe bestemmingsplan.

In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp bestemmingsplan daarom gestuurd naar de volgende instanties:

  • Vrom Inspectie Oost;
  • Waterschap Groot Salland;
  • PTT Telecom Netwerkdiensten;
  • N.V. Nederlandse Gasunie;
  • Vitens Overijssel;
  • Waterschap Groot Salland;
  • Pro Rail;
  • NV Nederlandse Spoorwegen;
  • Brandweer en Hulpverleningsdienst;
  • Vrouwen adviescommissie voor de woningbouw;
  • KPN OAS VM&B;
  • VROM;
  • Het Oversticht;
  • Brandweer Regio IJssel Vecht (Veiligheidsregio IJsselland).

Van PTT Telecom Netwerkdiensten is geen reactie ontvangen op het plan. Van ProRail, Vitens Overijssel, NV Nederlandse Spoorwegen, Het Oversticht en de VROM-Inspectie Oost is de reactie ontvangen dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

De instanties die wel een inhoudelijke reactie hebben gegeven zijn hieronder samengevat weergegeven en voorzien van beantwoording (cursief).

7.4.1 Waterschap Groot Salland

Samenvatting:

  • a. Met het waterschap is overleg gevoerd over het concept waterplan. Het definitieve rapport is nog niet ontvangen. Bij het conceptrapport heeft het waterschap een aantal opmerkingen. Verzocht wordt deze opmerkingen te verwerken in het definitief waterhuishoudkundige rapport:
  • 1. In de geohydrologische uitgangspunten staat een kleidikte genoemd van ca 2 a 4,5 m. In eerder overleg is door Fugro echter aangegeven dat de kleilaag 1,5 m dik is, lokaal maximaal 2 tot 2,5 m dik.
  • 2. Om er voor te zorgen dat het regenwater goed kan infiltreren naar de ondergrond is eerder in het conceptrapport aangegeven dat er infiltratiesleuven gegraven moeten worden door de kleilaag.
  • 3. In de tekst worden een aantal mogelijkheden genoemd waar het regenwater bij volle infiltratievoorzieningen naar zou kunnen afvoeren. De voorkeur van het waterschap gaat uit naar een afvoer naar oppervlaktewater.
  • b. Het langs het plangebied gelegen Overijssels kanaal staat op de legger van het waterschap, waardoor de Keur van toepassing is. Voor werken binnen een zone van 5 meter is een ontheffing van de keur van het waterschap noodzakelijk.

Beoordeling:

  • a. De opmerkingen zijn verwerkt in een nieuw waterplan. Met het waterschap waterschap is overleg gevoerd tijdens de voorbereiding op dit ontwerpbestemmingsplan. Het waterplan is herzien. Het waterschap heeft in december 2010 gereageerd op dit waterplan. Deze reactie is eveneens verwerkt.
  • b. Deze opmerking is doorgegeven aan de initiatiefnemer van het plan, woonbedrijf Ieder1/Van Wijnen. Zij zullen rekening houden met de benodigde ontheffing van de Keur.

Conclusie:

Naar aanleiding van deze reactie is de toelichting van het bestemmingsplan met betrekking tot de waterhuishouding aangepast op het nieuwe waterplan.

7.4.2 N.V. Nederlandse Gasunie

Samenvatting:

Het plan is getoetst aan het nieuwe externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM. Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitsgrens van onze aardgasleidingen blijft. Daarmee staat vast dat de leidingen geen invloed hebben op de verdere planontwikkeling.

Beoordeling:

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie:

De reactie heeft geen aanpassingen van het bestemmingsplan tot gevolg.

7.4.3 Vrouwenadviescommissie voor de woningbouw

Samenvatting:

  • a. Gevraagd wordt of er geluidswerende maatregelen worden genomen en of onderzoek is gedaan naar windturbulentie;
  • b. Gevraagd wordt waarom al het verkeer van het Hoornwerk op één ontsluiting uitkomt en niet ook op de Mr de Boerlaan wordt ontsloten. Gevraagd wordt hoe voor autoverkeer een vluchtroute uit het plangebied wordt geregeld;
  • c. Eiland 2 wordt via trappen verbonden met het pad langs het Overijssels kanaal. Gevraagd hoe dit zich verhoudt met de eis dat de eilanden voor de brandweer via het pad aan de zuidzijde bereikbaar moeten zijn. Daarbij maken deze trappen het pad niet toegankelijk voor rolstoelen en kinderwagens ed.
  • d. De parkeernorm van 1,3 pp per woning is aan de lage kant. Het is niet duidelijk waar de parkeerplaatsen in de openbare ruimte zich bevinden en of deze niet al worden gebruikt;
  • e. Het is niet mogelijk om in de Groenbestemming een parkeervoorziening op te nemen. Gevraagd wordt om een groter deel te bestemmen voor Verkeer-Verblijfsgebied zodat er in de toekomst extra parkeermogelijkheden kunnen worden gemaakt;
  • f. Inspreker verzoekt een aanpassing van de hoogte van de parkeergarage naar 2.40 meter.
  • g. Het aantal woningen dat wordt genoemd op bladzijde 33 en op bladzijde 34 wijkt af van elkaar. Gevraagd hoeveel woningen er in eiland 3 komen;
  • h. De woningen van eiland 2 zijn zodanig hoog (14 meter) dat ze kunnen zorgen dat de appartementen aan de overzijde van de Verlengde Kazernestraat beperkt kunnen worden in hun daglichttoetreding;
  • i. In hoeverre wordt er rekening gehouden met schade die het plan teweeg kan brengen t.o.v. de omliggende omgeving?
  • j. Gevraagd wordt of een beroep of bedrijf aan huis in dit plan gezien de beperkte parkeermogelijkheden door de gemeente aangemoedigd wordt;
  • k. Het plan Hoornwerk wordt beperkt aangesloten op wandel- en fietspaden. Gevraagd wordt hoe het Hoornwerk wordt betrokken bij de omliggende wijken.

Beoordeling:

  • a. In het akoestisch onderzoek is onderzocht of het treffen van geluidwerende voorzieningen mogelijk is. Omdat het geluid van meerdere zijden afkomstig is, is het niet mogelijk een geluidsluwe zijde te creëren. Het geluid dat veroorzaakt wordt door industrielawaai komt van hoog gelegen bronnen, waardoor afschermende bouwwerken of groen geen optie zijn. Voor een deel van de woningen van eiland 2 en 3 wordt een hogere grenswaardenprocedure doorlopen. Uitgangspunt hierbij is dat voldaan wordt aan de geluidseisen voor het binnenniveau. Met betrekking tot windturbulentie wordt niet verwacht dat er overlast zal ontstaan.
  • b. De verkeersprestatie (uit de drukken in verkeersintensiteit) die de wijk genereert is dusdanig laag dat één ontsluiting voldoet. De aansluiting Verlengde Kazernestraat op de Snipperlingsdijk geeft voldoende ruimte voor een goede afwikkeling. Bij calamiteiten is de wijk aan twee zijden benaderbaar: vanuit de Snipperlingsdijk en vanuit de Mr. De Boerlaan via de doorsteek (fietspad met paal).
    Op het terrein van het uitvaartcentrum is in de bestemmingsregels voorzien in de mogelijkheid om verkeersvoorzieningen te realiseren. Dergelijke voorzieningen kunnen echter alleen gerealiseerd worden ten behoeve van de bestemming 'Maatschappelijk - Uitvaartcentrum' en dienen niet ten behoeve van ontsluiting van de woonwijk.
    De langzaamverkeerbrug is uit het plan verdwenen, een sluiproute is hier dan ook niet meer aan de orde.
    Met betrekking tot calamiteiten is het plan voorgelegd aan de Veiligheidsregio IJsselland. Bij de uitvoering van het plan zal overleg plaatsvinden met de brandweer Deventer en de Regionale Brandweer;
  • c. De trappen tussen het park en eiland 2 zijn uit het stedenbouwkundig ontwerp gehaald. Omdat er nu sprake is van een omkering, de toegang van de woningen ligt niet meer aan de parkzijde maar aan de binnenstraten, is ook de overgang tussen eiland 2 en het park aangepast. De overgang is nu meer geleidelijk en bevat geen trappen meer.
  • d. In het stedenbouwkundig plan is een overzicht opgenomen waarin alle parkeerplaatsen zijn weergegeven. Voor het gebied geldt een parkeernorm van 1,3 pp per woning. Er zullen in totaal 34 parkeerplaatsen in het openbaar gebied worden gerealiseerd. Dit betreffen nieuw aan te leggen parkeerplaatsen ten zuiden van de Verlengde Kazernestraat.
  • e. Het toevoegen van parkeerplaatsen in de ruimte die nu als park wordt ingericht, is stedenbouwkundig gezien niet wenselijk. Indien in de toekomst blijkt dat er een tekort is aan parkeerplaatsen zal dit op een andere manier opgelost moeten worden;
  • f. De parkeergarage mag boven peil een bouwhoogte hebben van 2 meter, beneden peil mag er nog een diepte zijn van 3 meter. Dit is een totale hoogte van 5 meter. De toegang van de garage mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • g. In het stedenbouwkundig ontwerp van november 2010 zijn voor eiland 3 circa 130 woningen opgenomen, waarvan in principe 72 zorgwoningen, 50 appartementen en 8 eengezinswoningen. deze verdeling ligt nog niet vast, is ook afhankelijk van de markt;
  • h. De nieuwe woningen van eiland 2 worden op een zelfde afstand tot de huidige appartementen boven de Fortisbank gebouwd als de voormalige woningen in het Hoornwerk. Vermindering van de daglichttoetreding is dan niet te verwachten.
  • i. Eigenaren van onroerend goed in de omgeving van het Hoornwerk hebben het recht om een aanvraag om tegemoetkoming in schade aan te vragen (afdeling6.1. Wro). De eventuele planschadekosten zijn voor risico van de ontwikkelaar van het gebied.
  • j. Het hebben van een beroep of bedrijf aan huis kent kaders die zijn vastgelegd in een gemeentelijk beleid. Dit beleid geldt voor alle woongebieden in de gemeente, zo ook voor het Hoornwerk. Een van de voorwaarden is dat het gebruik dient te passen binnen de woonomgeving en dat et geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte mag hebben. Bij de beoordeling of een bedrijf of beroep aan huis geschikt is voor deze woonomgeving zal dan ook aan deze voorwaarden getoetst worden.
  • k. Het plangebied wordt voor fietsers en voetgangers aangesloten op de kruispunten Mr. De Boerlaan en Verlengde Kazernestraat, Snipperlingsdijk en Verlengde Kazernestraat en verder op de Mr. De Boerlaan bij Monuta. En is hierdoor optimaal aangesloten op de bestaande wandel- en fietspaden.

Conclusie:

Het stedenbouwkundig ontwerp is onder andere voor wat betreft eiland 2 zodanig aangepast dat de overgang van het eiland naar het park geen trappen meer bevat. Het aangepaste stedenbouwkundig ontwerp is samengevat in het bestemmingsplan.

Voor het overige vormt de inspraakreactie geen aanleiding voor het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.4.4 KPN OAS VM&B

Samenvatting:

Verzoekt tot gesprek over het creëren van tracés aan beide zijden van straten in openbare grond, het handhaven van bestaande tracés, het vrijhouden van de toegewezen tracés van bomen en beplanting, het in overleg beschikbaar stellen van ruimten voor het plaatsen van mogelijke kabelverdeelkasten van KPN en het vrijhouden van straalverbindingspaden van KPN van hoge objecten.

Beoordeling:

De locatie wordt ontwikkelt door Van Wijnen projectontwikkeling. Bij de uitwerking van deze locaties is overleg over het creëren van tracés wellicht zinvol. Verzocht wordt om met hen contact op te nemen.

Conclusie:

De reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.4.5 Veiligheidsregio IJsselland

Samenvatting:

  • a. Bij de nadere invulling van het plan dienen de benodigde ontsluitingswegen en bluswatervoorzieningen in overleg met de afdeling preventie van de brandweer Deventer en het team Risicobeheersing regionale brandweer te worden gerealiseerd;
  • b. Geadviseerd wordt om in de regels bij de toepassingsvoorwaarden ook op te nemen de onevenredige aantasting van de fysieke en externe veiligheid.

Beoordeling:

  • a. Bij de uitvoering zal met deze opmerking rekening worden gehouden.
  • b. De afwijkingsbevoegdheden die worden geboden binnen het bestemmingsplan betreffen kleinschalige mogelijkheden om af te wijken van de in het plan toegestane gebruiks- en bouwregels. Het gaat dan onder andere om mogelijkheden af te wijken van voorgeschreven hoogten van bouwwerken, geen gebouw zijnde en het realiseren van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen. Tevens kan worden toegestaan dat woningen als zorgwoning worden gebruikt. Over het algemeen zullen deze kleinschalige afwijkingen van de voorgeschreven gebruiks- en bouwregels niet leiden tot een onevenredige aantasting van de fysieke en/of externe veiligheid. In de toepassingsvoorwaarden is, daar waar dat nodig wordt geacht, opgenomen dat geen onevenredige aantasting van de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid mag plaatsvinden. In de milieusituatie is externe veiligheid, naast geluid, bodem, stank en ecologie, een belangrijk toetsingscriterium.

Conclusie:

De opmerkingen geven geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.