direct naar inhoud van 5.7 Externe veiligheid
Plan: Bergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D119-VG04

5.7 Externe veiligheid

Regelgeving
De regelgeving op het gebied van externe veiligheid beoogt om een minimaal veiligheidsniveau te garanderen voor de burger voor wat betreft risico's van opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Hiervoor zijn normen en richtwaarden opgenomen in de wetgeving in de vorm van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico is de plaatsgebonden kans per jaar dat een onbeschermd persoon komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De kans van éénmaal in de miljoen jaar op een dergelijk ongeval is als norm in de regelgeving opgenomen. Het plaatsgebonden risico (PR) is weer te geven met een contour rondom een activiteit.
Het groepsrisico geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico (GR) wordt weergegeven in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden. Het groepsrisico is echter geen harde norm, maar een oriënterende waarde.
Verder kent de regelgeving op het gebied van externe veiligheidsrisico's de begrippen kwetsbare objecten, beperkt kwetsbare objecten, en geprojecteerd (beperkt) kwetsbare objecten.
Om de verblijfplaats van mensen te toetsen in relatie tot de normstelling worden bouwwerken, hierbij objecten genoemd ingedeeld in kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Grofweg komt het onderscheid erop neer dat in kwetsbare objecten doorgaans grotere aantallen mensen aanwezig zijn en / of met een lage zelfredzaamheid zoals kinderen. In beperkt kwetsbare objecten zijn doorgaans minder mensen aanwezig en die mensen beschikken over een goede zelfredzaamheid.
Kwetsbare objecten mogen niet binnen een 10-6 PR contour aanwezig zijn. Beperkt kwetsbare objecten mogen dat onder voorwaarden wel. Het begrip geprojecteerd betekent in deze dat het bestemmingsplan de vestiging van het object toelaat. Het is dan nog niet fysiek gerealiseerd.

Voor de verschillende typen risicobronnen is regelgeving vastgesteld. Voor bedrijven en installaties is de normstelling vastgesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen Wet milieubeheer, voor hogedrukaardgasbuisleidingen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen, voor transportassen voor vervoer van gevaarlijke stoffen in de circulaire "Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen".

Gemeentelijk extern veiligheidsbeleid
Op 4 juli 2007 is door de Raad de "Omgevingsvisie externe veiligheid" vastgesteld. In die nota is de ambitie vastgelegd wat betreft het veiligheidniveau dat moet worden nagestreefd per deelgebied in Deventer. Voor het gebied dat dit bestemmingsplan bestrijkt zijn drie ambitieniveaus vastgelegd voor drie typen gebieden binnen het bestemmingsplan. Het betreft de ambitieniveaus "Ruimte voor bedrijven" en "Ruimte voor ontwikkeling" en "Ruimte voor wonen". Deze gebieden zijn op de kaart "Gebiedsgerichte ontwikkelingsmogelijkheden externe veiligheid" van de Omgevingsvisie externe veiligheid weergegeven. Zie hiervoor de afbeelding verderop in de tekst. De gebieden met het ambitieniveau "Ruimte voor ontwikkeling" zijn in de Omgevingsvisie nader aangeduid als "Havenkwartier", "Kantoorbestemmingen Hanzepark" en "Kantoorbestemmingen Zutphenseweg". Reden voor de verschillende ambitieniveaus binnen het plangebied is dat er gebieden aan te wijzen zijn waar sprake is van (toekomstige) vestiging van grote (kantoor)gebouwen of een gebied waar veel mensen aanwezig (kunnen) zijn zoals het Runshoppingcenter. De aanwezigheid van grotere aantallen mensen in deze specifieke gebieden, aangeduid als "Ruimte voor ontwikkeling" en "Ruimte voor wonen" heeft geresulteerd in een uit veiligheidsoptiek strenger ambitieniveau dan binnen het ambitieniveau "Ruimte voor bedrijven".
Het ambitieniveau is samengevat in de onderstaande tabel:

  Overschrijding grenswaarde PR (10-6) voor kwetsbare objecten   Overschrijding richtwaarde PR (10-6) voor beperkt kwetsbare objecten   Overschrijding oriënterende waarde (OW) groepsrisico   Toename groepsrisico  
Ruimte voor wonen   Niet acceptabel   Nieuw: Niet acceptabel Bestaand: Niet wenselijk, indien mogelijk verbeteren   Niet acceptabel   Niet wenselijk.
Resteffect meewegen.  
Ruimte voor ontwikkeling   Niet acceptabel   Nieuw: Niet acceptabel Bestaand: Niet wenselijk, indien mogelijk verbeteren   Acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp   Acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp  
Ruimte voor bedrijven   Niet acceptabel   Acceptabel onder voorwaarden (gewichtige redenen)   Acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp   Acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp  


Juridisch planologische borging
Bestaande risicobronnen en bevi's (zoal omschreven in artikel 1 'begrippen' van dit bestemmingsplan) zijn positief bestemd in dit bestemmingsplan. Hiertoe zijn de bestaande risicobronnen op de verbeelding opgenomen. Bij elke risicobron behoort een PR 10-6 contour. De contouren zijn in bijlage 4 Risicocontouren bestemmingsplan Bergweide, Kloosterlanden-Hanzepark, Veenoord opgenomen ter herkenbaarheid. De bevi mag uitsluitend zo functioneren dat deze buiten de aangegeven zone in de bijlage niet een plaatsgebonden risico veroorzaakt van meer dan 10-6 per jaar.

Deze contouren zijn op een indirecte wijze verankerd in het bestemmingsplan. Deze manier van verankering is gericht op uitsluiting van risico's door de mate van bescherming van de omgeving vast te leggen. De bestemming wordt een beschermde status, waardoor het risico wordt uitgesloten. In de regels is dan ook opgenomen dat binnen de genoemde zone geen kwetsbare objecten, zoals gedefinieerd in artikel 1 "Begrippen" van dit bestemmingsplan, mogen worden gevestigd. Op deze wijze wordt het ontstaan van situaties die in strijd zijn met het BEVI (Besluit externe veiligheid inrichtingen) voorkomen. Bestaande kwetsbare objecten worden als zodanig, positief bestemd.
De hiervoor aangegeven aanpak in het bestemmingsplan geldt alleen voor bestaande bevi's. Vestiging van nieuwe bevi's is uitsluitend mogelijk met een bestemmingsplanwijziging. Nieuwe kwetsbare objecten kunnen binnen de bestemmingsaanduiding 'Bedrijventerrein' niet worden gevestigd tenzij het bestemmingsplan dus wordt gewijzigd.
Op deze wijze worden risicoveroorzakers en risico-ontvangers gereguleerd, zodat het ontstaan van externe veiligheidssituaties die in strijd zijn met de normen in het BEVI, wordt voorkomen.


afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D119-VG04_0017.png"

Uit: Omgevingsvisie externe veiligheid Deventer, 4 juli 2007

Hogedrukaardgasbuisleidingen
Binnen het plangebied bevinden zich hogedrukaardgasbuisleidingen. De leidingen bevinden zich ter hoogte van de Teugseweg, de Zutphenseweg, de Zweedsestraat en de Westfalenstraat (zie de dubbelbestemming "Leiding - Gas" op de verbeelding). Het Besluit externe veiligheid buisleidingen hanteert een risiconormering die overeenkomt met het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer. Voor de leidingen op binnen het plangebied is het plaatsgebonden risico en groepsrisico onderzocht. Zie hiervoor bijlage 1 “Risicobronnen. Er wordt een vrijwaringszone voor hogedrukaardgasbuisleidingen op de verbeelding opgenomen. Binnen die zone mag niet worden gebouwd. Voor regionale leidingen (N-nummers) bedraagt deze strook 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding. Voor de nationale leidingen (A-nummers) moet rekening worden gehouden met een belemmerende strook van 5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding.

Groepsrisico
In de toelichting bij een bestemmingsplan dient een berekening en verantwoording van het groepsrisico onder andere conform artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) te worden gegeven. Deze verantwoording is per risicobron aangegeven in Bijlage 1 bij deze toelichting.

Bedrijven of installaties met gevaarlijke stoffen
Binnen en rondom het plangebied bevinden zich bedrijven en installaties met gevaarlijke stoffen die onder werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) vallen. Het betreft 17 bedrijven en installaties. In Bijlage 1 “Risicobronnen” bij deze toelichting zijn de betreffende bedrijven en installaties beschreven. Voor zover de veiligheidszones (de PR 10-6 risicocontouren) daarvan binnen het plangebied zijn gelegen zijn deze opgenomen in bijlage 4 van deze toelichting.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat binnen de plaatsgebonden risicocontouren van de verschillende bedrijven en installaties zich geen kwetsbare objecten bevinden uitgezonderd bij de twee LPG tankstations binnen het plangebied. Vestiging van kwetsbare objecten binnen de 10-6 risicocontouren wordt in dit bestemmingsplan uitgesloten. Daarmee zijn er twee saneringssituaties zoals bedoeld in het BEVI binnen het plangebied. Nieuwe saneringsituaties kunnen in de toekomst niet ontstaan.
Er bevinden zich daarnaast wel beperkt kwetsbare objecten en geprojecteerd beperkt kwetsbare objecten binnen de risicocontouren. Deze situatie is toelaatbaar en acceptabel.
Per risicobron wordt in bijlage 3 BEVI bedrijven en installatiesop de verantwoordingsplicht per bedrijf en installatie ingegaan.

Vervoersassen met gevaarlijke stoffen
Tot op een afstand van 200 meter vanaf een vervoersas met gevaarlijke stoffen dient volgens de circulaire Vervoer gevaarlijke stoffen rekening gehouden te worden met de mogelijke risico's van een dergelijke vervoersas. In en rondom het plangebied ligt een aantal vervoersassen waarover gevaarlijke stoffen vervoerd mogen worden. Het betreft de volgende routes vervoer gevaarlijke stoffen: de snelweg A1, de provinciale weg N348 / Siemelinksweg, de Zweedsestraat, de spoorlijn Deventer - Zutphen en de rivier de IJssel. Per risicobron wordt in bijlage 3 BEVI bedrijven en installaties op de verantwoordingsplicht per vervoersas ingegaan.

Nieuwe ontwikkelingen
Op zijn vroegst in 2012 wordt het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen vastgesteld. Het Basisnet voor weg, water en spoor zal vervoersplafonds voor gevaarlijke stoffen gaan vaststellen waarmee in de ruimtelijke ordening rekening mee gehouden zal moeten worden. Uit de berekeningen van het hierboven aangehaalde rapport Anker "Inventarisatie van EV-risico's bij het vervoer van gevaarlijke stoffen" blijkt dat het Basisnet weg en water geen knelpunten zal opleveren voor het plangebied. Het Basisnet spoor zal naar verwachting wel invloed hebben in de hoogte van de risico's, maar geen knelpunt gaan vormen voor het plangebied.

Ontvluchtingsroutes in het plangebied
Uitgangspunt bij ontvluchting is dat de gebruikers onder alle omstandigheden kunnen vluchten. Dit houdt normalerwijze in dat er zeker in 2 onafhankelijke richtingen gevlucht kan worden, waardoor er ongeacht de (klimatologische = b.v. windrichting) omstandigheden er altijd een veilige vluchtrichting is.
De deelgebieden Bergweide en Kloosterlanden hebben voldoende ontvluchtingsmogelijkheden voor de gebruikers. Voor het deelgebied Veenoord zijn de gebruikers voor de ontvluchting alleen aangewezen op de Teugseweg. Ter verbetering van de ontsluiting is de Teugseweg enkele jaren geleden in een ringweg aangelegd.

Sirenedekking
Volgens de opgave van de regionale brandweer is er in het gehele gebied een dekkend sirene netwerk.

Bereikbaarheid en bestrijdbaarheid
Uitgangspunt bij de bereikbaarheid van industriegebieden voor de hulpdiensten is dat de gebieden via 2 onafhankelijke wegen bereikbaar zijn, zodat de gebieden altijd onafhankelijk van externe factoren bereikbaar zijn. De deelgebieden Bergweide en Kloosterlanden zijn voldoende bereikbaar voor de hulpdiensten, het deelgebied Veenoord is slechts via de Teugseweg bereikbaar. In overleg met Akzo nobel polymer chemicals is er over het betreffende bedrijfsterrein een noodontsluiting voor de hulpdiensten gemaakt. Voor de bestrijdbaarheid hebben de hulpdiensten in de betreffende gebieden de beschikking over voldoende primaire bluswatervoorzieningen (zijnde de brandkranen). Ook zijn er in de gebieden voldoende secundaire en tertiaire bluswatervoorzieningen, zodat er bij grotere calamiteiten voldoende bluswater beschikbaar is.

Eindafweging

In bijlage 3 BEVI bedrijven en installaties is per risicobron de verantwoordingsplicht groepsrisico uitgewerkt. Dit betrekkend bij deze eindafweging kan op planniveau worden geconstateerd dat binnen het plangebied de brandweer en de ambulancedienst als hulpdiensten zijn gesitueerd. Het plangebied is goed ontsloten waardoor in meerdere richtingen gevlucht of door hulpdiensten naar de calamiteit kan worden gereden. Dit geldt niet voor het gebied dat ontsloten wordt door de Teugseweg. Hiertoe is de Teugseweg als ringweg uitgevoerd. Verder zijn er afspraken gemaakt met Akzo Nobel om over het terrein van de Akzo extra mogelijkheden te bieden voor de hulpdiensten mocht dat nodig zijn. Verder zijn er twee saneringssituaties voor het plaatsgebonden risico bij de LPG tankstations. Deze worden op termijn opgelost door nieuwe risicoafstanden die gaan gelden als de extra veiligheidsmaatregelen voor LPG tankstations landelijk zijn geïmplementeerd en in de regelgeving verankerd.

Het plangebied beschikt over een groot aantal mogelijkheden om oppervlaktewater als bluswater in te zetten. Nadat de LPG saneringssiuaties zijn opgelost is er sprake van een aanvaardbare situatie. In dit bestemminsplan is de maatregel getroffen dat binnen de nu geldende PR 10-6 contouren van de LPG stations er geen nieuwe kwetsbare objecten kunnen vestigen of uitgebreid kunnen worden.