direct naar inhoud van 7.3 Resultaten inspraak
Plan: Vijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D118-VG01

7.3 Resultaten inspraak

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 15 november 2011 het voorontwerpbestemmingsplan "Vijfhoek" vastgesteld.

Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan "Vijfhoek" van 8 december 2011 tot en met 18 januari 2012 voor iedereen ter inzage gelegen bij Publiekszaken, Leeuwenbrug 81 te Deventer, bij het Gemeentelijk informatiecentrum in de Openbare Bibliotheek, Brink 70 en in de Wijkbibliotheek, Flora 259 te Colmschate. Tijdens deze periode bestond de mogelijk om een inspraakreactie in te dienen. Op 21 december 2011 heeft tevens een inloopavond plaatsgevonden.

Er zijn in totaal 11 inspraakreacties ingediend.

Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van een inspraak een eindverslag gemaakt worden. Dit eindverslag bevat in elk geval:

  • een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
  • een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
  • een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.
7.3.1 Inspreker 1

Inspreker geeft aan dat al in 2002 in Jeurlink Zuid een ondergronds afvalsysteem zou worden aangelegd. Tot op heden is dat nog niet gerealiseerd. In dit bestemmingsplan staat ook niets vermeld over het realiseren van een ondergrondsafvalsysteem.

Beantwoording

Eind jaren negentig werd als uitgangspunt gehanteerd dat voor laagbouw de ondergrondse inzameling van huishoudelijk restafval en de bovengrondse GFT-inzameling via verzamelcontainers een goede oplossing was. Dit als alternatief voor de afvalinzameling via minicontainers. In de oorspronkelijke plannen voor de Vijfhoek werd ook uitgegaan van deze wijze van afvalinzameling. Deze wijze van afvalinzameling bleek echter niet goed te werken, er werd weinig gebruik van gemaakt en het GFT-afval was vaak vervuild. Ook was het een relatief duur systeem. Eind 2003 is bij het vaststellen van het afvalbeleid daarom besloten dat de huisvuilinzameling bij laagbouw woningen via minicontainers van 140 liter plaatsvindt. Dit is ook verwoord in het Afvalplan Deventer 2003-2008. In het Jeurlink Zuid wordt gezien dit vastgestelde beleid dan ook geen ondergronds afvalsysteem meer aangelegd.

Dat er in het voorliggende bestemmingsplan niet over wordt gesproken komt omdat het realiseren van bijvoorbeeld een ondergronds afvalsysteem niet in een bestemmingsplan kan worden geregeld. Een bestemmingsplan geeft regels over wat wel en niet in toegestaan op een bepaald perceel. Een bestemmingplan bevat geen uitvoeringsregels. Het bestemmingsplan is geen uitvoeringsplan, waarin wordt vastgelegd wat wordt gebouwd of aangelegd. Het plan stelt alleen regels waar men zich aan moet houden op het moment dat men iets wil bouwen of aanleggen.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.2 Inspreker 2

Inspreker kan zich vinden in de natuurbestemming zoals deze is toegekend aan het bosje op de hoek Jan van Logterenlaan - Rombout Verhulstlaan. Toch wil inspreker een opmerking maken. Aan de westzijde langs het fiets/voetpad wordt het bosje nogal eens betreden door kinderen. Inspreker wil weten of het mogelijk is die toegang op een of andere manier af te schermen.

Beantwoording

De afschermen van het bosje om betreding te voorkomen kan niet worden geregeld in het bestemmingsplan. Het bestemmingplan biedt wel de mogelijkheid bijvoorbeeld een hekwerk met een hoogte van 2 meter te plaatsen. De gemeente is echter van mening dat het plaatsen van een hoog hekwerk geen wenselijke oplossing is. Het plaatsen van een hoog hekwerk tast de natuurlijke uitstraling van het bosje aan. Dichte begroeiing en een draadhekwerk ontmoedigen betreding van het bosje, maar het volledig afschermen om betreding te voorkomen is niet mogelijk en ook vanuit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.3 Inspreker 3

Inspreker pleit ervoor om een voet- / fietspad tussen de wijk Spikvoorde en de Spikvoorderweg mogelijk te maken en deze verbinding ook daadwerkelijk te realiseren.

Beantwoording

De gemeente Deventer is momenteel aan het onderzoeken of de aanleg van een wandelpad, die de wijk Spikvoorde verbind met de Spikvoorderweg gelegen in de Gooiermars, mogelijk is. Met de grondeigenaren en de bewoners zal ter zijner tijd worden gesproken over de aanleg van dit wandelpad. De daadwerkelijk aanleg van een voet- / fietspad kan niet middels dit bestemmingsplan worden afgedwongen. Op grond van het bestemmingsplan is het wel mogelijk een voet- of fietspad in de wijk Spikvoorde aan te leggen en deze te verbinden met de Spikvoorderweg. In de bestemming 'Groen' is het toegestaan voet- en fietspaden aan te leggen. De wijk Spikvoorde kent langs het grootste gedeelte van de grens met de Gooiermars een groenbestemming. Binnen de bestemming 'Water' zijn bruggen en duikers toegestaan. Een verbinding met de overzijde is bestemmingsplantechnisch dan ook mogelijk.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.4 Inspreker 4
  • 1. Inspreker vraagt zich af of het juist is dat de woonfunctie op het perceel naast het perceel Ab Hakeboomstraat 13 is vervallen. Indien er geen woning meer wordt gerealiseerd op het perceel is inspreker benieuwd wat de verdere plannen zijn met het perceel.
  • 2. Daarnaast wil inspreker graag weten of er nog een extra ontsluiting voor fietsers komt tussen de Alexander Roosdorpstraat en de Nieuwedijk.

Beantwoording

  • 1. Het perceel naast het perceel Ab Hakeboomstraat 13 betreft wel degelijk een bouwkavel. In het (ontwerp)bestemmingsplan is de kavel dan ook alsnog van een bouwvlak voorzien, zodat er ter plaatse een woning kan worden gebouwd. Dit is conform het geldende bestemmingsplan.
  • 2. Het aanleggen en realiseren van ontsluitingen voor fietsers kan niet door middel van dit bestemmingsplan worden afgedwongen. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een extra verbinding tussen de Alexander Roosdorpstraat en de Nieuwedijk wel mogelijk. Binnen de bestemming 'Groen' is het mogelijk voet- en fietspaden aan te leggen. Momenteel zijn er geen concrete plannen voor een extra ontsluiting. Er is al een verbinding met de Nieuwe Dijk gerealiseerd op de hoek van de Ab Hakeboomstraat en de Alexander Roosdorpstraat.

Conclusie

Naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan aangepast. Op het perceel naast het perceel Ab Hakeboomstraat 13 is een bouwvlak en zone bijgebouwen toegevoegd, zodat de oprichting van een vrijstaande woning op dit perceel mogelijk is.

7.3.5 Inspreker 5
  • 1. Inspreker wil weten waarom na reconstructie de doorgang voor auto's van de Caspar Philipsstraat naar de Jan van Deutecumlaan is afgesloten. Dit lijdt namelijk tot extra overlast en onveiligheid langs de huizen van de Caspar Philipsstraat en de parallelweg van de Jan van Deutecumlaan. Inspreker verzoekt daarom de doorgang voor auto's te herstellen.
  • 2. Tevens verzoek inspreker een fatsoenlijk wandelpad naar het bestaande pad in het buitengebied aan te leggen. Het bruggetje dat Spikvoorde verbindt met het in het buitengebied legen pad is afgesloten.

Beantwoording

  • 1. De openbare ruimte in de wijk Spikvoorde is nog niet overal ingericht conform de definitieve inrichtingsplannen. Op enkele plekken liggen nog bouwwegen en andere tijdelijk voorzieningen. Bij de Caspar Philipsstraat zijn deze tijdelijke voorzieningen inmiddels opgeheven. In het definitieve ontwerp is de ontsluiting van dit deel van de wijk via de Albert Hahnstraat. De ontsluiting aan de noordzijde vanaf de Caspar Philipsstraat naar de Jan van Deutecumlaan is slechts bedoeld voor fietsers en voetgangers. Deze verbinding is bedoeld voor schoolgaande kinderen, zodat zij een korte en veilige verbinding naar school hebben. Deze verbinding zal dan ook niet (opnieuw) worden opengesteld voor auto's. Dit is in verband met de verkeersveiligheid ter plaatse van deze aansluiting niet wenselijk. In het bestemmingsplan kan dit ook verder niet worden geregeld of afgedwongen.
  • 2. De gemeente Deventer is momenteel aan het onderzoeken of de aanleg van een wandelpad, die de wijk Spikvoorde verbind met de Spikvoorderweg gelegen in de Gooiermars, mogelijk is. Met de grondeigenaren en de bewoners zal te zijner tijd worden gesproken over de aanleg van dit wandelpad. De daadwerkelijk aanleg van een voet- / fietspad kan niet middels dit bestemmingsplan worden afgedwongen. Op grond van het bestemmingsplan is het wel mogelijk een voet- of fietspad in de wijk Spikvoorde aan te leggen en deze te verbinden met de Spikvoorderweg. In de bestemming 'Groen' is het toegestaan voet- en fietspaden aan te leggen. De wijk Spikvoorde heeft langs het grootste gedeelte van de grens met de Gooiermars een groenbestemming. Binnen de bestemming 'Water' zijn bruggen en duikers toegestaan. Een verbinding met de overzijde is bestemmingsplantechnisch dan ook mogelijk.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.6 Inspreker 6

Inspreker verzoekt het bouwvlak van de woningen J.B. Jongkindstraat 3 en 5 en Jozef Israelstraat 4 en 6 met 1 meter te verlengen, conform de kadastrale onderlegger. De woningen zijn gebouwd met verlengde woonkamer. Deze verlenging behoort volgens de inspreker tot het hoofdgebouw en zou om die reden ook in het bouwvlak moeten worden opgenomen.

Beantwoording

Op grond van artikel 13 'Wonen' mogen hoofdgebouwen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd. Aan-, uit- en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'. Op grond van artikel 1 is een uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte aan een hoofdgebouw is gebouw, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

De uitbouw aan de woning, zoals bij oprichting van de woning is gerealiseerd, is uitgaande van deze definitie bepalingen aan te merken als een uitbouw. Vergroting van het bouwvlak is niet noodzakelijk.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.7 Inspreker 7 en 8

Insprekers vragen of er ook plek is voor kinderopvang binnen het plangebied. Ze zijn al enkele jaren opzoek naar een locatie voor een kinderopvangcentrum.

Beantwoording

Het bestemmingsplan Vijfhoek laat op verschillende plekken in de wijk kinderopvang toe. In de bestemmingen 'Centrum', 'Gemengd', 'Gemengd-Milieucentrum' en 'Sport' is kinderopvang toegestaan. Ook ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' is kinderopvang toegestaan. De panden met deze bestemmingen zijn bestaande panden in de wijk. Of in deze panden (bedrijfs)-ruimte te koop of te huur is, is ons onbekend. Insprekers zullen dat zelf moeten nagaan.

Aangezien het bestemmingsplan Vijfhoek een actualiseringsplan is, zijn er geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Ten opzichte van de bestaande bestemmingsplannen zijn dan ook geen nieuwe panden of bouwkavels van een bestemming voorzien die kinderopvang toestaat.

Binnen de woonbestemming is wel kleinschalige kinderopvang toegestaan als beroep- of bedrijf aan huis. Deze opvang is dan beperkt tot maximaal 6 kinderen en dient door de bewoner van de woning te worden uitgeoefend. Deze opvang is nog te vergelijken met een 'normale' gezinssituatie en om die reden binnen de woonbestemming toegestaan.

Grootschaligere vormen van kinderopvang kunnen niet zonder meer binnen de woonbestemming worden toegelaten. Of het mogelijk is om middels een planologische afwijking een kinderopvangcentrum in de Vijfhoek te realiseren moet per situatie worden afgewogen. De mogelijk geluidsoverlast die een kindercentrum veroorzaakt zal daarbij een belangrijke rol spelen. Op grond van de VNG richtlijnen moet de afstand tussen de perceelgrens van het kindercentrum en de gevel van de dichtstbijzijnde woning minimaal 30 meter bedragen. Een kindercentrum is daarmee een categorie 2 bedrijf. Indien die afstand minder is, dient middels akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat van deze woning niet onevenredig wordt aangetast door de vestiging van het kindercentrum.

In de 'ontheffingszone' langs de Leonard Springerlaan is de vestiging van kleinschalige bedrijven en kantoorvestigingen in milieucategorie 1 onder voorwaarden mogelijk. Een kindercentrum is op grond van de VNG richtlijnen een categorie 2 bedrijf. Vestiging is dan ook niet mogelijk. In de notitie 'Ruimtelijke kaders bij vestiging kindercentra', door de raad vastgesteld op 9 november 2011 is vastgelegd dat een kindercentrum met 12 of minder kinderen wordt gezien als een categorie 1 bedrijf. Vestiging van een dergelijk kindercentrum zou onder de in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden binnen deze 'ontheffingszone' wel mogelijk zijn. Een van die voorwaarden is dat het bedrijf qua aard, milieubelasting en uitstraling past in de woonomgeving. Ten aanzien van kinderopvang geldt dat met name de geluidsoverlast die een kindercentrum veroorzaakt vestiging in deze zone met een hoge dichtheid - het zijn voornamelijk geschakelde rijwoningen - bemoeilijkt. Voor iedere specifieke situatie moet middels akoestisch onderzoek dan ook worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen niet in onevenredige mate wordt aangetast.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.8 Inspreker 9
  • 1. Inspreker vindt 'standplaatsen en warenmarkten' geen functies die in een bestemming 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' gebruikelijk zijn en zeker niet voor heel de wijk. Inspreker vindt het niet wenselijk dat op ieder veldje en gebiedje met de bestemming 'Groen' warenmarkten gehouden zouden kunnen worden en standplaatsen kunnen komen. Voorstel van de inspreker is dit onderdeel helemaal uit de bestemming 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' te schrappen of daar waar warenmarkten en standplaatsen feitelijk voorkomen deze met een aanduiding op de plankaart te zetten en in de regels te bepalen dat deze functies uitsluitend ter plaatse van de aanduiding zijn toegestaan.
  • 2. Inspreker geeft aan dat aan de voorzijde van de vrijstaande leisteen woningen aan de Claes-Jansz Visscherstraat en de Hendrick Goltziusstraat haaks op de woningen een muur staat. Deze muur is ruim 2 meter hoog en staat op het deel van het bestemmingsvlak waar geen bouwvlak of aanduiding bijgebouwen geldt. Er mag dus geen bouwwerk, geen gebouwzijnde van 2 meter hoog gebouwd worden. Daarmee komen deze muren onder het overgangsrecht te vallen en dat lijkt niet de bedoeling.
  • 3. Inspreker merkt op dat de uitbouwen aan de voorzijde van de vrijstaande leisteen woningen aan de Claes-Jansz Visscherstraat en de Hendrick Goltziusstraat de aanduiding bijgebouwen hebben gekregen. Wanneer het niet de bedoeling is dat dat deel over de volle hoogte van de woning kan worden vergroot is dat een verdedigbare keuze. Deze keuze is echter geen logische voorzetting van de regeling van het nu nog geldende uitwerkingsplan 'de Vijfhoek Noord-Oost 1997, uitwerking Spikvoorde 2004'. Daarin is namelijk in artikel 4 lid 4.3. onder i bepaald dat 'de voor-, achter- en zijgevels zoals deze bij de realisatie van de hoofdgebouwen ontstaan, bij latere uitbreidingen aangemerkt worden als bebouwingslijnen, waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gesitueerd. Uitbreidingen zijn nog uitsluitend toegestaan in de vorm van aan- en uitbouwen als aangegeven onder k tot n.' De uitbouwen waar inspreker het over heeft zijn bij de bouw gerealiseerd en worden dus op grond van het uitwerkingsplan als onderdeel van het hoofdgebouw gerekend. Volgens de inspreker hoort daarbij ook het recht dit bouwdeel verticaal uit te breiden tot de maximaal toegelaten bouwhoogte van 10 meter.
  • 4. Inspreker merkt op dat het kenmerkend voor de twee-onder-een-kapwoningen met gele accenten aan de Claes-Jansz Visscherstraat even zijde en de Romeyn de Hooghestraat is dat de aaneengebouwde woningen ten opzichte van elkaar verspringen: de ene woning ligt dichter bij het openbare gebied dan de andere. Daarbij is ook nog een spiegeleffect toegepast. Deze verspring is in het voorontwerp verloren gegaan door de voorste grens van het bouwvlak te leggen op de voorgevel van de woning die het verst naar voren steekt.
  • 5. Inspreker merkt op dat niet alle in het plangebied aanwezige vrijstaande woningen de aanduiding 'vrijstaand' hebben gekregen. Bij de woningen Claes-Jansz Visscherstraat 18 en 28 ontbreekt deze bouwaanduiding. Indien gekozen wordt alle vrijstaande woningen een bouwaanduiding te geven, dan dient daarvoor ook een regeling in de regels te komen.
  • 6. Inspreker merkt op dat op grond van de bouwregels bijna overal in Spikvoorde platte daken zijn toegestaan. Dit staat volgens inspreker in groot contrast met het uitwerkingsplan voor Spikvoorde waarin in de bouwregels en in de beschrijving in hoofdlijnen kappen worden voorgeschreven. De afwisselende en bijzondere kapvormen waren in het stedenbouwkundigplan een belangrijk uitgangspunt en zijn ook goed zichtbaar in de gerealiseerde wijk. Door nagenoeg overal een platte afdekking van 10 meter toe te staan kan dat beeld verloren gaan.
  • 7. Inspreker geeft aan dat het pand M.C. Escherweg 1-35 in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming 'Gemengd' heeft gekregen. Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke voorzieningen en woningen toegestaan. In dit bestemmingsvlak komt eveneens de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' voor, terwijl op grond van de definitie van het begrip maatschappelijke voorzieningen al kinderopvang is toegestaan.
  • 8. Inspreker geeft aan dat ze het opmerkelijk vindt dat het trafo-huisje aan de Albert Hahnstraat de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' heeft. Daarnaast merkt inspreker op dat in de regels staat dat gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak gebouwd mogen worden. Op de locatie aan de Albert Hahnstraat is binnen de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' echter geen bouwvlak opgenomen.
  • 9. Inspreker merkt op dat de Zandwetering, die door het Spikvoorde loopt de bestemming 'Water' heeft gekregen. Een deel van de Zandwetering heeft deze bestemming echter niet, maar valt binnen de bestemming 'Groen'.

Beantwoording

  • 1. Standplaatsen en warenmarkten worden in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) geregeld. Door een wijziging in de APV 2010 moet een standplaatsvergunning die in strijd is met het geldende bestemmingsplan worden geweigerd (art 5:18 APV). Voorheen was het bestemmingsplan geen toetsingskader bij de afweging wel of geen standplaatsvergunning te verlenen. Aan de hand van een eigen afwegingskader werd beoordeeld of het realiseren van een standplaats wenselijk was. De openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu speelden bij die afweging een belangrijke rol. De onderliggende bestemming echter niet. Door de wijziging in de APV heeft het bestemmingsplan ineens een hele belangrijke rol gekregen. Strijdigheid met het bestemmingsplan betekent namelijk automatisch een weigering. Om te voorkomen dat in de gemeente Deventer geen standplaatsvergunningen meer kunnen worden afgegeven is besloten in alle bestemmingsplannen op te nemen dat standplaatsen en warenmarkten zijn toegestaan binnen de bestemmingen 'Verkeer', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Maatschappelijk'. Uit onderzoek is gebleken dat bijna alle huidige standplaatsen en warenmarkten binnen deze drie bestemming zijn gelegen. De wijze waarop tot voor kort standplaatsen werden vergund heeft niet tot problemen geleid. Het afwegingskader dat wordt gebruikt in de afweging wel of geen standplaatsvergunning te verlenen biedt voldoende handvaten om ongewenste situaties te voorkomen. Indien een gelijk standplaatsenbeleid als toetsingskader gehandhaafd blijft, is de verwachting dat zich ook in de toekomst geen problemen zullen voordoen. Om te voorkomen dat twee vergunningen / ontheffingen nodig zijn voor dezelfde activiteit is besloten de standplaatsen en warenmarkten bij recht toe te staan. Inspreker heeft gelijk wanneer zij aangeeft dat standplaatsen en warenmarkten in de bestemming 'Groen' niet wenselijk zijn. De bestemming 'Groen' wordt gebruikt om de belangrijkste stedelijke groenstructuren en parken met veelal ecologische of natuurlijke waarden te bestemmen. In deze gebieden is het realiseren van een warenmarkt of een standplaats niet wenselijk. Kleinschalige groenelementen, zoals bermen en snippergroen, zijn opgenomen in de verkeersbestemming en kunnen wel worden gebruikt voor standplaatsen.
  • 2. De muren aan de voorzijde van de vrijstaande leisteen woningen aan de Claes-Jansz Visscherstraat en de Hendrick Goltziusstraat worden in het (ontwerp)bestemmingsplan niet voorzien van een nadere (bouw)aanduiding. De bestaande muren maken onlosmakelijk onderdeel uit van de architectuur van de woningen en kunnen om die reden gehandhaafd blijven. Het veranderen van deze muren of het vervangen van deze muren door andere bouwerken of erfafecheidingen is echter niet wenselijk. In algemene zin is het stedenbouwkundig niet wenselijk in de voortuin van woningen bouwwerken op te richten. Het opnemen van een (bouw)aanduiding is ons inziens dan ook niet noodzakelijk. Op grond van het overgangsrecht zijn er voldoende mogelijkheden de bestaande muur te repareren mocht dat noodzakelijk zijn.
  • 3. De uitbouwen aan de voorzijde van de vrijstaande leisteen woningen aan de Claes-Jansz Visscherstraat en de Hendrick Goltziusstraat hebben de aanduiding 'bijgebouw' gekregen, omdat het vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk dat deze over de volle lengte van de woning worden uitgebreid. De uitbouwen zijn evenals de muren kenmerkend voor de specifieke architectuur van deze woningen. Het artikel waar inspreker naar verwijst is bedoeld om te voorkomen dat het gerealiseerde hoofdgebouw op een later moment verder kan worden uitgebreid. De bij de realisatie van de woningen gerealiseerde aan- en uitbouw kunnen dus ook niet zodanig worden uitgebreid dat zij onderdeel gaan uitmaken van de hoofdmassa. Het hoofdgebouw zou daarmee worden uitgebreid en dat is op grond van artikel 4 lid 4.3 onder i juist niet toegestaan. In het artikel staat ook "de voor-, achter- en zijgevels, zoals deze bij de realisatie van de hoofdgebouwen ontstaan", de bij de realisatie gebouwde aan- en uitbouwen maken geen onderdeel uit van het hoofdgebouw. In de huidige stedenbouwkundige visie is het strak handhaven van dit verbod op uitbreiding van het hoofdgebouw niet langer wenselijk. In het kader van duurzaamheid en de levensloopbestendigheid van woningen en wijken is het wenselijk uitbreidingsmogelijkheden te bieden. In de meeste gevallen zijn deze uitbreidingsmogelijkheden geboden in de vorm van extra bouwmogelijkheden voor aan-, uit-, en bijgebouwen, in sommige gevallen ook in uitbreidingsmogelijkheden van de hoofdgebouwen.
  • 4. De bouwvlakken van de woningen aan de Claes-Jansz Visscherstraat even zijde en de Romeyn de Hooghestraat zijn aangepast. Op deze wijze blijft de kenmerkende verspringing in de voorgevelrooilijn behouden.
  • 5. Inspreker heeft er terecht opgewezen dat niet alle vrijstaande woningen van de bouwaanduiding 'vrijstaand' zijn voorzien. Analyse van de plankaart en de bijbehorende regel in artikel 13.2.2 onder g. waarin staat dat 'ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' hoofdgebouwen uitsluitend vrijstaand mogen worden gebouwd', heeft tot de conclusie geleid dat deze bouwaanduiding geen toegevoegde waarde heeft. Door middels een bouwvlak te bepalen waar het hoofdgebouw gerealiseerd mag worden, wordt al voorkomen dat hoofdgebouwen aan elkaar vast kunnen worden gebouwd op plekken waar dat niet wenselijk is. Daarnaast bepaalt artikel 13.2.3 onder g. ook nog eens dat aan-, uit- en bijgebouwen op kavels groter dan 300 m2 minimaal 1 meter uit de onbebouwde zijdelingse perceelgrens moeten blijven. Aangezien de meeste vrijstaande woningen kavels hebben van meer dan 300 m2 wordt ook via deze bouwregel voorkomen dat de vrijstaande woningen aan elkaar schakelen. Op kavels met zeer ruime bouwvlakken, zoals in Graveland, bestaat door het weghalen van de aanduiding 'vrijstaand' de mogelijkheid dat er binnen het bouwblok een twee-onder-een-kap woning of geschakelde woningen worden gebouwd. Om dit te voorkomen is het maximaal aantal woningen op deze percelen vastgelegd op één woning per bouwvlak.
  • 6. Nu de wijk Spikvoorde voor het grootste deel is gerealiseerd moet worden geconcludeerd dat 'een kap op de woning' niet het meest kenmerkende element van deze wijk is. Ten opzichte van de andere delen van de Vijfhoek springt Spikvoorde er niet uit vanwege de aanwezige kappen. Juist de grote diversiteit en verscheidenheid aan kapvormen, waaronder ook platte afdekkingen maken Spikvoorde tot de wijk die het nu is. De meest kenmerken gebouwen, zoals het gezondheidscentrum en de woningen aan de M.C. Escherweg hebben juist een plat dak. Het is om die reden dat besloten is het hebben van een kap niet meer zo stringent voor te schrijven, behalve voor de woningen langs de Oerdijk, die zich kenmerken door hun rieten kappen. De kans dat nagenoeg overal een platte afdekking zal worden gerealiseerd is ook zeer klein. In de andere delen van de Vijfhoek waar sommige woningen al meer dan 10 jaar staan, zijn de gerealiseerde kappen ook niet verdwenen, ondanks dat het bestemmingsplan die mogelijkheid wel biedt. Daarnaast bieden ook het beeldkwaliteitplan en de welstandsnota de mogelijkheid te sturen op behoud van de gewenste beeldkwaliteit in de wijk.
  • 7. Inspreker heeft met juistheid opgemerkt dat de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' ter plaatse van de bestemming 'Gemengd' aan de M.C. Escherweg 1-35 overbodig is. Binnen de bestemming 'Gemengd' is kinderopvang toegestaan, een aparte aanduiding is dan ook niet noodzakelijk. Deze aanduiding is in het (ontwerp)bestemming van de verbeelding verwijderd.
  • 8. Conform de SVBP 2008 dienen nutsvoorzieningen te worden opgenomen binnen de hoofdbestemming 'Bedrijf'. Aangezien nutsvoorzieningen een bijzondere functie zijn binnen deze hoofdbestemming hebben de nutsvoorzieningen hun eigen specifieke hoofdbestemming gekregen 'Bedrijf - Nutsvoorziening'. Alle bestaande nutsvoorzieningen in het plangebied hebben deze bestemming gekregen. Inspreker heeft terecht opgemerkt dat niet alle bestemmingsvlakken eveneens een bouwvlak aanduiding hebben gekregen. In alle bestemmingsvlakken waar een aanduiding bouwvlak ontbrak zijn deze als nog toegevoegd.
  • 9. De Zandwetering is niet gelegen binnen het plangebied van de Vijfhoek. Voorafgaande aan de realisatie van de wijk Spikvoorde is de Zandwetering verlegd. De Zandwetering loopt nu buiten het plangebied. Delen van de oude loop van de Zandwetering zijn nu ingericht als stedelijke watergangen. Ook zijn of worden enkele nieuwe stedelijke watergangen in de wijk Spikvoorde gerealiseerd. De grotere en structuurbepalende watergangen zijn voorzien van de bestemming 'Water'. De kleine waterpartijen zijn opgenomen in de bestemming 'Groen'. Ook binnen deze bestemming zijn namelijk waterlopen en watergangen met de bijbehorende voorzieningen toegestaan.

Conclusie

Naar aanleiding van deze inspraakreactie is het bestemmingsplan op diverse punten aangepast.

7.3.9 Inspreker 10
  • 1. Inspreker verzoekt het college aan te geven waarom ze bebouwing wil realiseren in een park. Inspreker is van mening dat een park is bedoeld als groen gebied voor recreatie en ontspanning en niet voor woningbouw.
  • 2. Inspreker geeft aan dat in 2008 reeds een vergunning is verleend voor de bouw van 8 woningen in het Gooikerspark. Tot op dit moment is met de bouw van de woningen nog niet begonnen. Inspreker wil weten of indien het college besluit om alsnog met de bouw te beginnen of dat de bestaande bouwvergunning is verlopen.
  • 3. Inspreker verzoekt als laatste het college, mocht ze willen overgaan tot het verlenen van een nieuwe bouwvergunning, dezelfde richtlijnen aan te houden als bij de eerder verleende vergunning. Deze richtlijnen betreffen o.a. het bebouwingspercentage, de bouwhoogte, de zichtlijnen, de afstand tot de openbare weg, het type en het aantal woningen.

Beantwoording

  • 1. De bebouwing aan de Duikerstraat gelegen in het Gooikerspark maakt integraal onderdeel uit van het ontwerp voor het Gooikerspark, zoals dat destijds is gemaakt en planologisch is vastgelegd in het bestemmingsplan Gooikerspark (vastgesteld 01-03-2004, goedgekeurd 21-09-2004). De reden dat er destijds gekozen is voor woningbouw in het park is dat in de exploitatieopzet van de Vijfhoek rekening is gehouden met een deel van de financiering van het Gooikerspark. De rest van de financiering moet door het park zelf opgebracht worden. De enige inkomstenbron die een substantiële bijdrage kan leveren is de verkoop van bouwgrond.
  • 2. Ondanks dat de bouw van de 8 woningen aan de Duikerstraat nog niet is gestart, is de reeds verleende bouwvergunning uit 2008 niet verlopen. Van deze bouwvergunning kan nog steeds gebruik gemaakt worden. Indien de eigenaar van de gronden andere woningen wil bouwen en/of wijzigingen wil aanbrengen aan de huidige vergunde woningen die niet vergunningsvrij zijn dan zal hij een nieuwe aanvraag bouwvergunning moeten aanvragen.
  • 3. Indien er om welke reden dan ook een nieuwe bouwvergunning wordt aangevraagd, dan zijn de regels, zoals deze zijn opgenomen in onderhavig bestemmingsplan het toetsingskader. Deze planregels zijn overeenkomstig de voorschriften uit het bestemmingsplan Gooikerspark. Het maximaal aantal woningen, de maximale bouwhoogte van de woningen, de minimale afstand tot de openbare weg en het maximale bebouwingspercentage zijn hier in vastgelegd.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.10 Inspreker 11

De bewoners van de J.W. Pienemanstraat geven aan dat bij de koop van hun woning is aangegeven dat er op het perceel gelegen aan de overzijde maximaal zes seniorenwoningen bestemd voor woonwagenbewoners zouden worden bebouwd met een maximale hoogte van 4,5 meter. Aangezien er sinds 2004 geen belangstelling is getoond voor de locatie, er in Deventer nog andere locaties zijn die niet bezet of verlaten zijn en door het plaatsen van de geluidswal het bouwbestemmingsgedeelte is verkleind naar maximaal 12 x 35 m. verzoeken de bewoners het bestemmingsplan te wijzigingen in groen of in wonen.

Indien toch een woonwagenlocatie wordt overwogen, ondanks het overheidsbeleid dat erop is gericht minder woonwagenlocaties te realiseren, deze te verplaatsen naar de andere zijde van de 'Immer Weiter' fietsbrug, de Colmschaterstraatweg.

Beantwoording

Overeenkomstig het huidige bestemmingsplan 'De Vijfhoek Noord-West 1996, Vierde uitwerking, Het Fetlaer' is aan de J.W. Pienemanstraat een woonwagenlocatie voorzien. Deze woonwagenlocatie is vanaf het begin in de woonbouwplannen van de gemeente Deventer opgenomen. Zoals ook in de Woonvisie 2008+ van de gemeente Deventer weergeven is er in de gemeente Deventer nog altijd behoefte aan deze vorm van wonen. In elke uitbreidingswijk van enige omvang moet dan ook ruimte zijn voor de aanleg van woonwagenstandplaatsen (ca. 1% van het totaal aantal woningen). De gemeente heeft er in haar beleid tevens gekozen voor spreiding van de woonwagens over verschillende kleine kampjes in de stad. Mede in het licht van het principe van de ongedeelde stad ligt het voor de hand deze spreiding voort te zetten en niet te grote kampjes (max. acht woonwagenstandplaatsen) in te richten. Daarnaast is het vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst om tot grootschalige clustering over te gaan. Handhaving van de woonwagenlocatie in Het Fetlaer voor maximaal 6 woonwagens ligt gezien dit beleid dan ook voor de hand.

Verplaatsing van het woonwagenkamp naar de Colmschaterstraatweg is in het kader van deze actualisering van het bestemmingsplan geen issue. Daarbij is het Gooikerspark ruimtelijk en landschappelijk gezien geen gewenste locatie voor een woonwagenlocatie en de woonwijken Groot en Klein Douwel gelegen aan de overzijde van de Colmschaterstraatweg hebben binnen hun plangebied hun eigen woonwagenlocaties.

De ligging van het bestemmingsvlak voor woonwagens is in het voorontwerpbestemmingsplan niet juist opgenomen. Het bestemmingsvlak is te ver naar achteren ingetekend. Door de ligging van de geluidswal is realisatie van de bestemming op deze plek niet mogelijk. In het (ontwerp)bestemmingsplan is de ligging en de vorm van het bestemmingvlak aangepast. Door deze aanpassing is het mogelijk om tussen de geluidswal en weg maximaal 6 woonwagenstandplaats te realiseren.

Conclusie

Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. De ligging van de woonwagenlocatie is echter wel aangepast.