direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen
Plan: Vijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D118-VG01

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, in niet gestapelde vorm, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aanconform het gestelde in artikel 23.2;
  • b. zorgwoningen, uitsluitend na toepassing van het bepaalde in artikel 13.5;
  • c. het behoud, herstel en de versterking van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • d. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' voor de doeleinden, waarbij Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied van overeenkomstige toepassing is.

met de daarbij behorende

  • e. tuinen en erven;
  • f. paden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 60% bedragen, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangeduid;
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2bedragen;
    • 3. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2bedragen.
13.2.2 Aanvullende bouwregels hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen karakteristieke hoofdgebouwen niet verder worden uitgebreid;
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', 'maximale goot hoogte (m)' en 'maximale bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • e. hoofdgebouwen mogen plat worden afgedekt, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'minimale dakhelling (graden)' anders is aangeduid;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m³)' mag de inhoud van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, niet meer bedragen dan is aangeduid.
13.2.3 Aanvullende bouwregels aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

13.2.4 Aanvullende bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

13.3 Nadere eisen

Ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige situatie en/of het behoud van karakteristieke waarden kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering van gebouwen;
  • b. de bouw- en goothoogte van gebouwen;
  • c. de nokrichting en de dakhelling van kappen van gebouwen;
  • d. de inhoudsmaat van gebouwen.
13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in artikel 13.2.2 onder c, in die zin dat de inhoud van een hoofdgebouw mag worden vergroot tot 600 m³;
  • b. in artikel13.2.2 onder e, in die zin dat het hoofdgebouw plat mag worden afgedekt;
  • c. in artikel 13.2.3 onder a, in die zin dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon aan een op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouwbedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • d. in artikel 13.2.3 onder a en g, in die zin dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag worden verkleind tot 0 m;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - ontheffingsgebied 2' in die zin dat de maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw 7,5 m mag bedragen, met dien verstande dat de vergunning alleen kan worden verleend:
    • 1. voor ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte;
    • 2. voor bebouwing op ten minste 2 meter achter de naar de weg gekeerde gevel.
13.4.2 Toepassingsvoorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.4.1 kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie
  • e. de woonsituatie.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat:

  • a. gronden kunnen worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.
13.5.2 Toepassingsvoorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.5.1 kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de verkeer- en parkeersituatie.