direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk - Ziekenhuis
Plan: Voorstad-Oost / Rielerenk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D116-VG01

Artikel 10 Maatschappelijk - Ziekenhuis

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Ziekenhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een ziekenhuis met de daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van zorg, verpleging, gemeenschappelijke ruimten en kantoren;
  • b. kinderopvang, mits omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 10.3;
  • c. standplaatsen en warenmarkten;

en de daarbij behorende

  • d. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, sloten en bermen en speelvoorzieningen;
  • e. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, fiets- en voetpaden, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. op de tot 'Maatschappelijk - Ziekenhuis' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak ' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%) is aangeduid, met dien verstande dat als er geen bebouwingspercentage is aangegeven het 100% mag bedragen.
  • d. in afwijking van het gestelde in lid a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer dan 20 m2 bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m mag bedragen;
10.3 Afwijken van bouwregels
10.3.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 10.2.3 onder c, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak kan worden verhoogd tot 2 m.
10.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.