direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Buitengracht-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D114-OH01

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten;
  • b. verblijfsvoorzieningen, waaronder pleinen;
  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. kunstwerken
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen, waaronder begrepen (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen;
  • g. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein uitgesloten" geen parkeervoorzieningen op maaiveld zijn toegestaan;
  • h. nutsvoorzieningen, uitsluitend na toepassing van het bepaalde in artikel 16.3;
  • i. watergangen en andere waterpartijen;
  • j. bruggen, duikers en faunapassages;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een ondergrondse parkeervoorziening toegestaan;
  • l. bovendien, ter plaatse van de aanduiding "brug", voor de doeleinden als bedoeld in artikel 17 Water, met overeenkomstige toepassing van dat artikel.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen

Op de tot 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

16.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde een ondergrondse parkeervoorziening, geldt de volgende regel:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m2 mag bedragen.

Voor het bouwen van een ondergrondse parkeervoorziening als bedoeld in 16.1 onder k. gelden de volgende regels:

  • b. de diepte van een ondergrondse parkeervoorziening mag maximaal 3,50 meter bedragen;
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen.
16.3 Afwijking van de bouwregels
16.3.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden toegestaan dat in afwijking van het bepaalde in artikel 16.2.1 een ondergeschikt gebouw wordt gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt;
  • b. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt.
16.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie.
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen.