direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D111-VG01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Structuurplan Deventer 2025 (2004)

In het Structuurplan Deventer 2025 (april 2004) zijn de toekomstige ruimtelijke opgaven voor Deventer en de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld gebracht.

Deventer wil ruimte bieden aan voldoende en kwalitatief goede woningen in de nieuwbouw en het bevorderen van de aantrekkelijkheid en gevarieerdheid van de bestaande wijken.

3.3.1.1 Centrumfuncties

Ten aanzien van de Deventer binnenstad wordt op het vlak van centrumfuncties en voorzieningen gesteld dat het beleid zich richt op een aantrekkelijk winkel- en uitgaansgebied, vergroting van de leisurefunctie en het benutten van culturele en historische kwaliteiten van de binnenstad en de IJssel. Doel is het kernwinkelgebied aantrekkelijker te maken door de openbare ruimte sterk te verbeteren, de leisurefunctie te vergroten en de historische kwaliteiten van de stad verder te ontwikkelen. Bijzonder onderdeel van de leisure-ontwikkeling in de binnenstad is de inrichting van de voormalige Boreelkazerne e.o. aan de rand van de historische binnenstad, net buiten het plangebied. Deze ontwikkeling is inmiddels gerealiseerd.

Het integraal streefbeeld Deventer Stad luidt als volgt:

In de stad Deventer is de stedelijke herstructurering, zowel voor wonen als werken, één van de belangrijkste opgaven, naast de ontwikkeling van de verschillende inbreidingslocaties. De stedelijke herstructurering zal integraal worden aangepast; er ligt hier zowel een ruimtelijke, sociale als economische opgave. Inbreiding en stedelijke herstructurering worden zo veel mogelijk gekoppeld aan het versterken van de stedelijke groen- en waterstructuur en het verbeteren van de openbare ruimte. De capaciteit van de hoofdwegenstructuur zal worden vergroot.
Voor het zo goed mogelijk waarborgen van met name de interne bereikbaarheid van Deventer is aanpassing en opwaardering van de hoofdwegenstructuur noodzakelijk. Verbetering van de uitstraling van de diverse stedelijke entrees is hierbij een belangrijk uitgangspunt.
Tot slot wordt de centrumfunctie van Deventer de komende jaren verder versterkt. In en rondom de binnenstad is de Boreelkazerne heringericht en zal er sprake zijn van herontwikkeling van stedelijke pleinen, het stadskantoor en de bibliotheek.  

3.3.1.2 Detailhandel

Deventer kent een functionele winkelhiërarchie met een heldere ruimtelijke structuur. Diverse locaties worden onderscheiden waarvan de binnenstad er één is. De regionale positie is onder druk komen te staan. Het kernwinkelgebied is klein en de binnenstad mist een herkenbaar, goed winkelcircuit. Door de historische omgeving zijn, vooral voor enkele landelijk opererende formules, de winkelpanden in de binnenstad te klein van omvang. Ingezet wordt op vergroting van de attractiviteit, verbetering van de bereikbaarheid en uitbreiding van grootschalige detailhandel bij de Boreelkazerne.

3.3.1.3 Voorzieningen

Deventer zet in op een volwaardig en compleet voorzieningenniveau, passend bij het schaalniveau van de buurt of wijk. In de binnenstad zijn veel culturele voorzieningen gevestigd die qua aard en omvang prima passen in de binnenstad.

3.3.1.4 Verkeer en parkeren

Voor de stad en daarmee ook het stadscentrum wordt gestreefd naar een optimale bereikbaarheid met behoud van leefbaarheid en verkeersveiligheid. Kernpunten zijn het op- en herwaarderen van de hoofdwegenstructuur, het verbeteren en uitbreiden van het fietsnetwerk en het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen rond de binnenstad. Algemeen uitgangspunt op het vlak van verkeer en parkeren is een voor alle vervoerswijzen bereikbare en aantrekkelijke, zo veel mogelijk autoluwe binnenstad. Maatregelen in dit kader zijn ondermeer een betere bediening van de binnenstad met openbaar vervoer en een concentratie van parkeerplaatsen voor bezoekers in enkele grootschalige (nieuwe) parkeervoorzieningen, direct aan de toegangswegen. Ook het parkeren voor bewoners van de binnenstad is een aandachtspunt.

3.3.1.5 Openbare ruimte

Deventer zet in op het verder versterken van de stedelijke structuur. Aandachtspunten zijn de relatie met de IJssel, de entrees van de stad en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte in combinatie met bijvoorbeeld herstructurering. Het versterken van de groenstructuur draagt bij aan de oriëntatie in en beleving van de stad.

3.3.2 Structuurvisie Detailhandel (2010)

De Structuurvisie Detailhandel is februari 2010 vastgesteld en per 1 april 2010 in werking getreden. De gemeente Deventer geeft de komende jaren met haar nieuwe detailhandelsbeleid bestaande winkelgebieden een kwalitatieve impuls. Daarmee ontstaat ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, zoals schaalvergroting, brancheverbreding en specialisatie.

De detailhandel speelt een belangrijke rol in de Deventer binnenstad. Met de sfeerbepalende winkels in het historische centrum en De Boreel, heeft Deventer een sterke en aantrekkelijke binnenstad. Door in te zetten op de kwaliteit en niet de kwantiteit, wil de gemeente meer eenheid en winkelplezier realiseren.

In de Structuurvisie wordt een onderscheid gemaakt tussen de dagelijkse en de niet-dagelijkse artikelensector. Voor de binnenstad geldt in de dagelijkse detailhandelsstructuur dat niet alleen een positie wordt vervuld binnen het eigen directe verzorgingsgebied, maar ook binnen de hele gemeente op het gebied van het specialistische en exclusieve en luxe aanbod. Voor de niet-dagelijkse detailhandelsstructuur vormt de binnenstad het recreatieve koopcentrum voor de lokale en regionale consument. Deze positie dient versterkt te worden. Het centrumgebied vraagt daarvoor om zowel ruimtelijke als functionele impulsen. Een deel van de beschikbare marktruimte dient gereserveerd te worden voor de doorontwikkeling van de binnenstad (Broederenplein, Stromarkt). Hier kan gedeeltelijk tegemoet gekomen worden aan de marktvraag naar grootschalige formules in de branchegroep mode en luxe. De Boreel, gelegen buiten het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan, vormt een volwaardig onderdeel van de binnenstad. Het versterkt de binnenstedelijke positie en geeft vorm aan grootschalige detailhandel die intensief bezocht wordt. Met het herstel van de Boreelkazerne moet de ruimtelijke relatie met de oude binnenstad versterkt worden.

Toekomstperspectief en strategie binnenstad Deventer
De binnenstad van Deventer is het hoofdwinkelgebied van de stad. Het betreft de binnenstad en De Boreel. Het toekomstperspectief is gericht op versterken van de detailhandelsfunctie door: ruimte voor schaalvergroting, uitbreiding recreatief aanbod, verbetering routing zoals verbinding Walstraat-Boreel, Broederenplein, Stromarkt, Proosdijpassage, via Kleine Poot.  

3.3.3 Economisch businessplan (2005)

Het Economisch businessplan geeft het kader van het economisch beleid voor de gemeente Deventer. Centraal staat dat kennis en kwaliteit zorgen voor voldoende en gevarieerde werkgelegenheid. Dit wordt bereikt door een aantrekkelijk vestigingsklimaat, ondernemersklimaat en arbeidsmarkt te creëren, Om dit te realiseren wordt langs drie sporen financiële middelen ingezet. Deze sporen zijn: 1) advisering economisch beleid, 2) bijdragen aan projecten en 3) indirecte stimulering door de overheid geïnitieerde investeringen.

3.3.4 Horecabeleid 'Ruimte voor kwaliteit 2009-2014'

In juni 2009 is het horecabeleid 'Ruimte voor kwaliteit 2009-2014' vastgesteld. Het horecabeleid is per 1 oktober 2009 in werking getreden. Dit beleid van de gemeente Deventer geeft horecabedrijven de mogelijkheid met nieuwe formules beter in te spelen op de snel veranderende wensen van de consument. De horeca kan een bredere doelgroep aanspreken en dat komt de vitaliteit en aantrekkelijkheid van de binnenstad ten goede. Daarbij wordt respectvol omgegaan met de huidige ruimtelijke en economische structuur van de stad en de leefbaarheid voor omwonenden. De vestigingsgebieden van de horeca blijven onaangetast in hun aard en verschijning. De beeldkwaliteit van de binnenstad blijft behouden. Het horecabeleid is ontwikkeld samen met horeca, politie, brandweer en enkele Brinkbewoners.

Vooral op het centrale deel van De Brink krijgt de horeca meer ruimte om zich te vestigen. Onder voorwaarden is het mogelijk om zowel horizontaal (buurpanden) als verticaal (bovenverdiepingen) uit te breiden. Daarnaast mogen alle bedrijven in dit gebied langer open zijn. De kop van de Brink dient te worden behouden als verdeelcentrum van de binnenstad. Hierbij hoort een representatief aanbod aan functies. Op de andere binnenstadspleinen is beperkte uitbreiding mogelijk. Voor de woonwijken blijft het huidige beleid gelden.

Het nieuwe horecabeleid is vertaald in dit bestemmingsplan. In paragraaf 5.3.3. wordt dieper ingegaan op de categorisering en de gebiedsindeling die is opgenomen in het beleid.

3.3.5 Terrassenplan en Beleidsregels Terrassen

In februari 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders het Terrassenplan Deventer 2011 vastgesteld. In juni 2012 zijn de beleidsregels Terrassen door de burgemeester vastgesteld. Deze beleidsregels zijn op 21 juni 2012 in werking getreden. De afspraken die gemaakt zijn in het terrassenplan en alle andere aspecten die meespelen rondom de terrassen zijn nu verwoord in beleidsregels. Hierin staat wat wel en niet is toegestaan. Afgesproken is dat op 1 april 2014 alle terrassen in de gebieden die zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht voldoen aan de criteria 'chique en ingetogen'.

3.3.6 Visie Binnenstad zuid (2004)

In 2004 is de Visie Binnenstad zuid 'Stad aan de IJssel' vastgesteld. Deze visie geeft een stedenbouwkundige en programmatische visie voor de (middel)lange termijnontwikkeling van het gebied dat loopt van het Muggeplein, de Nieuwe Markt, Het Grote Kerkhof, de Zandpoort, het Sluiskwartier tot aan de Silo aan de Eerste Havenarm. Bedoeling van de Visie is om als referentiekader te fungeren voor projecten in het plangebied. Om het stadsbeeld stapsgewijs, maar op een samenhangende manier te operationaliseren, wordt voor het gebied dat centraal staat in de visie bepleit om:

  • 1. vier nieuwe trekkers in de binnenstad te realiseren;
  • 2. pleinen en openbare ruimte terug te geven aan de stad;
  • 3. openbaar parkeren af te stemmen op een verbeterd verblijfsklimaat in de binnenstad;
  • 4. stadsreparaties uit te voeren en
  • 5. het Sluiskwartier en Silo e.o. te ontwikkelen tot eigentijdse milieus.

Tevens is in de visie ingegaan op de vraag hoe kwaliteiten en kansen in de binnenstad benut en versterkt kunnen worden en hoe kwetsbaarheden en onvolkomenheden te lijf gegaan kunnen worden. Aan de hand van zes thema's is hierbij een koers uitgezet. Het betreft de volgende zes thema's:

  • 1. kernwinkelgebied;
  • 2. openbare ruimte en IJsselfront;
  • 3. parkeren;
  • 4. bereikbaarheid per auto;
  • 5. publieke dienstverlening, gemeentelijke huisvesting en bibliotheek;
  • 6. Sluiskwartier en omgeving Silo.
3.3.7 Ambitiedocument: Deventer een bericht aan de stad (2010)

Vervolgens is voor de binnenstad van Deventer een Ambitiedocument: Deventer een bericht aan de stad opgesteld en in juni 2010 door de raad vastgesteld. Het ambitiedocument richt zich op de binnenstad als één functioneel gebied en benadrukt de factoren die de samenhang bepalen. Het vormt het kader voor de toekomstige binnenstadsontwikkelingen. Essenties zijn onder meer een verrassend voorzieningenaanbod in een historische en ontspannen setting en een unieke ligging aan de IJssel. Het versterken van deze kwaliteiten en de onderlinge samenhang, is een belangrijke voorwaarde voor een levendige en veelzijdige binnenstad in de toekomst.

De binnenstad vindt haar samenhang in vijf specifieke aspecten, die gemakshalve worden aangeduid met de “5 B's”:

  • Bereikbaarheid (gebied Boven: entreegebied rond het station);
  • Binnenstad (de strook van station naar de IJssel: de zogenaamde culturele loper);
  • de Boreel (het nieuwe commerciële complex);
  • Brug (de Wilhelminabrug met zijn aanlanding, die het Sluiskwartier scheidt van de binnenstad).
  • de Brink: dé centrale ontmoetingsplaats van Deventer.

In navolgende figuur is dit weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D111-VG01_0003.png"

Aspecten binnenstad: de 5 B's

De binnenstad krijgt ook samenhang door de wijze waarop vorm en functie van het openbaar gebied zich manifesteert. De beleving van de binnenstad wordt bepaald door de kwaliteit van de plint met zijn diversiteit aan gevelbeelden en winkelpuien, maar ook door de inrichting met haar verharding en stoffering. Het openbaar domein moet zo onbelemmerd mogelijk ruimte bieden aan de voetganger: richting gevend, veilig en comfortabel.

De marktwaarde van de binnenstad wordt versterkt door het aanscherpen van het karakter van de drie hoofdroutes: de “culturele loper”, de route naar De Brink en de route naar De Boreel. Daar tussendoor kan de toerist via een dwaalroute deze drie routes kruisen.

Bij het initiëren en realiseren van diverse binnenstadsontwikkelingen moet de samenhang met bovenstaande alles bepalende factoren centraal staan.

Bij het voorbereiden van elke maatregel, zowel van ruimtelijke dan wel van programmatische aard, moet rekening gehouden worden met de samenhang tussen de identiteit van de stad, het comfort van de functies en de vitaliteit de (bereikbare) economie.

Het document gaat verder in op drie focuspunten:

  • 1. een ambtenarenhuis
  • 2. bibliotheek
  • 3. cultuurinstellingen

In het document wordt geadviseerd naar deze focuspunten o.a. een haalbaarheidsstudie te verrichten.

In het document "Deventer: een bericht aan de stad, van ambitie naar concept" uit november 2010 is een studie verricht naar de ruimtelijke capaciteit van de voormalige Hegiusschool aan de Nieuwe Markt, het SNS-gebouw aan de Stromarkt en de huidige openbare bibliotheek aan Brink 70 ten behoeve van de mogelijke huisvesting van een bibliotheek en een film&theater.

De nadere uitwerking van de huisvesting gemeentelijke organisatie maakt geen onderdeel uit van dit uitvoeringsplan, maar volgt een apart traject.

Dit ambitiedocument heeft geresulteerd in haalbaarheidsstudies voor de openbare bibliotheek en het filmtheater. Deze voorstellen zijn op 23 november 2010 door het college vastgesteld en op 12 januari 2011 behandeld door de Politieke Markt.

3.3.8 Masterplan IJsselfront (2004)

De Deventer binnenstad dankt haar bestaan aan de ligging aan de rivier. Handel drijven, tol vragen, een loswal en havenfaciliteit markeren door de eeuwen heen de relatie tussen de stad en de rivier. Ook in recreatieve zin had de rivier een functie met een oud openluchtzwembad. sportvelden en als flaneer- en uitloopgebied. Begin 1900 waren beiden zijden van de stad daartoe verbonden. Oude prenten laten een kwaliteitsgebied zien gelijk aan de trotse binnenstad. Eind jaren negentig van de vorige eeuw was de hoofdfunctie van de Welle nog slechts vooral de doorgang voor automobilisten . Het IJsselhotel en Worpplantsoen maakten een vervallen indruk. De camping behoefte renovatie. Aan de stadszijde lag de Pothoofdkade er vervallen bij en dreigde voor de historische kademuur langs de Welle en Onder de Linden eveneens onherstelbaar verval.

Om het tij te keren heeft de gemeenteraad begin 2000 opdracht gegeven te onderzoeken hoe de relatie tussen de stad en rivier weer versterkt kon worden. Het nevendoel hierbij was om bezoekers en toeristen aan de stad te binden en langer vast te houden wat naast een maatschappelijk belang ook een economisch belang dient. Daartoe is een masterplan IJsselfront opgesteld en vastgestel door de gemeenteraad in 2004. Dit plan was het kader voor verdere ontwikkeling van het IJsselfront. Het planconcept omvat globaal de versterking van beide oevers waarbij zoveel mogelijk wordt uitgegaan van historische structuren en gebruik. Inmiddels zijn belangrijke onderdelen uit het plan gefaseerd uitgevoerd of in uitvoering met financiële steun van de provincie Overijssel en Europa. Aan de Worpzijde zijn het Worpplantsoen, het IJsselhotel en de Bolwerkersmolen (of Bolwerksmolen) in oude luister hersteld en is de camping gerenoveerd naar hedendaagse maatstaven. Aan de stadszijde is de hoge kademuur 'Onder de Linden' en de 'Wellekade' gerestaureerd en voorzien van een afmeervoorziening voor de recreatie- en beroepsvaart, de lage Wellekade voorzien van een nieuw plaveisel en de kadebalken vervangen. De Pothoofdkade heeft een nieuwe afmeervoorziening gekregen voor hedendaagse binnenstedelijke bedrijvigheid: toerisme. Het geheel wordt begeleid met een nieuwe sfeervolle aanlichting die het verblijf in de binnenstad in de avonduren moet veraangenamen en verlengen. De laatste fase van uitvoering, de toekomstige verkeersfunctie van de Welle en de herontwikkeling rondom de Wilhelminabrug en het Sluiskwartier wordt opgepakt vanuit het project Binnenstad/Sluiskwartier.

3.3.9 Pleinenvisie (2005)

De binnenstad van Deventer is naast een waardevolle historische verblijfplaats ook van groot economisch belang. Om die reden werkt Deventer continu aan een attractieve en bereikbare binnenstad. Als uitvloeisel hiervan zijn de afgelopen 10 jaar diverse kleine en grote projecten opgepakt. De pleinen in de binnenstad vormen een belangrijk onderdeel van de kwaliteit en attractiviteit van de Deventer binnenstad. Voor de ontwikkeling van de pleinen heeft de gemeente in 2005 de Pleinenvisie vastgesteld als richtinggevend kader. De pleinenvisie biedt een ruimtelijk perspectief. Het beschrijft de bestaande ruimten, de cultuurhistorische waarden en geeft een visie mee voor de toekomstige ontwikkeling langs vijf stappen:

  • 1. ruimte maken;
  • 2. ruimtelijkheid creëren;
  • 3. nieuwe functies toevoegen;
  • 4. benutten van de cultuurhistorie;
  • 5. goede architectuur en mooi ingerichte pleinen.

De visie onderscheidt drie hoofdtypen pleinen en pleinruimten:

  • 1. De Boulevard: de verbinding en aanliggende pleinen en pleinruimtes tussen de Verzetslaan en de IJssel;
  • 2. De Stadsas, die het Stationsplein verbindt met de Zandpoort/Brink;
  • 3. Stadskamers, de verbinding tussen het Stationsplein en IJssel inclusief aanliggende pleinen zoals het Broederenplein, Lamme van Dieseplein, Stromarkt, Grote Kerkhof en Nieuwe Markt.
3.3.10 (Herijking) Nota Hoofdwegenstructuur Deventer (2007) / Bericht aan de stad: Deventer binnen bereik (2011)

Deventer is een dynamische stad die volop in ontwikkeling is. Hoewel deze ontwikkelingen op zich positief zijn voor de stad, kennen ze ook een keerzijde. Samen met de landelijke trend van een stijgende mobiliteit, hebben ze tot gevolg dat het steeds drukker wordt op de Deventer wegen: met meer opstoppingen en een toename van verkeersoverlast tot gevolg. Om hier zo optimaal mogelijk mee om te gaan heeft de gemeente in december 2001 de Nota Hoofdwegenstructuur Deventer bereikbaar en leefbaar vastgesteld. Verschillende omstandigheden maakten een herijking echter noodzakelijk, waarvoor in 2007 de Herijking Nota Hoofdwegenstructuur is opgesteld. De herijking neemt het in 2001 al ingezette beleid als uitgangspunt. Ten slotte is in 2011 het Bericht aan de stad: Deventer binnen bereik vastgesteld. Hierin is veel aandacht voor het verkeers- en vervoerbeleid in en rond de binnenstad. Er ligt verder een nadrukkelijke koppeling met het eveneens vastgesteld Ambitiedocument voor de binnenstad. In essentie valt de boodschap in het Bericht aan de stad binnen de eerder vastgestelde kaders van de (Herijking) nota hoofdwegenstructuur.

Centrale doelstelling (Herijking) Nota Hoofdwegenstructuur
Deventer en bestemmingen in Deventer zijn zo optimaal mogelijk bereikbaar, binnen het (soms wettelijke) kader van leefbaarheid en verkeersveiligheid.  

Hiervan afgeleide doelstellingen zijn onder andere:

  • het optimaliseren van de samenhang tussen economie, ruimte, verkeer en leefbaarheid;
  • het in stand houden en waar mogelijk versterken van collectieve kwaliteiten, zoals de historische binnenstad, het waardevolle landschap en de stedelijke structuur;
  • het stimuleren van fietsgebruik en collectief vervoer;
  • het minimaliseren van hinder, veroorzaakt door autoverkeer;
  • een duurzaam veilige inrichting en categorisering van wegen;
  • een goede bereikbaarheid van economische centra;
  • het afstemmen van lokaal, regionaal en landelijk beleid.

Voor een groot deel van de maatregelen is geen bestemmingsplanwijziging nodig.

3.3.11 Parkeerbeleid

De gemeente Deventer heeft de hoofdlijnen van het parkeerbeleid voor de periode 2006 tot 2010 vastgelegd in de 'Kadernotitie Uitvoering Parkeerbeleid' (2005). De nadere uitwerking van deze notitie is opgenomen in het 'Uitvoeringsplan Parkeerbeleid' (2007).

Voor het parkeerbeleid worden de volgende doelstellingen gehanteerd die van belang zijn voor de binnenstad:

  • bereikbaarheid: parkeerregulering is noodzakelijk om verstopte wegen en parkeerterreinen te voorkomen en te zorgen voor een goede bereikbaarheid. Dit vraagt om nette en goede bereikbare parkeervoorzieningen voor een verantwoorde prijs.
  • leefbaarheid: het parkeerbeleid wordt ingezet om het gebied waar mogelijk autoluw te maken, zodat middenstand, activiteiten en cultuur de ruimte krijgen. Tegelijk verbetert de leefbaarheid door minder auto's op straat en een betere luchtkwaliteit.

Om de binnenstad aantrekkelijker te maken en de leefbaarheid te verbeteren, is het wenselijk dat er minder op straat wordt geparkeerd. Het streven is dat ook vergunninghouders die nu parkeren in de binnenstad gebruik gaan maken van de parkeergarages aan de ring.

3.3.12 Fietsbeleidsplan 2010-2015 'Deventer Fietst!'

Het Fietsbeleidsplan 2010-2015 'Deventer Fietst!' is op 24 februari 2010 vastgesteld en is onder andere in te zien via www.deventer.nl/deventerfietst . In dit beleidsplan is vastgelegd dat Deventer ernaar streeft fietsen voor iedereen aantrekkelijk te laten zijn: inwoners en bezoekers. Voor verplaatsingen in de stad pak je liever de (elektrische) fiets dan de auto of de bus. Dat geldt voor woon-werk verkeer, voor zakelijk verkeer, om naar school te gaan, om te winkelen en om te recreëren. Fietsen draagt bij aan een economisch gezonde stad. Hoe meer fietsers, des te minder files en vertragingen, die de economie schaden. Tenslotte vragen fietsers minder ruimte dan de automobilist, hetgeen tot uiting komt in minder forse investeringen. Om hier uitvoering aan te geven moet er een netwerk van comfortabele doorgaande routes komen, waarover snel en veilig de bestemming wordt bereikt. Bij voorzieningen moet iedereen zijn of haar fiets vlot, betrouwbaar en gratis kunnen stallen. Naast deze fysieke verbeteringen dient het fietsen met andere activiteiten te worden gestimuleerd om groei te realiseren. Verder verdient de ontwikkeling van het gebruik van de elektrische fiets de nodige aandacht. In het fietsbeleidsplan staan hiertoe doelstellingen en maatregelen benoemd met betrekking tot fietsveiligheid, fietsgebruik, fietsparkeren, comfort en doorstroming, ruimtelijke ordening en de fiets, fietsdiefstal en sociale veiligheid.

Specifiek van belang voor dit bestemmingsplan binnenstad zijn de volgende doelstellingen:

  • Parkeervoorzieningen voor fietsers moeten in 2015 voldoen aan de vraag op het gebied van kwaliteit, kwantiteit en locatie (75% van de bewoners is het hiermee (zeer) eens).
  • Zoveel mogelijk bedrijven hebben een fietsparkeerbeleid en voldoen aan de landelijke richtlijn FietsParKeur (een keurmerk voor fietsparkeersystemen). Deze richtlijn dient opgenomen te worden in de bouwverordening. Verder is opname van deze richtlijn in gemeentelijke procedures gewenst (omgevingsvergunning / bestemmingsplan).
  • In bestemmingsplannen moet altijd rekening worden gehouden met fietsvoorzieningen in al zijn verschijningsvormen: fietsverbindingen, fietsparkeren (openbare ruimte, bij de woning en bij bedrijven/instellingen etc.) en fietsveiligheid.
  • Binnen de bebouwde kom wordt gestreefd naar een fietsnetwerk met een maaswijdte van 400 m. In de binnenstad wordt deze norm momenteel niet gehaald.
3.3.13 Groenbeleidsplan

Het Groenbeleidsplan (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken is in het Groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

Groenvisie
"De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerp bewust beheren".  
3.3.14 Gemeentelijk waterbeleid

Het gemeentelijk waterbeleid is vastgelegd in het Waterplan Deventer (2007-2010) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2010 - 2015).

Het Waterplan is een gezamenlijk plan van de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe en het waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Er staat in welke knelpunten deze organisaties zien in de waterhuishouding en hoe ze die denken op te lossen. In het Waterplan staan de belangrijkste maatregelen die de waterorganisaties de komende jaren samen willen treffen. Ieder jaar wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Eén van de te nemen maatregelen is bijvoorbeeld: indien mogelijk schoon regenwater niet af te voeren naar de riolering, maar te infiltreren, dan te bergen en vervolgens pas af te voeren naar het oppervlaktewater door middel van een bodempassage. Om mogelijkheden tot afkoppeling en infiltratie ter plaatse van het plangebied te onderzoeken, moet een infiltratieonderzoek worden uitgevoerd.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer (GRP) 2010-2015 wordt het gemeentelijk beleid, de uit te voeren programma's in de planperiode en de investeringen beschreven. Deventer streeft naar duurzaam stedelijk waterbeheer. Dit houdt in:

  • een optimale waterhuishouding van het stedelijke en omliggende gebied;
  • zo veel mogelijk conserveren van gebiedseigen water volgens het principe 'vasthouden', 'bergen' en 'afvoeren';
  • het zo goed mogelijk benutten van schone lokale bronnen (kwel en neerslag);
  • het verminderen van het gebruik van drinkwater voor laagwaardige toepassingen;
  • het omgaan met water volgens het principe 'schoonhouden', 'scheiden' en 'schoonmaken'.

In Deventer worden in principe alleen nog verbeterde gescheiden rioolstelsels aangelegd. Bij herstructurering van bestaande woon- en werkgebieden en bij ontwikkeling van nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen, wordt verhard oppervlak zo mogelijk afgekoppeld van de riolering.

In combinatie hiermee worden maatregelen genomen om het regenwater in de bodem te laten infiltreren of te laten afstromen naar extra berging in open water.

Grondwateroverlast moet zo veel mogelijk worden tegengegaan in stedelijke gebieden. Bij een locatiekeuze wordt hier rekening mee gehouden. Per locatie worden de mogelijkheden voor mitigerende en compenserende maatregelen bekeken.

Bij nieuwe ontwikkelingen in het onderhavige plangebied dient met dit beleid rekening te worden gehouden.

3.3.15 Beleidsnota Beroep en bedrijf aan huis (2007)

De beleidsnota 'Beroep en Bedrijf' aan huis biedt duidelijkheid over wanneer het wel en wanneer het niet mogelijk is een bedrijf of beroep aan huis te hebben. Het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten thuis kan een positieve uitstraling hebben op de woonomgeving; het kan de wijk of buurt verlevendigen. In sommige gevallen kan het echter ook ongewenste situaties met zich meebrengen. Zo kan een bepaalde activiteit bijvoorbeeld een ongewenste verkeersaantrekkende werking hebben of voor anderen overlast met zich mee brengen. Onderstaande criteria zijn ter voorkoming van deze ongewenste situaties.

Een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan indien:

  • het ondergeschikt is aan de woonfunctie: max. 35 % van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt tot een maximum van 50 m2;
  • er mag geen onevenredige hinder en overlast worden veroorzaakt;
  • de persoon die de activiteit uitoefent moet tevens bewoner van het huis zijn;
  • er mag geen horeca, detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  • alleen categorie 1 bedrijven (volgens VNG-brochure "bedrijf en milieuzonering") zijn toegestaan;
  • er mag geen duidelijk waarneembare nadelige invloed zijn op de verkeerssituatie.

In afwijking van het verbod op horeca mag binnen de woonbestemming onder bepaalde voorwaarden wel een Bed & Breakfast voorziening worden gerealiseerd. Naast bovenstaande criteria geldt dat er sprake moet zijn van een toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid, waarbij het zelfstandig functioneren als wooneenheid dient te worden uitgesloten, het authentieke uiterlijke of de verschijningsvorm van de woningen dient te worden gehandhaafd en het maximaal aantal bedden ten dienste van de toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid is 4.

3.3.16 Sociale Structuurvisie (2004) en Sociaal Programma (2005)

De ambitie van de gemeente is om binnen het sociale domein met bewoners en instellingen te bouwen aan wijken en dorpen waar het prettig leven is.

In 2004 en 2005 zijn respectievelijk de Sociale Structuurvisie en het Sociaal Programma vastgesteld. Een van de uitwerkingspunten van het sociaal programma is het ontwikkelen van beleid voor voorzieningen en accommodaties in Deventer. Centraal daarin staat de vraag welke voorzieningen we voor onze burgers nodig hebben in de toekomst. Dan gaat het bijvoorbeeld om voorzieningen voor de jeugd, brede scholen, voorzieningen voor wonen, zorg en welzijn en ruimten voor burgerinitiatief. Dit beleid is beschreven in de 'Uitvoeringsschetsen voorzieningen en accommodaties in Deventer' vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2007.

Er zijn wel uitgangspunten bekend die meegenomen moeten worden in bestemmingsplannen. Het gaat om de volgende zaken:

  • meer ruimte voor jongeren (Te gek een eigen plek; zie paragraaf hieronder);
  • de kracht van de stad centraal: het bestaande accommodatie-aanbod is sterk versnipperd; er is veel maar er wordt niet optimaal gebruik van gemaakt. Bij het vormgeven van haar regierol op accommodaties wil de gemeente nadrukkelijk alle bestaande accommodaties betrekken (denk aan verzorgingshuizen, sportkantines, speeltuingebouwen, zalen van kerken, scouting e.d.);
  • multifunctionaliteit: het bundelen van functies op het terrein van wonen, zorg en welzijn, en functies ten behoeve van spitsuurgezinnen (school, kinderopvang, winkels, bibliotheek e.d.). In accommodatietermen wordt bijvoorbeeld gedacht in de volgende concepten: brede scholen, scholen, jongerenruimtes, een gezondheidscentrum, een zorgknooppunt, een wijkvoorzieningencentrum, een Kulturhus.

Daarnaast is het gewenst dat gebouwen in buurten en wijken 'levensloopbestendig' zijn. Dit betekent dat gebouwen mee kunnen groeien met de bevolkingsontwikkeling in een wijk. In nieuwbouwwijken is eerst vaak veel behoefte aan bijvoorbeeld onderwijs, kinderopvang e.d. Later moeten die functies omgevormd kunnen worden in bijvoorbeeld zorg en dienstverlening. Dit betekent dat een brede maatschappelijke bestemming gewenst is om slagvaardig en snel in te kunnen spelen op de behoefte van een buurt of wijk.

In dit bestemmingsplan is met voornoemde uitgangspunten rekening gehouden.

3.3.17 Visie op spelen, 'samen spelen kun je overal'

Spelen, bewegen en verblijven in de buitenruimte is voor de gemeente Deventer erg belangrijk. De openbare ruimte biedt mensen deze mogelijkheid ongeacht leeftijd, geloof of afkomst. Om zowel de kwaliteit als de kwantiteit van speelmogelijkheden te garanderen levert de gemeente maatwerk. Naast keurig ingerichte speelgelegenheden is speelaanleiding ook steeds meer in opkomst en worden de komende tien jaar drie grote natuurspeelplekken gerealiseerd. De visie van de gemeente is verwoord in de in oktober 2010 vastgestelde visie 'samen spelen kun je overal'.

Om in de komende jaren (2010-2019) verantwoorde keuzes te kunnen maken biedt het visie op spelen een handleiding voor het ontwerpen, realiseren en beheren van speelgelegenheden. Hierdoor ontstaat op termijn eenheid in kwaliteit en een diversiteit aan speelgelegenheden.

Gemeente Deventer streeft de volgende visie na op spelen op openbare speelgelegenheden: Integraal spelen waarbij iedere leeftijdscategorie de mogelijkheid wordt geboden actief en participerend gebruik te maken van de openbare ruimte, met een inrichting afgestemd op de behoefte van de gebruikers, aansluitend bij de maatschappelijke en sociale ontwikkelingen in Deventer.

De visie op spelen is geschreven vanuit de wens om spelen breder te trekken dan alleen voor kinderen waarbij participatie een zeer belangrijke rol speelt. Hierbij maakt Deventer gebruik van de kracht van de samenleving. Niet altijd wordt een intensief participatietraject op touw gezet. Bij het vervangen van een enkel toestel zal de participatie minimaal zijn.

Als onderdeel van het integraal spelen streeft de gemeente naar natuurlijke speelgelegenheden. Spelen en bewegen in de natuur is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van mensen. De visie op spelen gaat uit van een vernieuwde denkrichting waarbij eerder opgestelde ambities waar mogelijk zijn meegenomen.

Conclusie

De bestemmingsregeling van onderhavig bestemmingsplan biedt voldoende ruimte om de uitvoering van de plannen uit de bovengenoemde adviesnota mogelijk te maken.

3.3.18 Adviesnota Te gek een eigen plek - Informele ontmoetingsplekken voor jongeren

In oktober 2005 heeft de stedelijke themagroep Jongeren de adviesnota 'Te gek een eigen plek' aangeboden aan het college van Burgemeester en Wethouders. De nota geeft een advies over een evenwichtig over de stad verspreid aanbod van informele ontmoetingsplekken voor jongeren.

De nota geeft een indeling in verschillende categorieën van plekken waar jongeren elkaar informeel ontmoeten. De categorieën zijn:

  • What's Up (Kleine plekken voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en bijpraten. Slechts enkele voorzieningen als bankjes e.d.);
  • Stay Around (Iets grotere plekken voor 10 tot 40 jongeren waar jongeren afspreken en activiteiten kunnen ontplooien. Voorbeelden: trapveldje, basketbalveldje);
  • No Problem (Grotere plekken op afstand van de bebouwing om overlast voor omwonenden te beperken. Vaak grotere voorzieningen aanwezig. Voorbeelden: overkapping, skatebaan, verharding).

De adviesnota is gekoppeld aan de uitvoering van het speelbeleidsplan. Per wijk wordt bij de realisatie van het speelbeleidsplan gestreefd naar de realisatie van minimaal één 'No problem' plek en wordt bij de inrichting van overige speelplekken gestreefd deze te laten voldoen aan een 'What's up' of 'Stay Around' voorziening.

Bij het opstellen van bestemmingsplannen zal worden gestreefd naar zo veel mogelijk flexibiliteit om bij een verzoek van de jongeren over te kunnen gaan tot realisatie van een informele ontmoetingsplek.

Bij de adviesnota is een kaart gevoegd met een advies over locaties voor informele ontmoetingsplekken. Bij verzoeken vanuit de jongeren dient deze kaart als uitgangspunt voor het zoeken naar een geschikte locatie.

Algemeen gesproken levert dit bestemmingsplan, afhankelijk van de omvang van de locatie en de voorzieningen, geen problemen op voor het realiseren van kleinere  ontmoetingsplekken en speelvoorzieningen, ook voor jongeren (What's Up of Stay Around). Om tot een goede locatie te komen voor een 'No Problem' plek, waarbij ook op zorgvuldige wijze met de belangen van omwonenden, de jongeren zelf en andere belanghebbenden rekening kan worden gehouden, zijn mogelijkheden opgenomen binnen de planregels.

3.3.19 Woonvisie 2008+

Op 25 maart 2009 is de Woonvisie 2008+ vastgesteld door de gemeenteraad. De visie op wonen bestaat uit vier uitgangspunten:

  • 4. Voldoende woningen, van goede kwaliteit;
  • 5. een ongedeelde samenleving, op wijkniveau;
  • 6. keuzevrijheid voor alle inwoners;
  • 7. aanjagen van de doorstroming, beperken van de scheefwonen.

Deze vier uitgangspunten vormen de basis voor verdere uitwerking van het woonbeleid.

De opgave bij planontwikkelingen in de toekomst ligt in het realiseren van meer eengezinswoningen en meer sociale koopwoningen.

3.3.20 Nota Prostitutiebeleid (2000)

Het integrale prostitutiebeleid, dat in verband met de opheffing van het bordeelverbod op 1 oktober 2000, is ontwikkeld, is verwoord in de Nota Prostitutiebeleid (juli 2000). De nota bevat een omschrijving van de doelstellingen van het beleid en er wordt ingegaan op een aantal aspecten zoals: bestrijding van de criminaliteit, het vestigingsbeleid met betrekking tot seksinrichtingen en gezondheidszorg.

Ten aanzien van het vestigingsbeleid behoren onder andere de volgende punten tot het ruimtelijk kader:

  • de bestaande seksinrichtingen kunnen in principe gehandhaafd blijven voor zover zij op een geschikte locatie zijn gesitueerd en voor de omgeving geen onevenredige overlast tot gevolg hebben;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in woonwijken is uitgesloten;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in het buitengebied (met uitzondering van stadsrandzones) is uitgesloten;
  • sekswinkels met alleen een detailhandelsfunctie kunnen worden toegelaten op percelen met een winkelbestemming;
  • de nieuwvestiging van prostitutiebedrijven zal alleen gerealiseerd kunnen worden via een ruimtelijke ordeningsprocedure.
3.3.21 Omgevingsvisie externe veiligheid (2007)

Op 4 juli 2007 is door de Raad de "Omgevingsvisie externe veiligheid" vastgesteld. In die nota is de ambitie vastgelegd wat betreft het veiligheidniveau wat moet worden nagestreefd per deelgebied in Deventer. Voor de transportzone langs het spoor en de IJssel is vastgelegd dat overschrijding van het plaatsgebonden risico voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet acceptabel is en dat de oriënterende waarde van het groepsrisico onder voorwaarden mag worden overschreden. Voor woonwijken is vastgelegd dat overschrijding van het plaatsgebonden risico voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet acceptabel is en dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet mag worden overschreden.

Conclusie

Dit bestemmingsplan in consoliderend van aard. Binnen het plangebied wordt aan de ambitieniveau's voldaan. Met voorgaand beleid dient bij nieuwe ontwikkelingen in het onderhavige plangebied rekening te worden gehouden.

3.3.22 Visie Duurzaam Deventer (2009)

In het Milieubeleidsplan 2003-2008 staat een integrale benadering van milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en wonen en verkeers- en vervoersbeleid centraal. Het plan is daarom gebaseerd op de drie pijlers van het gemeentelijke beleid, zoals vastgelegd in de Stadsvisie. Vanuit milieuperspectief zijn per pijler de volgende milieu-uitgangspunten opgesteld:

  • ruimtelijke ontwikkeling en milieu: behoud van bestaande milieukwaliteiten, verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  • economische ontwikkeling en milieu: een duurzame ontwikkeling en betrokkenheid en verantwoordelijkheid van ondernemers staat centraal;
  • maatschappelijke ontwikkeling en milieu: de betrokkenheid van de burger.

In juni 2009 is de Visie Duurzaam Deventer 2009 bestuurlijk vastgesteld. Deze visie bevat de kaders en beleidsrichtingen op hoofdlijnen voor een nieuw milieuprogramma. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een nieuwe aanpak van ons milieubeleid. En om daadwerkelijk bij te dragen aan de kwaliteit en toekomstbestendigheid van ons leefmilieu, zal Deventer zich ontwikkelen tot een vitale, duurzame en innovatieve gemeente.

Het milieubeleid raakt de woon- en leefkwaliteit van inwoners en de economische basis van het bedrijfsleven. De gemeente heeft daarom drie speerpunten benoemd waarvoor extra inzet nodig is:

  • klimaat;
  • ecologie;
  • afval.

Het vraagstuk rond de klimaatverandering en de eindigheid van de fossiele energievoorraad raakt ons allemaal. De gemeentelijke ambitie is dat Deventer in 2030 klimaatneutraal is.

Vanuit ecologisch perspectief profiteert de mens van de natuurlijke omgeving met al zijn variaties. Het behouden en verbeteren van deze omgeving is een ambitie van de gemeente, waarvoor verschillende ecologieprojecten zijn ontwikkeld voor de komende jaren. Zo worden ecologische waarden in nieuwe en gewijzigde bestemmingsplannen gerespecteerd en eventueel gecompenseerd.

Veel afval dat vrijkomt is eigenlijk geen afval, maar grondstof voor nieuwe producten. In het nieuwe milieubeleid worden voorstellen gedaan om de hoeveelheid restafval terug te brengen en hergebruik van afvalstromen te bevorderen. Van bedrijven en organisaties wordt verwacht dat zij de wijze van produceren, hun producten en diensten meer en meer baseren op het cradle-to-cradle principe. Voor zover van toepassing zullen ook gebiedsontwikkelingen volgens dit principe plaatsvinden.

Bij een grotendeels beheersgericht bestemmingsplan als het onderhavige spelen de hierboven genoemde speerpunten een minder grote rol. Het is ook niet mogelijk om bijvoorbeeld duurzaam materiaalgebruik in een bestemmingsplan af te dwingen. Wel kunnen de hier genoemde speerpunten als aandachtspunt meegegeven worden aan degenen die in het plangebied ontwikkelingen gaan uitvoeren.

3.3.23 Erfgoedverordening 2010

In september 2010 is door de gemeenteraad de Erfgoedverordening 2010 vastgesteld. Deze verordening vervangt de uit 1990 stammende Monumentenverordening. Deze verordening is nodig om waardevolle objecten en terreinen een beschermde status te geven. Zonder vergunning mogen beschermde objecten en terreinen niet worden gewijzigd. Een gemeentelijke erfgoedverordening regelt ook de wijze waarop objecten en terreinen op de monumentenlijst geplaatst worden en de wijze waarop een vergunning moet worden aangevraagd en verleend.

3.3.24 Modernisering Monumentenzorg en het koersdocument Ruimtelijk Erfgoed

Met de modernisering van de monumentenzorg wordt beoogd de cultuurhistorische belangen mee te laten wegen in de ruimtelijke ordening. Daarnaast wordt gestreefd naar krachtiger en eenvoudiger regels en een focus op herbestemming. Op 9 mei heeft de gemeenteraad het koersdocument Ruimtelijk Erfgoed vastgesteld dat inhoudelijk de richting en ambitie beschrijft waarin het beleid voor het ruimtelijk erfgoed wordt vormgegeven en hoe de gemeente de moderniseringsslag gaat maken.

De koers is gericht op een actueel en Deventer waardig ruimtelijk erfgoedbeleid, vanuit het besef van de bijdrage die het levert aan behoud en versterking van het prettige vestigings- en verblijfsklimaat van de gemeente: ruimtelijk maar zeker ook in economisch, sociaal en toeristisch opzicht. Daarnaast beoogt de koers een efficiënte infrastructuur, waarbij verantwoordelijkheden voor een goede omgang met ons erfgoed in gezamenlijkheid met de samenleving kunnen worden opgepakt en verdeeld.

Het recentelijk verschenen rapport 'Deventer Binnenstad, onderzoek en beleidsadvies cultuurhistorie' van SteenhuisMeurs is een meer concrete vertaling van de koers. Besloten is de uitgangspunten, conclusies en aanbevelingen bij de uitwerking van het koersdocument ruimtelijk erfgoed te betrekken. De beleidsmatige aanbevelingen zijn met name gericht op het verder versterken van de ruimtelijke kwaliteit en samenhang van de binnenstad en het geven van duidelijkheid richting burgers en initiatiefnemers.

Binnenkort wordt gestart met uitwerking van de belangrijkste prioriteiten: zorgen dat de kennis en informatie over cultuurhistorische waarden op orde en toegankelijk is en dat deze goed is verankerd in het ruimtelijk instrumentarium. Het tempo van de verdere vertaling van de koers in beleid zal afhankelijk zijn van de beschikbare middelen.

3.3.25 Welstandsnota en beeldkwaliteitplan beschermd stadsgezicht Deventer

Bij de ruimtelijke toetsing van bouwaanvragen in het onderhavige plangebied zijn twee toetsingsinstrumenten van belang: de Welstandsnota en het bestemmingsplan. Inhoudelijk zijn beide instrumenten op elkaar afgestemd. Als regel geldt dat de welstandscriteria in de Welstandsnota zich bewegen binnen de bebouwingsmogelijkheden die door het bestemmingsplan worden gegeven.

De gemeente Deventer heeft haar gemeentelijke welstandsbeleid opgenomen in de Welstandsnota gemeente Deventer die op 1 januari 2012 in werking is getreden. In de Welstandsnota zijn de welstandseisen omschreven die aan een bouwwerk worden gesteld. Het gaat hier om welstandscriteria die betrekking kunnen hebben op onder andere de hoofdvorm, het materiaalgebruik, de kleurkeuze en de detaillering van een concreet bouwwerk. Hoe er naar de plannen gekeken wordt, hangt af van de waarde die aan het gebied, gebouw of object wordt gehecht.

Bouwplannen in dit deelgebied worden getoetst aan de criteria die zijn opgenomen in het beeldkwaliteitsplan van het beschermd stadsgezicht ‘Kwaliteit voor Ogen’.

In het algemeen gelden de volgende uitgangspunten:

  • een bouwplan sluit qua situering, vorm, detaillering, kleur- en materiaalgebruik aan op de kenmerken van de historische gebouwen in de omgeving en houdt rekening met verwachte ontwikkelingen in de omgeving, welke vastgelegd zijn in een vastgesteld bestemmingsplan. Die ontwikkeling is in het historisch centrum steeds gericht op behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden;
  • bij verbouwingen van ondergeschikte aard worden de stijlkenmerken overgenomen van het oorspronkelijke gebouw. Deze stijlkenmerken komen tot uiting in hoogte-breedteverhoudingen, maatvoering van lijsten en overstekken, erkers en dakkapellen, profielen van ramen, kozijnen en neggen en kleurgebruik;
  • voor gebouwen met een andere functie dan wonen en/of winkel, zoals scholen, zorgcomplexen, sportvoorzieningen, kan worden afgeweken worden van de gebiedscriteria. In dat geval zal de Adviesraad Welstand aan de hand van de Algemene criteria uit hoofdstuk 6 het bouwplan beoordelen;
  • in het kader van het welstandsbeleid is het niet toegestaan om beeldschermen aan de gevel of in de gevel te plaatsen.

Aanlichtingsbeleid

Omdat de sfeer voor een deel bepaald wordt door de aanlichting van gebouwen, heeft de gemeente het Aanlichtingsbeleid opgesteld. In de Welstandsnota is in bijlage 6 dit beleidskader opgenomen. Met het aanlichtingsbeleid wordt uitgebeeld en beschreven welke sfeer de gemeente voor ogen heeft in de avond en nacht. Algemeen uitgangspunt van de gemeente is om terughoudend om te gaan het aanlichten van gebouwen. In het beleid is de binnenstad van Deventer opgedeeld in een vijftal gebieden, welke qua sfeer en functie van elkaar verschillen. Het gaat om het Bergkwartier, het winkelgebied, het uitgaansgebied, het gemengd gebied en het IJsselfront. Op de aanlichtingskaart worden de gebieden weergegeven, waarbij de gebouwen en objecten die voor aanlichting in aanmerking komen gemarkeerd zijn. Per gebied wordt vervolgens het aanlichtingsbeleid beschreven en uitgebeeld met foto’s.