direct naar inhoud van Artikel 12 Gemengd
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D111-VG01

Artikel 12 Gemengd

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'atelier': ateliers waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 2. 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk': ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B;
    • 3. 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk begane grond': ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 4. 'cultuur en ontspanning': cultuur en ontspanning;
    • 5. 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - begane grond': cultuur en ontspanning, waarbij deze functie alleen in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw is toegestaan, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 6. 'detailhandel': detailhandel al dan niet in combinatie met horeca categorie 3b als bedoeld in Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca, met uitzondering van perifere detailhandel, waarbij
      • deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 7. 'dienstverlening': dienstverlening
    • 8. 'specifieke vorm van dienstverlening - begane grond': dienstverlening, waarbij:
      • deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 9. 'specifieke vorm van dienstverlening - 1': dienstverlening;
    • 10. 'specifieke vorm van gemengd - voorzieningen openbaar vervoerstation': voorzieningen ten behoeve van een openbaar vervoerstation, waaronder perrons, horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 2b of 3a, detailhandel, dienstverlening, onderhoud en beheer, fietsenstalling met aan de stallingsfunctie gerelateerde en ondergeschikte functies;
    • 11. 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 1':
      • cultuur en ontspanning, waaronder een schouwburg met congres- c.q. vergaderfaciliteiten;
      • hotels en horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 1a, 1b, 2a, 2b of 3a, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
      • medische voorzieningen;
      • kantoren en dienstverlening;
      • ateliers;
      • parkeren en (fietsen)stallingen;
    • 12. 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 2'
      • kantoren en dienstverlening;
      • parkeren en (fietsen)stallingen;
      • fiets- en voetpaden;
      • groen;
    • 13. horecabedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 5' en 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 6', waarbij:
      • het aantal horecabedrijven per horecagebied het in Bijlage 4 genoemde maximum aantal niet mag overschrijden;
      • de horecacategorie per horecagebied overeenkomt met de in Bijlage 4 toegestane horecacategorieën;
      • deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken;
    • 14. 'horeca van categorie 2a': horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 2a, 2b of 3a, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken;
    • 15. 'horeca van categorie 2b': horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 2b of 3a, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken;
    • 16. 'horeca van categorie 3a' bestemd voor horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 3a, waarbij
      • indien van toepassing het aantal horecabedrijven per horecagebied het in Bijlage 4 genoemde maximum aantal niet mag overschrijden;
      • deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en de eerste bouwlaag van een gebouw, maar in de onderbouw alleen ondergeschikte functies zijn toegestaan zoals toiletten, garderobe, keuken;
    • 17. 'kantoor': kantoren;
    • 18. 'specifieke vorm van kantoor - begane grond': kantoren waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 19. 'specifieke vorm van kantoor - 1': kantoren;
    • 20. 'maatschappelijk': maatschappelijke voorzieningen;
    • 21. 'specifieke vorm van maatschappelijk - begane grond': maatschappelijke voorzieningen, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 22. 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen;
    • 23. 'opslag': opslag, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' ook is toegestaan in de tweede of hogere bouwlaag;
    • 24. 'specifieke vorm van kantoor - postkantoor': postkantoor;
    • 25. 'praktijkruimte': praktijkruimten ten behoeve van medisch gerelateerde doeleinden en paramedische beroepen;
    • 26. 'wonen': woningen al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in lid 34.2;
    • 27. 'specifieke vorm van wonen - verdieping': woningen al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in lid 34.2, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw;
    • 28. 'parkeergarage': een boven- of ondergrondse parkeergarage;
    • 29. 'verkeer': verkeersdoeleinden;
  • b. ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 zijn aangeduid als categorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan:
    • 1. in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 2. indien met toepassing van sublid 12.5.1 onder a met omgevingsvergunning is afgeweken;
  • c. (semi)-openbare parkeervoorzieningen en (fietsen)stallingen al dan niet ten behoeve van de bestemmingen als bedoeld onder a en b waarbij:
    • 1. deze functie niet is toegestaan in de bouwlagen van een gebouw, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
    • 2. deze functie niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin', indien geparkeerd wordt op maaiveld;

en de daarbij behorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. ontsluitingsvoorzieningen en toegangen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen alleen worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
  • b. De waardevolle binnentuin/binnenterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin' mag niet worden verkleind.
12.2.2 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen alleen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 3' gelden in aanvulling hierop de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte mag aan het Grote Kerkhof worden opgericht in maximaal 4 bouwlagen, oplopend tot 5 of 6 bouwlagen aan het Burseplein;
    • 2. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage;
    • 3. de verbinding door middel van een onderdoorgang aan het Grote Kerkhof en het Burseplein dient te worden gehandhaafd.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 4' gelden in aanvulling hierop de volgende regels:
    • 1. de gebouwen mogen worden opgericht in maximaal 4 bouwlagen;
    • 2. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage;
    • 3. bij het bouwen van gebouwen dient waar mogelijk bij te worden gedragen aan het herstel van de historische rooilijnen en in ieder geval het herstel niet in de weg te staan.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 5' gelden in aanvulling hierop de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van de gebouwen dient aan te sluiten op de bouwhoogte van de omringende straatwanden;
    • 2. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage;
    • 3. bij het bouwen van gebouwen dient rekening te worden gehouden met de historische rooilijn, de inpassing in het historische stadsbeeld, de aanwezige gevels en andere elementen in bebouwing en ondergrond.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 m bedragen, waarbij de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'' mag niet meer bedragen dan 45 m;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. sublid 12.2.1 onder b in die zin gebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4 m bedraagt.
  • b. het bepaalde in sublid 12.2.2 onder a in die zin dat gebouwen in één bouwlaag als uitbreiding van de bestaande bebouwing buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, mits:
    • 1. de uitbreiding alleen aan de achterzijde plaatsvindt;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van waardevolle achtergevels van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden;
    • 3. de uitbreiding een goed functioneren van de in het pand aanwezige functies niet in de weg staat;
    • 4. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4 m bedraagt;
  • c. het bepaalde in sublid 12.2.2 onder a in die zin dat gebouwen in meerdere bouwlagen buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, mits:
    • 1. de uitbreiding alleen aan de achterzijde plaatsvindt waar reeds sprake is van een gebouw in meerdere bouwlagen;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van waardevolle achtergevels van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden;
    • 3. de uitbreiding bijdraagt aan de mogelijkheid om de hogere bouwla(a)g(en) tot woonruimte in te richten of daartoe bereikbaar te maken;
    • 4. de bouw- en goothoogte van een gebouw ten hoogste de hoogte bedraagt van het gebouw waaraan de uitbreiding plaatsvindt.
12.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de parkeersituatie.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een ander gebruik dan in lid 12.1 is toegestaan, tenzij in de bestaande situatie een andere gebruik aanwezig is, in welk geval de bestaande situatie van toepassing is;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca categorie 3b als bedoeld in Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per detailhandelsvestiging meer bedraagt dan 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte;
  • c. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 1', zodanig dat de oppervlakte van cultuur en ontspanning, waaronder een schouwburg met congres- c.q. vergaderfaciliteiten, hotels en horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 1a, 1b, 2a, 2b of 3a, meer bedraagt dan 15.000 m2;
  • d. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 1' en 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 2', zodanig dat de gezamenlijke oppervlakte van kantoren en dienstverlening meer bedraagt dan 22.000 m2;
  • e. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 1' en 'specifieke vorm van gemengd - stedelijke voorzieningen 2', zodanig dat de gezamenlijke oppervlakte van detailhandel meer bedraagt dan 1000 m2;
  • f. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - postkantoor' voor (beperkt) kwetsbare objecten;
  • g. het gebruik van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 1' ten behoeve van kantoren en dienstverlening, zodanig dat de gezamenlijke oppervlakte van de hoofdgebouwen binnen deze aanduidingsvlakken meer bedraagt dan 20%.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. als bedoeld in lid 12.1 onder b in die zin dat gebouwen tevens mogen worden gebruikt voor ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 zijn aangeduid als categorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
  • b. van het bepaalde in lid 12.1 onder b in die zin dat gebouwen tevens worden gebruikt voor ambachtelijke bedrijven anders dan die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B dan wel naar de aard en de invloed daarmee gelijk te stellen ambachtelijke bedrijven, mits:
12.5.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:

  • a. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.