direct naar inhoud van 3.2 Landbouw
vastgesteld
NL.IMRO.0148.SBgemDalfsen-vs01

3.2 Landbouw

Trends

De ontwikkeling van het aantal agrarische bedrijven is een belangrijke graadmeter om een beeld te krijgen van het belang van de agrarische sector voor het landelijk gebied.

Tabel 1 laat zien dat verreweg de meeste agrarische bedrijven in het landelijk gebied graasdieren (vlees- en weidevee en geiten) houden. De melkrundveehouderij is daarbinnen de grootste groep.

De tabel maakt duidelijk dat over de hele linie sprake is van een afname van het aantal bedrijven. Redenen daarvoor kunnen worden gezocht in economische ontwikkelingen (de noodzaak om te blijven investeren), schaalvergroting, specialisatie en gebrek aan opvolging. Uiteindelijk ligt aan het al dan niet beëindigen van een agrarisch bedrijf in verreweg de meeste gevallen een persoonlijke afweging ten grondslag die op gemeentelijk niveau niet of nauwelijks (beleidsmatig) is te sturen. Ook de beperkingen in groeimogelijkheden door milieuomstandigheden en strikte bescherming van natuurgebieden (bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden) spelen agrariërs parten.

Hogere wet- en regelgeving is nauwelijks te beïnvloeden en is in grote mate bepalend voor de ruimte die de gemeente kan bieden. Voor de gemeente Dalfsen is het van belang zodanige voorwaarden te scheppen dat binnen de bestaande wetten en regels ontwikkeling mogelijk blijft.

Overigens wordt op dit moment door het Rijk gewerkt aan een programmatische aanpak stikstof (PAS) die wellicht in de komende jaren opening kan bieden in de impasse tussen natuurbescherming en een rendabele landbouw.

Tabel 1: Ontwikkeling aantal agrarische bedrijven in Dalfsen 2000-2010 (bron: CBS)  
  2000   2009   2010  
Akkerbouw   67   41   44  
Tuinbouw open grond   5   4   4  
Tuinbouw onder glas   3   2   2  
Graasdier   436   413   413  
Hokdier   186   93   84  

Op de meeste veebedrijven wordt rundvee gehouden (zie tabel 2). Zoals uit de tabel is af te leiden, is het aantal bedrijven met varkens de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. Het aantal bedrijven met geiten is daarentegen iets toegenomen en het aantal bedrijven met kippen is ongeveer stabiel gebleven. Voor een goed begrip van de tabel is het belangrijk op te merken dat geen onderscheid is gemaakt tussen hoofd- en nevenactiviteit. Met andere woorden, een bedrijf met zowel geiten als rundvee is tweemaal meegenomen in deze tabel.

Tabel 2: Ontwikkeling aantal bedrijven met vee in Dalfsen 2000-2010 (bron: CBS)  
  2000   2009   2010  
Rundvee   411   380   376  
Geiten   25   33   37  
Varkens (fok en vlees)   173   84   74  
Kippen (leg en vlees)   13   9   10  

De gemiddelde bedrijfsomvang in oppervlakte cultuurgrond (tabel 3) geeft een beeld van de omvang van een agrarisch bedrijf. Uit de tabel komt een dalende trend naar voren in het aantal agrarische bedrijven en de cultuurgrond. De afname van het aantal bedrijven is echter groter dan de afname van de cultuurgrond, waaruit een voorzichtige trend van schaalvergroting blijkt. Gemiddeld gezien, is de oppervlakte cultuurgrond van een gemiddeld bedrijf in omvang toegenomen van 2002 tot 2009.

Tabel 3: Ontwikkeling aantal landbouwbedrijven en oppervlakte cultuurgrond in Dalfsen 2000-2010 (bron: CBS)  
  2000   2009   2010  
Aantal bedrijven   554   529   522  
Cultuurgrond (are)   1.196.115   1.172.772   1.141.470  
Gemiddelde bedrijfsomvang (oppervlakte cultuurgrond)   2159   2216   2186  

In tabel 4 is de ontwikkeling van het gemiddelde aantal dieren per bedrijf opgenomen. Hieruit komt naar voren dat er bij alle vier de diersoorten sprake is van een toename van het gemiddelde aantal dieren per bedrijf. De conclusie is derhalve dat er bij de veebedrijven tussen 2000 en 2010 sprake is van schaalvergroting.

Tabel 4: Ontwikkeling gemiddeld aantal dieren per bedrijf 2000-2010 (bron: CBS)  
  2000   2009   2010  
Rundvee   88   120   121  
Geiten   25   40   41  
Varkens (fok en vlees)   354   727   827  
Kippen (leg en vlees)   37401   36205   45042  

Naast schaalvergroting, doet zich in het buitengebied ook een trend voor van verbreding. Het toevoegen van functies aan het agrarische bedrijf is een manier om de economische basis van agrarische bedrijven te versterken en wordt dan ook door diverse bedrijven toegepast. De bekendste hoofdtypen van nevenactiviteiten van agrarische bedrijven zijn:

  • natuur- en landschapsbeheer;
  • zorg;
  • kinderopvang;
  • dag- en verblijfsrecreatie;
  • educatie;
  • verkoop van streekproducten (Vechtproducten).

Het spreekt voor zich dat de nevenactiviteiten sterk variëren in omvang, ruimte, tijdsbeslag en kosten/baten. In algemene zin kan echter worden opgemerkt dat het toevoegen van nevenfuncties aan een hoofdfunctie een brede maatschappelijke ontwikkeling is, die zich niet beperkt tot plattelandsgebieden.

De paardenhouderij is een sector in ontwikkeling die in de afgelopen jaren een indrukwekkende groei doormaakt. De paardenhouderij voorziet in een duidelijke behoefte, zorgt voor mooie beelden in het landschap en geeft de regionale economie een impuls. De breedte van de sector biedt mogelijkheden voor de toekomst, al is de groei in de afgelopen jaren afgezwakt.

De paardenhouderij kent een grote diversiteit aan verschijningsvormen. Zo zijn er de puur (productiegerichte) agrarische bedrijven waar uitsluitend paarden worden gefokt, opgefokt, die als hengstenhouderij in gebruik zijn of waar paarden voor de melkproductie worden gehouden. Deze bedrijven kunnen worden aangemerkt als agrarische bedrijven. In meerderheid echter gaat het om bedrijven waar gebruiksgerichte paardenhouderij plaatsvindt. Voorbeelden hiervan zijn de trainings- en africhtingstallen, de sportstallen, de handelsstallen en de pensionstallen en maneges. De gebruiksgerichte paardenhouderij wordt als niet-agrarisch aangemerkt. In veel gevallen is de aanwezigheid van een binnenrijhal en buitenrijbakken noodzakelijk voor de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld voor het africhten en opleiden van paarden.

Tot slot is de boomkwekerijsector relevant voor de gemeente Dalfsen. In de afgelopen jaren is - mede vanwege een ruime regeling in het bestemmingsplan Buitengebied - het aantal boomkwekerijbedrijven (veelal in combinatie met hoveniersbedrijven) behoorlijk gegroeid.

Verwachting

In de afgelopen jaren vertoonde de landbouwsector in de gemeente Dalfsen over de gehele linie een afname van agrarische bedrijven. Weliswaar is de afgelopen jaren een licht stijgende trend waar te nemen bij agrarische bedrijven die geiten houden, maar gelet op de Q-koorts en de nasleep daarvan is de verwachting niet dat deze trend zich in sterke mate zal voortzetten.

De melkveehouderij is de belangrijkste tak van bedrijvigheid en de verwachting is dat daarin op korte termijn geen verandering zal komen. Uit tabel 3 is over een groot aantal jaren de trend van schaalvergroting zichtbaar, waarbij de verwachting is dat deze ontwikkeling nog verder zal doorzetten, hoewel in de laatste jaren een afvlakking is te zien. Kleinere bedrijven worden beëindigd en de grotere bedrijven blijven groeien.

De landbouw blijft daarmee een belangrijke economische drager van het buitengebied.