direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Chw bestemmingsplan 6e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0148.6eVerzamelplanBG-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

Het “Chw bestemmingsplan 6e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.

1.2 Aanleiding

1.2.1 Verzamelplannen

De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de zesde ronde voor het verzamelplan.

Tot en met 6 mei 2019 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:

  • 1. Juni 2019 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
  • 2. Juli – september 2019 Het college onderzoekt of uw plan haalbaar is.
  • 3. Oktober 2019 – januari 2020 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
  • 4. Voorjaar 2020 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
  • 5. Juni 2020 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.

Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een projectafwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 6e verzamelplan zijn de tussen 1 januari 2019 en 6 februari 2020 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.

1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan

De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:

  • 1. Schoolweg 9A, toepassen Sloop voor Kansen voor het wijzigen van een maatschappelijke bestemming naar een woonbestemming waarbij gesloopt wordt op het perceel Grensweg 1-3.
  • 2. Brinkweg 1A, het toepassen van VAB voor het realiseren van een woning in een karakteristieke schuur.
  • 3. Poppenallee 7, het realiseren van een gebouw voor verblijfsrecreatie.
  • 4. Brouwersweg 10, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en het toepassen van Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan, waarbij ook op het perceel Stadhoek 4 gesloopt wordt.
  • 5. Statumweg 4A, een tijdelijke schuur permanent maken en het vastleggen van m2 voor de maximale bebouwing op het perceel.
  • 6. Dommelerdijk 20/20A, toepassen Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) waarbij een extra woning wordt toegestaan.
  • 7. Westeinde 142, wijzigen van een horeca bestemming naar wonen.
  • 8. Leemculeweg 9, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan en op de percelen Brandweg 3 en Lemelerveldseweg 105 wordt gesloopt .
  • 9. Leusener Es 2, het omzetten van een deel van de bedrijfsbestemming met woning naar wonen.
  • 10. Marshoekersteeg 14/14A, toepassen van Sloop voor Kansen en twee extra woningen toe staan waarbij ook op het perceel Vennenbergweg 6 gesloopt wordt.
  • 11. Kringsloot-West 12, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan en de bestaande boerderij wordt gesplitst.
  • 12. Westeinde 144/146, toepassen van VAB voor het splitsen van een karakteristieke boerderij.
  • 13. Ruitenveen 4/4A en Jagtlusterallee 1, wijzigen van een agrarische bestemming naar Wonen en toevoegen boerderijkamers en camperplaatsen en -stalling.
  • 14. Hessenweg 70, de aanwezige bedrijfsbestemming met aanpijling wijzigen in wonen en het deels verleggen van de woonbestemming.
  • 15. Koelmansstraat 62, het verschuiven van het bestemmingsvlak wonen.
1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan

Na het opstellen van het bestemmingsplan 5e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 1 januari 2019 en 6 februari 2020 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:

- Hessenweg 62 - vernieuwen van een oude schuur

Op het perceel Hessenweg 62 is een projectafwijkingsbesluit verleend voor een bijbehorend bouwwerk met een groter oppervlak dan het bestemmingsplan toestond. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Gemaal Broekhuizen - realiseren van een gemaal

Op een perceel nabij De Broekhuizen in Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het realiseren van een watergang en de bouw van een gemaal. De aanleg van een watergang en de realisatie van het gemaal worden nu in het bestemmingsplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Den Hulst 28  - splitsen woonboerderij naar twee woningen

Op het perceel Den Hulst 28 in Nieuwleusen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het splitsen van een karakteristieke woonboerderij naar twee woningen. Het huidige voorhuis blijft behouden. De voormalige deel wordt opnieuw opgetrokken. De splitsing tot twee woningen wordt nu in het bestemmingsplan overgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Heinoseweg 30 - uitbreiden van het restaurant

Op het perceel Heinoseweg 30 in Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het uitbreiden van het restaurant op het perceel. De uitbreiding van dit pand wordt nu opgenomen in het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Oosterveen 73 en 73A - realiseren van een extra woonbestemming

Op het perceel Oosterveen 73 en 73A in Nieuwleusen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het toepassen van Sloop voor Kansen voor het realiseren van een extra woonbestemming. Verder wordt de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' geschrapt. De extra woonbestemming wordt nu in het bestemmingsplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Hessenweg 83 - het verschuiven van het bestemmingsvlak wonen

Op het perceel Hessenweg 83 is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het verschuiven van het bestemmingsvlak wonen. Hierdoor was het mogelijk een schuur te slopen en elders op het erf terug te bouwen en de erf toegang te wijzigen. De verschuiving van het bestemmingsvlak wonen wordt in het bestemmingsplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Hessum Oostermaat - van agrarisch naar natuur

In het kader van het provinciaal natuurbeleid wordt een perceel landbouwgrond omgevormd van landbouw naar natuur. Het betreffende perceel zal worden verschraald waardoor het zich kan ontwikkelen naar kruiden- en fauna rijk grasland. Daarnaast wordt een poel aangelegd en wordt aan de rand struweel aangeplant. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Dedemsweg 18/20 - splitsen woning en wijzigen bestemming agrarisch naar wonen

Op het perceel Dedemsweg 18/20 is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het splitsen van de woning in twee wooneenheden en het beëindigen van het agrarisch gebruik. Verder wordt de bestaande bebouwing gebruikt voor caravanstalling. Ook wordt 280 m2 bebouwing gesloopt en wordt alle asbest gesaneerd op de bestaande bebouwing. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

1.2.4 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.2.4.1 Aanpassingen verbeelding

Leemculeweg 3B - Aanpassen van de woonbestemming

In het 4e Verzamelplan Buitengebied is er 200m2 van de woonbestemming gehaald, met de bedoeling om het bestemmingsvlak aan de zuidkant uit te breiden voor de realisatie van de woning. Hierbij is het bouwvlak wel iets vergroot, maar is men vergeten om het bestemmingsvlak ook uit te breiden. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

De Brandt 10 - Verwijderen woonbestemming en aanpassen zoekgebied

In 1965 is er op het perceel een noodwoning gebouwd voor de landarbeider op het perceel. In 1996 is de woning gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe stal. Dit is vervolgens niet juist opgenomen op de verbeelding, waardoor er nog steeds een vlak Wonen op het agrarische perceel ligt. Dit deel met een woonbestemming wordt gewijzigd in een agrarische bestemming met dit verzamelplan. Verder wordt er vanwege een verleende omgevingsvergunning het zoekgebied aangepast.

Poppenallee 31A - Aanduiding 'Wonen' opnemen

Op het perceel Poppenallee 31A te Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het restaureren en herbestemmen van een monumentaal pand als schuurwoning. De verbouwing tot schuurwoning en de toevoeging van de aanduiding 'wonen' op dit pand had opgenomen moeten worden in het 5e verzamelplan. Dit is per abuis niet correct overgenomen en wordt met dit verzamelplan gecorrigeerd.

G.W. van Marleweg 15 - Maximum oppervlak bijbehorende bouwwerken toevoegen

Op het perceel G.W. van Marleweg 15 is landschapsontsierende bebouwing gesloopt die elders wordt ingezet. Het maximum toegestane oppervlak aan bijbehorende bouwwerken wordt met dit verzamelplan toegevoegd aan de verbeelding.

Slennebroekerweg 12 en Voetsteeg 10 - Maximum oppervlak bijbehorende bouwwerken toevoegen

Op het perceel Voetsteeg 10 is omgevingsvergunning verleend voor het toepassen van de Sloop voor Kansen regeling voor het realiseren van een groter bijbehorend bijgebouw. Op het perceel Slennebroekerweg 12 is hiervoor 200 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt. Het maximum toegestane oppervlak aan bijbehorende bouwwerken is toegevoegd aan de verbeelding voor beide percelen.

Schapendrift 9 en 11 - Aanduiding plattelandswoning toevoegen

Bij het verwerken van het projectafwijkingsbesluit voor Schapendrift 9 en 11 in het 3e Verzamelplan is men vergeten de aanduiding 'plattelandswoning' op te nemen op de verbeelding. Dit wordt hersteld met dit verzamelplan.

Hoevenweg 27/29 - Aanduiding 2 wooneenheden toevoegen

Op het perceel Hoevenweg 27/29 zijn twee vergunde woningen aanwezig, maar op de verbeelding is dit per abuis niet opgenomen. De plankaart wordt aangepast naar de feitelijke vergunde situatie.

Hessenweg 79 - Verschuiven bestemmingsvlak Wonen

Het bestemmingsvlak is na een projectafwijkingsbesluit niet goed overgenomen, waardoor de woning buiten het bestemmingsvlak ligt. Het bestemmingsvlak wordt een stukje naar het zuiden verschoven zodat de woning er binnen valt. Het oppervlak van het bestemmingsvlak moet gelijk blijven.

Hogenkampswegje 4 - Aanduiding 'Kampeerterrein' opnemen

In het bestemmingsplan Buitengebied is de aanduiding 'kampeerterrein' per abuis niet opgenomen. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

Middeldijk 37A - Aanpassen bestemmingsvlak 'Wonen'

Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt verplaatst zodat de vergunde situatie binnen het woonvlak valt. De oppervlakte van de woonbestemming blijft hetzelfde.

Brinkweg 1 - Aanpassen bestemmingsvlak 'Wonen

Op het perceel Brinkweg 1 staan een tweetal schuurtjes deels in de bestemming Wonen en deels in de bestemming Agrarisch. Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt verplaatst zodat de bebouwing binnen het woonvlak valt.

Ankummer Es 19B - Aanpassen bestemmingsvlak 'Wonen

Het perceel Ankummer Es 21 heeft deelgenomen aan het 5e verzamelplan Buitengebied waarbij een compensatiewoning (nr 19B) op het perceel mogelijk werd gemaakt. Bij de bouw van de compensatiewoning die volgens het vastgestelde erfinrichtingsplan wordt gerealiseerd blijkt dat de bebouwing niet helemaal binnen de woonbestemming gebouwd kan worden. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

Hessenweg 1 - Aanpassen zoekgebied

Voor het plaatsen van nieuwe kuilvoerplaten en het plaatsen van een windmolen moet het zoekgebied aangepast worden. Voor het aanpassen van het zoekgebied is vergunning verleend. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Brandweg 3 - Maximum oppervlak bijbehorende bouwwerken toevoegen

Op het perceel Brandweg 3 wordt 444 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt en ingezet aan de Leemculeweg 9. De overgebleven bebouwing wordt in dit verzamelplan vastgelegd.

Jan Heereweg 2B - Aanpassen naar woonbestemming

De huidige bestemming 'Bedrijf – Nutsbedrijf' wijzigen naar 'Wonen' met de aanduiding 'opslag' op het schuurtje. De schuur mag alleen voor opslag gebruikt worden en verdere bebouwingsmogelijkheden worden uitgesloten.

Stationsgebied Dalfsen - Aanduiding JOP toevoegen

In het kader van een proef is er een tijdelijke vergunning verleend voor een jongerenontmoetingsplaats (JOP) bij het stationsgebied in Dalfsen. De tijdelijke vergunning verloopt binnenkort en er is besloten om deze om te zetten naar een permanente situatie. Daarom wordt de bestemming ter plaatste gewijzigd in 'maatschappelijk' met de specifieke aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats'.

Westerveen 43A tot en met 51A - Aanduiding maximaal aantal wooneenheden aanpassen

Binnen het bestemmingsvlak zijn 5 vergunde woningen aanwezig, maar het bestemmingsplan geeft aan dat er 4 toegestaan zijn. Daarom wordt dit ambtshalve gecorrigeerd.

De Brandt 1 en 3 - Wijzigen bestemming naar Wonen

Er zijn vergunningen verleend voor het gebruiken van de twee agrarische bedrijfswoningen als reguliere woningen met toepassing van de in artikel 3.6.1, sub d opgenomen afwijkingsbevoegdheid. Nu de vergunningen onherroepelijk zijn, wordt de bestemming van de percelen gewijzigd in Wonen.

Percelen Provinciaal Inpassings Plan (Pip) N340/N48 vastgesteld 11 april 2018

In 2018 is de gemeente Dalfsen weer bevoegd gezag geworden over percelen die eerst in het Provinciaal Inpassingsplan voor de N340 zaten. Om ervoor te zorgen dat de regels van het moederplan met de daarop volgende herzieningen ook op deze percelen van toepassing zijn, hebben we deze percelen opgenomen op de verbeelding van het 6e Verzamelplan.

Markeweg 5 - Toevoegen 'maximum aantal wooneenheden: 2 en Aanpassen archeologische dubbelbestemming

Voor de compensatiewoning op het perceel Markeweg 5 is aanvullend archeologisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat de archeologische waarde bijgesteld kon worden naar Waarde – Archeologie 7. Dit is in het ontwerp bestemmingsplan aangepast.

Per abuis is de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden: 2' niet overgenomen in het ontwerp van dit Verzamelplan. Dit is in de vastgestelde versie van het Verzamelplan hersteld.

Daarnaast wenst de nieuwe eigenaar van de compensatiekavel aan de Markeweg 5 een andere erfinrichting. Hij heeft hiervoor een nieuw erfinrichtingsplan ingediend, die is goedgekeurd door de ervenconsulent en de stadsbouwmeester. Het erfinrichtingsplan bij de regels wordt daarom verruilt voor het nieuwe, goedgekeurde erfinrichtingsplan.

Tibbensteeg 12 - Wijzigen maximaal aantal m² bijbehorende bouwwerken

De eigenaar heeft een aantal m² schuur op zijn perceel verkocht om in te zetten voor Sloop voor Kansen, maar behoud de agrarische bestemming. De resterende bebouwing op het perceel wordt op slot gezet, door het opnemen van een maximum aantal m² op de verbeelding. In het ontwerpplan is een maat van 910 m² opgenomen, dit moet zijn 1210 m².

Ruitenborghweg 8 - De vergunde stal wordt bestemd

De stal op het perceel Ruitenborghweg 8 is met vergunning gebouwd, maar niet aangeduid op de verbeelding. Om herbouw van de stal mogelijk te maken is dit wel nodig. Dit is hersteld.

1.2.4.2 Aanpassingen regels

Toevoegingen begrippenlijst

In het begrip 'aanhuisverbonden beroep en bedrijf' wordt de zinsnede 'niet zijnde een kapper' toegevoegd. Hiermee wordt aangesloten op de begripsbepaling in het bestemmingsplan voor de kernen. Daarnaast wordt het begrip 'inwoning' toegevoegd, omdat deze ontbrak in de begrippenlijst en er in de regels wel naar wordt verwezen.Ook de begrippen 'milieugevoelige functie' en 'camperplaatsen' worden toegevoegd. Deze komen voort uit initiatieven die opgenomen zijn in dit verzamelplan.

Afwijkingsbevoegdheid in de regels voor wonen in voormalige (agrarische) bedrijfswoning. 

Er wordt een afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen om het gebruik van een agrarische bedrijfswoning voor wonen toe te staan via een omgevingsvergunning. In het 5e verzamelplan was deze afwijkingsbevoegdheid al opgenomen bij 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden' en 'Bedrijf'. In het 6e verzamelplan wordt deze afwijkingsbevoegdheid ook toegevoegd aan de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw'.

Toevoegen kookgelegenheid uitgesloten aan voorwaarden omgevingsvergunning boerderijkamers

Aan de voorwaarden voor verlenen van een omgevingsvergunning voor recreatief nachtverblijf in voormalige agrarische bedrijfsgebouwen (boerderijkamers) wordt de extra voorwaarde: er mag geen kookgelegenheid aanwezig zijn, toegevoegd. Dit om permanente bewoning van boerderijkamers te voorkomen en tegen te gaan. Deze voorwaarde wordt aan alle artikelen waar de betreffende afwijkingsbevoegdheid in is opgenomen, toegevoegd.

Actualisatie bijlage plattelandswoningen

In het bestemmingsplan 4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen is in Hoofdstuk 4 paragraaf 4.1 een lijst met adressen van bedrijfswoningen opgenomen die als plattelandswoningen zijn aangeduid. Inmiddels zijn er een aantal omgevingsvergunningen verleend waarbij voormalige bedrijfswoningen ook de aanduiding 'plattelandswoning' hebben gekregen (Dommelerdijk 13/13A, Schapendrift 9/11, De Bese 5, Zuidelijke Vechtdijk 11, Oosterveen 54A en Zandwijkallee 3). Ook heeft één plattelandswoning door het beëindiging van het agrarische bedrijf een woonbestemming gekregen. Door de gewijzigde lijst ( Bijlage 24 ) aan het verzamelplan toe te voegen is deze weer actueel.

Nieuwe kadernota parkeernormen in artikel 51 Overige regels - Parkeren

Vlak na het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan '6e verzamelplan Buitengebied' heeft de gemeenteraad de nieuwe kadernota parkeernormen vastgesteld. Deze wordt verwerkt in artikel 51 Overige regels – Parkeren, zodat de planregels up to date zijn.

Aanpassen artikel 7: Bedrijf - Nutsbedrijf en artikel 15: Landhuis

In de regels is toegevoegd 7.3 respectievelijk 15.4 Specifieke gebruiksregels en onder 7.3.1 respectievelijk 15.4.1 Strijdig gebruik. Door het toevoegen van erfinrichtingsplannen aan de regels binnen deze bestemmingen kan strijdig gebruik tegen worden gegaan.

Aanpassen artikel 13 Horeca

Op de Verbeelding is bij het perceel Heinoseweg 30 een maximum oppervlak gebouwen (m2) opgenomen. Dit is in de regels van de bestemming Horeca in dit Verzamelplan verwoord door een extra lid bij de bouwregels voor gebouwen toe te voegen.

Aanpassen artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie

Om 'ondergeschikte horeca' mogelijk te maken op het perceel Zwembadlaantje 8 (Heidepark) wordt dit in de bestemmingsomschrijving toegevoegd.

1.3 CHW bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:

  • 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
  • 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
  • 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
  • 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
  • 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
  • 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
  • 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
  • 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
  • 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
  • 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
  • 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
  • 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.

1.4 De bij het plan behorende stukken

Het Chw bestemmingsplan 6e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:

  • a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
  • b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.6eVerzamelplanBG- vs01;
  • c. Regels.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
2.1.1.1 Algemeen

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen.

2.1.1.2 Rijkdoelen en regionale opgaven

Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

De MIRT-regio Oost-Nederland bestaat uit de provincies Overijssel en Gelderland. Opgaven van nationaal belang in dit gebied zijn:

  • Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (wegen, spoorwegen en vaarwegen) die door Oost-Nederland lopen. Dit onder andere voor de Mainports Rotterdam en Schiphol. Hiervoor wordt onder meer een MIRT-onderzoek naar het goederenvervoer over spoor op de lange termijn uitgevoerd, evenals het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;
  • Versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma) en het samen met decentrale overheden uitvoeren van het gebiedsgerichte deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma voor het formuleren van een integrale strategie voor het rivierengebied. In Oost-Nederland gaat het deelprogramma Rivieren over de Waal, Neder-Rijn, Lek, IJssel en IJssel-Vechtdelta;
  • Het samenwerken met decentrale overheden in de generieke deelprogramma's Veiligheid, Zoet water en Nieuwbouw en Herstructurering van het Deltaprogramma;
  • Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden;
  • Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet en het buisleidingennetwerk.

Oost-Nederland omvat veel natuurgebieden en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het (inter)nationale natuurnetwerk voor biodiversiteit. Daarnaast kent de regio belangrijke cultuurhistorische waarden. Tegelijkertijd zijn er in Oost-Nederland een aantal gebieden waar de effecten van bevolkingsdaling nu al voelbaar zijn en gebieden waar deze effecten nu nog niet voelbaar zijn, maar naar verwachting op termijn wel (zogenaamde anticipeergebieden).

2.1.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

In de SVIR wordt de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2) opgenomen. Op 1 juli 2017 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd, waardoor een nieuwe Laddersystematiek geldt. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden en efficiënt ruimtegebruik. Hierbij moet de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling worden aangetoond.

In de ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting wordt per onderdeel aangegeven hoe dit in het rijksbeleid past.

2.2 Water

2.2.1 Kaderrichtlijn Water

De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.


Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.

2.2.2 Nationaal Waterplan 2

Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.

2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw

Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:

- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.


De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.

In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.

2.3 Natuur

2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn

Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998.  Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.

2.3.2 Wet natuurbescherming

Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.

2.3.2.1 Gebiedsbescherming

Met het onderdeel gebiedsbescherming uit de Wet natuurbescherming (Wnb) worden waardevolle, kwetsbare Natura 2000-gebieden beschermd. Hiermee voldoet de provincie aan internationale verdragen en de Europese regelgeving voor de beschermde natuurgebieden en beschermde soorten planten en dieren in die gebieden. De provincie Overijssel kent 25 Natura 2000-gebieden. Voor ontwikkelingen in de gemeente Dalfsen moet rekening worden gehouden met het Vecht- en Beneden-Reggegebied en Uiterwaarde Zwarte Water en Vecht.

Als gevolg van het stopzetten van de PAS-systematiek, mogen plannen die leiden tot een verhoogde depositie van NOx/NH3 op Natura 2000-gebied, niet in uitvoering worden gebracht zonder een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming.

Effectbeoordeling

Per plan is een afweging gemaakt over de aard van de voorgenomen activiteiten, de afstand tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied en de aannemelijkheid dat de voorgenomen activiteiten, zowel tijdens de sloop- en bouwfase als tijdens de gebruiksfase, zullen leiden tot een toename van de depositie NOx/NH3 op Natura 2000-gebied. Aan de hand van deze afweging is voor sommige plannen wel en voor andere geen AERIUS-berekening gevraagd. In de gevallen dat een AERIUS-berekening is gevraagd is de uitkomst positief, zodat een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming niet nodig is.  

2.3.2.2 Soortenbescherming

De aanwezigheid van veel verschillende planten- en dierensoorten in voldoende aantallen, in ecologisch gezonde natuurgebieden, zorgen ervoor dat de natuur tegen een stootje kan. Sommige soorten, zoals vleermuizen, gierzwaluwen, steenuilen en huismussen, zijn kwetsbaar. In een dichtbevolkt land als Nederland is daarom goede bescherming voor de aanwezige natuur belangrijk. Wanneer het met de natuur goed gaat, kunnen we economische en andere maatschappelijke activiteiten meer ruimte te bieden.

Via het onderdeel soortenbescherming in de Wet natuurbescherming (Wnb) beschermt de provincie plant- en diersoorten die in het wild voorkomen. Alle vogels en ruim 230 plant- en diersoorten vallen onder de bescherming van deze wet, met als doel de biodiversiteit te bevorderen. In de wet is een aantal verboden opgenomen. Het is bijvoorbeeld verboden om beschermde dieren opzettelijk te doden, te verstoren of te verjagen of om voortplantingsplaatsen en rustplaatsen te beschadigen en vernielen. In bepaalde situaties is het mogelijk deze verboden te overtreden, maar daarvoor is dan wel een vrijstelling of een ontheffing nodig.

Zorgplicht: Of dieren en planten nu beschermde soorten zijn of niet: de Wnb schrijft voor dat we nadelige gevolgen voor planten en dieren moeten voorkomen. We moeten dus zorgvuldig omgaan met onze omgeving. Deze zogenoemde zorgplicht geldt voor iedereen

2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)

Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.

Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?

In het Natuurnetwerk Nederland liggen:

  • bestaande natuurgebieden , waaronder de 20 Nationale Parken;
  • gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
  • landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer ;
  • ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
  • alle Natura 2000 -gebieden.

Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.

De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.

2.4 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende verordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden en sindsdien geactualiseerd en vastgesteld op 26 september 2018.

2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur

De Omgevingsvisie is het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:

  • goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
  • versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke netwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
  • investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
  • beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
  • ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaakt van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, et cetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.

De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.

Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.6eVerzamelplanBG-vs01_0001.jpg"

Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)

Hierna worden de lagen nader toegelicht.

Of - generieke beleidskeuzes

Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.

In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.

De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.

Waar - ontwikkelingsperspectieven

Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.

De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.

Hoe - gebiedskenmerken

Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.

De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.

2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid

De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan

In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.

In de ruimtelijke ordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en inrichting van het betreffende gebied.

2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel

De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.

Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen

De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.

In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.

Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld. Deze recreatieve aantrekkingskracht wil de gemeente stimuleren en de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het gebied vergroten door middel van maximaal zes 'contactpunten met de Vecht'. Hiertoe behoren de stuw bij Vilsteren, de pleisterplaats de Stokte met het daar bijbehorende pondje, het strandje bij Bellingeweer, kades en passantenhaven, en de stuw bij Vechterweerd.

2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen

In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen - voorheen Rood voor rood (RVR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)

Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan

In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Onderzoeken

Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.

De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.

In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.

3.1.1 Archeologie

Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.

3.1.2 Bodemkwaliteit

Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.

In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.

PFAS

In 2019 werd onverwacht een scherpe norm voor PFAS in de bodem vastgesteld. Hierdoor was grondverzet tijdelijk niet toegestaan zonder een tijdrovend en kostbaar aanvullend bodemonderzoek. Een aantal maanden stagneerde het grondverzet in onze gemeente maar dit heeft niet geleid tot grote problemen. Inmiddels is de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Dalfsen aangevuld met lokale meetwaarden van PFAS. Hierdoor is transport van onverdachte grond weer mogelijk in Dalfsen, maar ook in de rest van de regio. De spelregels hiervoor zijn opgenomen in de Nota Bodembeheer regio IJsselvecht.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.

3.1.3 Duurzaamheid
3.1.3.1 Algemeen

De gemeente Dalfsen zet in op een duurzaam leefbare gemeente. Duurzaamheid betekent letterlijk: geschikt om lang te bestaan. Het begrip wordt ook wel omschreven als een situatie waarbij voorzien wordt in de behoefte van de huidige generatie zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Duurzame ontwikkelingen voorzien in de behoefte aan de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.

Er zijn drie verschijningsvormen van duurzaamheid te onderscheiden:

  • 1. ecologische duurzaamheid als het gaat om ecologische waarden;
  • 2. economische duurzaamheid als het gaat om een zo efficiënt mogelijke productie en;
  • 3. sociale duurzaamheid als het gaat om de leefkwaliteit van de mens. Hiermee worden zaken als sociale veiligheid en een schone woonomgeving bedoeld.

Voor ruimtelijke maatregelen zijn in beginsel alle drie verschijningsvormen van duurzaamheid relevant. De uiteindelijke keuze is een ruimtelijke afweging die op basis van bestuurlijke afwegingen wordt bepaald.

3.1.3.2 Beleidsplan duurzaamheid 2017-2025

De gemeenteraad van Dalfsen heeft op 18 april 2017 het Beleidsplan Duurzaamheid 2017-2025 vastgesteld. In beleidsplan worden de verbeterdoelen en de concrete doelen uit de eerder vastgestelde kadernota verder uitgewerkt. De ambitie om van Dalfsen een duurzaam leefbare gemeente te maken is in de kadernota vertaald naar twee hoofdstromen: een energiegerichte en een meer algemene lijn. Ten opzichte van het oude duurzaamheidsbeleid – CO2-neutraal in 2025 - is dat laatste een verbreding. Hoewel CO2 als meetlat losgelaten wordt en ook niet langer wordt gesteld dat de hele gemeente energieneutraal zal zijn in 2025, blijft het met dit beleidsplan mogelijk toch zo ver te komen. De gemeente Dalfsen heeft 4 verbeterdoelen aangewezen:

  • 1. Minder energieverbruik
  • 2. Meer duurzame energie
  • 3. Meer lokale kracht
  • 4. Meer circulair

Deze verbeterdoelen zijn in het Beleidsplan Duurzaamheid vertaald naar meerdere concrete doelen. In de ruimtelijke onderbouwing van de ruimtelijke plannen wordt aandacht besteed aan zowel de verbeterdoelen als de concrete doelen van het Beleidsplan Duurzaamheid, voor zover dat ruimtelijk relevant is voor dat bestemmingsplan.

3.1.4 Externe veiligheid
3.1.4.1 Externe veiligheidsvisie gemeente Dalfsen

In het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Dalfsen is uiteengezet op welke manier met het aspect externe veiligheid moet worden omgegaan in ruimtelijke plannen en in milieuvergunningen. In ruimtelijke zin is in het beleid onderscheid gemaakt in verschillende gebiedstypen binnen de gemeente. Zo is er onderscheid gemaakt in woongebieden, bedrijventerreinen, recreatiegebieden en het overige gebied van de gemeente. Daarnaast is onderscheid gemaakt in bestaande en nieuwe situaties. In het kort komt het erop neer dat in woongebieden geen nieuwe risicobronnen worden geïntroduceerd en dat op bedrijventerreinen een nieuwe risicobron kan worden geïntroduceerd indien de veiligheidscontour binnen de eigen inrichtingsgrens blijft.

3.1.4.1.1 Aanvaardbaarheid groepsrisico ter beoordeling bestuur

Over het groepsrisico is in dit document aangegeven dat het bestuur van de gemeente hierin een belangrijke rol vervult. Het bestuur van de gemeente Dalfsen moet namelijk verantwoorden of een bepaalde situatie aanvaardbaar wordt geacht. Een beslissing op het wel of niet aanvaardbaar zijn van een bepaald risico is in de regel niet eenvoudig, vanwege de verschillende belangen die hierin spelen. Naast het veiligheidsbelang speelt vanzelfsprekend ook een economische belangenafweging.

In elke ruimtelijke onderbouwing in de bijlage is de risicozonering en beoordeling van de hierna genoemde risicobronnen opgenomen die in de gemeente Dalfsen aan de orde kunnen zijn.

3.1.4.1.2 Risicobronnen

Binnen de gemeente zijn diverse risicobronnen aanwezig. Hieronder staan ze in het kort genoemd.

LPG-tankstation

In de gemeente Dalfsen zijn vier bedrijven aanwezig waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen en die in meer of minder mate een belemmering opleveren voor hun omgeving. Het betreft inrichtingen die onder het Bevi vallen. Het onderstaande overzicht geeft de Bevi-inrichtingen weer.

  • Autobedrijf Lindeboom, Vossersteeg 99 in Dalfsen
  • Tankstation Rondweg in Dalfsen
  • Tankstation Fieten, Weerdhuisweg 11 in Lemelerveld
  • Tankstation Oosterveen, Burgemeester Backxlaan 204 in Nieuwleusen

Het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de doorzet van de desbetreffende tankstation. Verder ligt er een contour om de LPG- vulpunt en LPG-reservoir. Deze variëren voor deze tankstations tussen de 15 en 45 meter.

Route gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen worden in de gemeente vervoerd over de weg, spoor of via buisleidingen. Over de weg, zijn er 3 routes liggend in de gemeente:

  • N340 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Ommen;
  • N35 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Raalte;
  • N348 vanaf de gemeentegrens met Ommen tot aan de gemeentegrens met Raalte.
  • Net buiten de gemeente ligt de A28 waarop ook gevaarlijke stoffen vervoerd wordt.

De volgende spoorlijnen worden ook gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen:

  • Baanvak Zwolle-Meppel (brandbare gassen en zeer brandbare vloeistoffen);
  • Baanvak Zwolle-Ommen (zeer brandbare vloeistoffen).

Verder liggen circa 10 grotere aardgastransportleidingen in de gemeente.

3.1.5 Geluid

De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.

In de ruimtelijke onderbouwing van de verschillende ontwikkelingen is nader ingegaan op het aspect geluid.

3.1.6 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.

Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.

3.1.7 Politiekeurmerk

Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:

• woning (W-eisen);

• complex (C-eisen);

• omgeving (O-eisen).

Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.

Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?

Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.

Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.

Integraal veiligheidsinstrument

Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.

Verschil nieuwbouw - bestaande bouw

Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.

Certificaat Veilige Woning

Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.

Het politiekeurmerk is voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan geen toetsingskader. Het gaat om particuliere initiatieven waarbij de initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van een politiekeurmerk veilig wonen.

3.1.8 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.

4.2 Opgenomen initiatieven

Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven.

4.2.1 Schoolweg 9A

Het perceel Schoolweg 9A heeft een maatschappelijke bestemming. De huidige bebouwing wordt hiervoor gebruikt. De initiatiefnemer wil landschapsontsierende schuren slopen op het perceel Grensweg 1 -3 en met toepassing van de Sloop voor kansen regeling de bestaande woning op het perceel bewonen. Zie Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Schoolweg 9A en Grensweg 1 - 3 .

In totaal wordt er 868 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.2 Brinkweg 1A

Het perceel Brinkweg 1 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met verschillende grote schuren. Een schuur op het perceel is kadastraal gesplitst (Brinkweg 1A) van het oorspronkelijke erf en als karakteristiek aangeduid. Hierdoor is het mogelijk gebruik te maken van de regeling voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) om de schuur om te bouwen als woning. Zie Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Brinkweg 1A.

Door de schuur als woning om te bouwen blijft een karakteristiek pand bewaard en is er geen sprake van verpaupering.

4.2.3 Poppenallee 7

Het perceel Poppenallee 7 heeft een woonbestemming. Op het perceel is een bijbehorend bouwwerk aanwezig die gebruikt worden voor recreatief nachtverblijf. Omdat hier geen sprake is van voormalig agrarische bedrijfsbebouwing is het niet mogelijk gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan om 'boerderijkamers' op te richten. Door deelname aan dit verzamelplan wordt recreatief nachtverblijf mogelijk gemaakt. Zie Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing Poppenallee 7.

4.2.4 Brouwersweg 10

Op het perceel Brouwersweg 10 wordt met Sloop voor Kansen een compensatiewoning gerealiseerd. Hiervoor wordt 212 m2 aan landschapsontsierende bebouwing zonder asbest gesloopt op het perceel Brouwersweg 10 en 791,5 m2 zonder asbest op het perceel Stadhoek 4. De compensatiewoning zal achter op het erf worden gebouwd, waarbij de grootste, relatief nieuwe schuur zal blijven staan en dienst zal doen als bijgebouw voor de compensatiewoning. Ook een andere relatief goede schuur blijft behouden. Zie Bijlage 4 Ruimtelijke onderbouwing Brouwersweg 10 en Stadhoek 4.

In totaal wordt er 1.003,5 m² aan landschapsontsierende bebouwing zonder asbest gesloopt.

4.2.5 Statumweg 4/4A

Op het perceel Statumweg 4/4A wordt een cumelabedrijf geëxploiteerd. Hierbij komt men momenteel ruimte tekort om al de machines binnen te stallen. Dit resulteert in hogere slijtagekosten, waardoor het bedrijfseconomisch dringend noodzakelijk is om extra stallingsruimte te realiseren. Er is momenteel een tijdelijke winterstalling vergund van 600m2, maar deze ligt buiten het bouwvlak. Met dit verzamelplan wordt het bouwvlak verlegd om het permanent laten staan van de winterstalling mogelijk te maken. Bovendien is in het 5e verzamelplan de maatvoering maximum bebouwd oppervlak gewijzigd, rekening houdend met een uitbreiding van 1.200 m², zoals opgenomen in het 3e verzamelplan Buitengebied. In de berekening van deze 1.200 m² is de sloop van één schuur niet meegenomen. Deze ontbrekende 422 m² wordt alsnog verwerkt in dit verzamelplan. De maatvoering maximum bebouwd oppervlak wordt gewijzigd van 4.425 m² naar 4.847 m². Zie Bijlage 5 Ruimtelijke onderbouwing Statumweg 4/4A.

4.2.6 Dommelerdijk 20/20A

Op het perceel aan de Dommelerdijk 20/20A was een illegale meubelhal gevestigd. Op het perceel is in totaal 780 m2 landschapsontsierende bebouwing aanwezig, wat niet voldoende is voor het verkrijgen van een compensatiekavel. In een principe-uitspraak heeft het college aangegeven dat het staken van de bedrijfsactiviteiten en het slopen van de bedrijfsbebouwing voldoende is voor het verkrijgen van een bouwkavel. De bedrijfsactiviteiten zijn nu gestaakt en het erf is verkocht. De nieuwe eigenaren willen gebruik maken van de eerder geboden mogelijkheid uit het principe-besluit. Omdat dit niet binnen de beleidskaders van sloop voor kansen past, wordt hier KGO toegepast. Hierbij moet de investering in de ruimtelijke kwaliteit in balans zijn met de verkregen ontwikkelingsruimte. In dit geval heeft de ervenconsulent van Het Oversticht hierover geadviseerd zodat er inderdaad een balans is tussen investering en ontwikkelingsruimte. Zie Bijlage 6 Ruimtelijke onderbouwing Dommelerdijk 20/20A .

In totaal wordt er 780 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.7 Westeinde 142

Aan het Westeinde 142 was voorheen het restaurant 'De Troubadour' gevestigd. De horeca activiteiten zijn gestaakt. Omdat de nieuwe eigenaar van het perceel er slechts wil wonen, wordt de bestemming van het perceel gewijzigd in 'Wonen'. Aan de erfinrichting van het perceel zal verder niets wijzigen. Zie Bijlage 7 Ruimtelijke onderbouwing Westeinde 142 .

4.2.8 Leemculeweg 9

Aan de Leemculeweg 7 is een groot woonperceel aanwezig. De huidige eigenaar wil een deel van dit woonperceel verkopen aan initiatiefnemers. De initiatiefnemers willen een compensatiewoning realiseren met toepassing van de Sloop voor kansen regeling. De 444 m2 landschapsontsierende bebouwing met asbest die op het perceel Brandweg 3 is gesloopt en vastgelegd wordt ingezet voor de compensatiewoning. Ook op het perceel Lemelerveldseweg 105 wordt 425 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt. De gesloopte m2 op beide percelen worden ingezet voor de realisatie van een compensatiewoning op het perceel Leemculeweg 9. Zie Bijlage 8 Ruimtelijke onderbouwing Leemculeweg 9 .

In totaal wordt er 869 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.9 Leusener Es 2

Op het perceel Leusener Es 2 wil men een zogeheten meer-generatie woning realiseren, waarvoor de benodigde vergunningen al zijn verleend. Om het project af te ronden moet de bestemming van de woning echter gewijzigd worden. Het gehele perceel heeft nu nog de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw'. Om de gewenste inwoonsituatie te realiseren moet de woning de bestemming 'Wonen' krijgen. Aangezien er nog bedrijfsactiviteiten (bloemhandel) worden uitgevoerd in de hal, zal de rest van het perceel een bedrijfsfunctie behouden. Zie Bijlage 9 Ruimtelijke onderbouwing Leusener Es 2

4.2.10 Marshoekersteeg 14/14A

De Marshoekersteeg 14/14A is een voormalig agrarisch erf, dat al een woonbestemming heeft. Op het erf bevindt zich nog een grote voormalig agrarische schuur, die nu de planologische aanduiding voor caravanstalling heeft. De leegstaande schuren op het perceel met een oppervlak van 1.918 m2 worden gesloopt en ingezet in een Sloop voor Kansen project. Om twee compensatiewoningen te realiseren op het perceel wordt ook 300 sloop m2 aan de Vennebergweg 6 hiervoor ingezet. Met in totaal 2.218 sloop m2 is het mogelijk twee woningen te realiseren. Om te voorkomen dat de compensatiewoningen belemmeringen opwerpen voor het naastgelegen agrarische bedrijf aan de Koepelallee 3, is met de betreffende agrariër afgesproken het zoekgebied te verleggen. Zie Bijlage 10 Ruimtelijke onderbouwing Marshoekersteeg 14/14A en Vennebergweg 6

In totaal wordt er 2.218 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.11 Kringsloot West 12

De agrarische activiteiten op het perceel Kringsloot West 12 worden beëindigd. De landschapsontsierende bebouwing (ook het mestbasin) op het perceel zal worden gesloopt, wat in totaal 1.192 sloop m2 met asbest oplevert. Met gebruik van het Sloop voor Kansen beleid, wordt één (compensatie)woning op het perceel gerealiseerd. De resterende m² worden gebruikt voor een groter bijgebouw (250 m2) bij de compensatiewoning. Verder wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan om de voormalige bedrijfswoning te splitsen in twee losse wooneenheden. Uiteindelijk zullen er drie wooneenheden op het perceel zijn. Zie Bijlage 11 Ruimtelijke onderbouwing Kringsloot West 12 .

In totaal wordt er 1.192 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.12 Westeinde 144 en 146

Op het perceel Westeinde 144 en 146 is een voormalige woonboerderij met verschillende bijbehorende bouwwerken aanwezig. De woonboerderij is als karakteristiek aangeduid en met toepassing van de regeling voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) kan de bestaande boerderij gesplitst worden. Verder willen de initiatiefnemers een inwoonsituatie realiseren. Dit kan via een omgevingsvergunning gerealiseerd worden nadat dit bestemmingsplan op dit onderdeel onherroepelijk en/of in werking is getreden. Zie Bijlage 12 Ruimtelijke onderbouwing Westeinde 144/146.

4.2.13 Ruitenveen 4/4A en Jagtlusterallee 1

Op het erf was voorheen een paardenhouderij gevestigd, maar de nieuwe eigenaar wil het agrarische gebruik niet voortzetten. In plaats daarvan worden 15 camperplaatsen gerealiseerd op het perceel, waarvan 5 toegankelijk voor mindervalide gasten. Deze 5 plaatsen zullen dichtbij de bestaande bebouwing worden gerealiseerd, de overige 10 in het landschap ten noorden van het erf. De benodigde sanitaire voorzieningen zullen worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing op het erf. De grote schuren zullen daarnaast worden gebruikt als camperstalling. In de kleinere schuren op het perceel worden boerderijkamers gerealiseerd voor recreatief nachtverblijf. Het pand Jagtlusterallee 1 was in het verleden een woning, die op een gegeven moment is wegbestemd. Deze zal nu weer terugbestemd worden als woning. Zie Bijlage 13 Ruimtelijke onderbouwing Ruitenveen 4/4a en Jagtlusterallee 1.

4.2.14 Hessenweg 70

Het perceel Hessenweg 70 heeft deels een woonbestemming en deels een bedrijfsbestemming. De eigenaar heeft een eigen vrachtauto die hij parkeert op zijn perceel. Om extra slijtage aan zijn vrachtwagen te voorkomen wil de initiatiefnemer graag een overkapping bouwen. De geplande locatie van de overkapping heeft een bedrijfsbestemming, waar het bestemmingsplan geen extra bebouwing toe staat. Binnen de woonbestemming heeft de eigenaar volgens het bestemmingsplan nog mogelijkheden, maar in de praktijk is daar geen ruimte. Daarnaast is geconstateerd dat er een illegale overkapping aan de woning in de agrarische bestemming is gebouwd. Om de plannen van de initiatiefnemer mogelijk te maken moet de bestemming van deze gronden gewijzigd worden naar 'Wonen', waarbij de aanpijling naar het andere perceel verdwijnt. Daarnaast wordt de woonbestemming iets verschoven zodat de illegale overkapping binnen de woonbestemming valt. Bovendien worden enkele ambtelijk wijzigingen gedaan zodat de grenzen van de bestemmingen overeenkomen met de kadastrale grenzen. Zie Bijlage 14 Ruimtelijke onderbouwing Hessenweg 70.

4.2.15 Koelmansstraat 62

De eigenaar van het perceel Koelmansstraat 62 wil het bijbehorende bouwwerk op het perceel uitbreiden. Gezien de nok van de schuur is uitbreiding in oostelijke richting het meest logisch. Echter begint ook hier de agrarische bestemming. Door gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid uit het huidige bestemmingsplan om het bestemmingsvlak Wonen te verschuiven kunnen de plannen gerealiseerd worden. Per saldo blijft het oppervlak van de woonbestemming gelijk. Zie Bijlage 15 Ruimtelijke onderbouwing Koelmansstraat 62 .

4.3 Opgenomen project afwijkingsbesluiten

4.3.1 Hessenweg 62

De omgevingsvergunning voor het vervangen van een oude schuur voor een nieuwe op het perceel Hessenweg 62 in Dalfsen is op 16 december 2014 verleend en onherroepelijk geworden op 30 januari 2015; zie

Projectafwijkingsbesluit Hessenweg 62.

4.3.2 Gemaal De Broekhuizen

De omgevingsvergunning voor het bouwen van een gemaal en het aanleggen van een watergang met onderhoudspad op het perceel Hessenweg 8A (ter hoogte van de crossbaan aan De Broekhuizen) is op 6 december 2017 verleend en onherroepelijk geworden op 19 januari 2018; zie

Projectafwijkingsbesluit Gemaal De Broekhuizen.

4.3.3 Den Hulst 28

De omgevingsvergunning voor het verbouwen/vernieuwen van de woonboerderij naar twee woningen op het perceel Den Hulst 28 is op 8 januari 2019 verleend en op 21 februari 2020 onherroepelijk geworden; zie

Projectafwijkingsbesluit Den Hulst 28.

4.3.4 Heinoseweg 30

De omgevingsvergunning voor het uitbreiden van het restaurant op het perceel Heinoseweg 30 in Dalfsen is verleend op 15 januari 2019 en onherroepelijk geworden op 28 februari 2019; zie

Projectafwijkingsbesluit Heinoseweg 30.

4.3.5 Hessenweg 83

De omgevingsvergunning voor het verschuiven van het bestemmingsvlak 'Wonen' en het slopen en uitbreiden van een bestaande schuur op het perceel Hessenweg 83 in Dalfsen is verleend op 28 mei 2019 en onherroepelijk geworden op 11 juli 2019; zie

Projectafwijkingsbesluit Hessenweg 83.

4.3.6 Oosterveen 73/73A - Oosterhulst 56 - Tibbensteeg 12

De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Oosterveen 73/73A is op 18 juni 2019 verleend en onherroepelijk geworden op 31 juli 2019; zie

Projectafwijkingsbesluit Oosterveen 73/73A - Oosterhulst 56 - Tibbensteeg 12.

4.3.7 Hessum Oostermaat

De omgevingsvergunning voor het omvormen van landbouwgrond naar natuur op de percelen kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie E, nummers 118 (ged), 119, 4088 (ged) en 4091 is verleend op 2 december 2019 en onherroepelijk geworden op 15 januari 2020; zie

Projectafwijkingsbesluit Hessum Oostermaat.

4.3.8 Dedemsweg 18/20

De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de bestemming van agrarisch naar wonen en het splitsen van de woning op het perceel Dedemsweg 18/20 is verleend op 20 december 2019 en onherroepelijk geworden op 6 februari 2020; zie

Projectafwijkingsbesluit Dedemsweg 18/20.

4.4 Opgenomen ambtshalve wijzigingen

Leemculeweg 3B

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aangepast.

De Brandt 10

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' omgezet in 'Agrarisch'.

Poppenallee 31A

Op de plankaart wordt in de bestemming Landhuis de aanduiding 'Wonen' opgenomen en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding: uitgesloten - bebouwing'. 

G.W. van Marleweg 15

Op de plankaart wordt het bestaande oppervlak aan bijbehorende bebouwing dat aanwezig mag zijn vastgelegd.

Slennebroekerweg 12

Op de plankaart wordt het bestaande oppervlak aan bijbehorende bebouwing dat aanwezig mag zijn vastgelegd.

Voetsteeg 10

Op de plankaart wordt het bestaande oppervlak aan bijbehorende bebouwing dat aanwezig mag zijn vastgelegd.

Schapendrift 9 en 11

Op de plankaart wordt de aanduiding 'plattelandswoning' toegevoegd.

Hoevenweg 27/29

Op de plankaart wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden:2' aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd.

Hessenweg 79

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aangepast.

Hogenkampswegje 4

Op de plankaart wordt de aanduiding 'kampeerterrein' opgenomen.

Middeldijk 37A

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aangepast.

Brinkweg 1

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aangepast.

Ankummer Es 19B

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aangepast.

Hessenweg 1

Om kuilvoerplaten te plaatsen en een windmolen te vergunnen is het zoekgebied aangepast. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Brandweg 3

Op de plankaart wordt het bestaande oppervlak van 1.660 m2 dat aanwezig mag zijn vastgelegd op de plankaart.

Jan Heereweg 2B

Op de plankaart wordt de huidige bestemming gewijzigd in 'Wonen' en wordt de aanduiding 'Opslag' toegevoegd aan de schuur.

Markeweg 5

Op de plankaart wordt de huidige archeologische dubbelbestemming omgezet in de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 7' en wordt 'maximum aantal wooneenheden: 2' toegevoegd.

Stationsgebied Dalfsen

Op de plankaart wordt de huidige bestemming omgezet in 'maatschappelijk' met de specifieke aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats'.

Westerveen 43A tot en met 51A

Op de plankaart wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden:3' toegevoegd voor de percelen met huisnummer 47 t/m 51A en voor de percelen met huisnummer 43A en 45 wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 2' toegevoegd.

De Brandt 1 en 3

Op de plankaart wordt de huidige agrarische bestemming van de percelen omgezet in 'Wonen'.

Provinciaal Inpassings Plan (Pip) N340/N48 vastgesteld 11 april 2018

Op de plankaart worden de diverse percelen met de huidige bestemming opgenomen.

Tibbensteeg 12

Op de plankaart wordt het bestaande oppervlak van 1.210 m2 dat aanwezig mag zijn vastgelegd op de plankaart.

Ruitenborghweg 8

Op de plankaart wordt de aanduiding 'Stal' toegevoegd aan de schuur.

Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels

In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.

5.1 Wijzigingen in de regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen

De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.

In artikel 1 zijn de volgende begripsbepalingen aangevuld: 'camperplaatsen', 'inwoning' en 'milieugevoelige functie'. In het begrip aanhuisverbonden beroep en bedrijf is de zinsnede 'geen kapper zijnde' toegevoegd.

In artikel 3 Agrarisch is in 3.6.2 lid d sub 3 toegevoegd in het afwegingskader met een extra voorwaarde voor de afwijking om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als woning. Onder 3.7.2 zijn lid e en f toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege onderhoud- of exploitatiewerkzaamheden of vanwege verkeersveiligheid. In de bestemmingsomschrijving is de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen' toegevoegd. In 3.4.1. lid a sub 4 is het woordje 'en' toegevoegd zodat de zin weer goed doorloopt. Verder is in 5.6.3. lid l sub 4 toegevoegd voor het uitsluiten van een kookgelegenheid om permanente bewoning tegen te gaan.

In artikel 4 wordt in 4.6.1 lid a werd naar een verkeerd lid verwezen dit is gecorrigeerd. Verder is in 4.6.1 lid b toegevoegd om met een afwijking de bedrijfswoning te gebruiken als woning en is in 4.6.2 lid d toegevoegd in het afwegingskader waarin voorwaarden zijn opgenomen om gebruik te kunnen maken van de afwijking om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als woning.

In artikel 5 wordt in 5.1 in de tabel de tekst 'ter plaatse van de aanduiding' toegevoegd. Deze was per abuis niet opgenomen en in dit verzamelplan hersteld. In 5.4.1. lid wordt naar een verkeerd lid verwezen dit wordt gecorrigeerd. In 5.6.2 is lid d sub 3 toegevoegd in het afwegingskader met een extra voorwaarde voor de afwijking om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als woning. Onder 5.7.2 zijn lid f en g toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege onderhoud- of exploitatiewerkzaamheden of vanwege verkeersveiligheid. In 5.4.1. lid a sub 4 is het woordje 'en' toegevoegd zodat de zin weer goed doorloopt.

In artikel 6 in 6.5.1. lid b is overbodige tekst verwijderd en de bijlage aangepast aan de ontwikkeling van de Statumweg die deelneemt aan dit verzamelplan. Verder is lid d toegevoegd omdat deze nog ontbrak. Door de toevoeging van 6.5.1 lid d is de verwijzing in 6.6.1. lid b aangepast. In 6.6.2 is lid d sub 5 toegevoegd in het afwegingskader met een extra voorwaarde voor de afwijking om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als woning.

In artikel 6 en 27 is voor de betreffende percelen waar ontwikkelingen plaatsvinden de voorwaardelijke verplichting opgenomen dat de percelen ook volgens de bij de regels behorende erfinrichtingsplannen ingericht moeten worden.

In artikel 7 is in 7.1. in de bestemmingsomschrijving de aanduiding 'gemaal' toegevoegd. Verder is onder 7.3 Specifieke gebruiksregels toegevoegd en onder 7.3.1 Strijdig gebruik.

In artikel 10 zijn onder 10.4.2 lid f en g toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege onderhoud- of exploitatiewerkzaamheden of vanwege verkeersveiligheid.

In artikel 13 is onder 13.2.1 lid b toegevoegd waarin staat dat als er een aanduiding 'maximum oppervlakte gebouwen (m2)' is opgenomen maximaal deze oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken is toegestaan, waarbij een uitbreiding van de oppervlakte niet mogelijk is.

In artikel 15 is toegevoegd 15.4 Specifieke gebruiksregels en 15.4.1 Strijdig gebruik.

In artikel 16 is de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats' voor een JOP toegevoegd.

In artikel 18 zijn onder 18.4.2 lid e en f toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege onderhoud- of exploitatiewerkzaamheden of vanwege verkeersveiligheid.

In artikel 19 is onder 19.1 de mogelijkheid van van ondergeschikte (bijbehorende) horeca

op het perceel Zwembadlaantje 8 tot een maximum van 50m2 van het gebouw en daarnaast maximaal 100m2 terras toegevoegd.

In artikel 27 is in de bestemmingsomschrijving de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen' en 'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf' toegevoegd aan de tabel. Daarnaast is bij de aanduiding 'caravanstalling' toegevoegd dat op het perceel Ruitenveen 4/4A tevens camperstalling is toegestaan. Voor de uitvoering van de erfinrichtingsplannen van Schoolweg 9A, Grensweg 1-3, Brinkweg 1A, Poppenallee 7, Brouwersweg 10, Stadhoek 4, Statumweg 4/4A, Dommelerdijk 20/20A, Westeinde 142,Leemculeweg 9,Leusener Es 2,Marshoekersteeg 14/14A, Vennebergweg 6, Kringsloot West 12, Westeinde 144/146, Ruitenveen 4/4A en Jagtlusterallee 1, Hessenweg 70 en Koelmansstraat 62 is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. In 27.5.1 is lid f toegevoegd voor strijdig gebruik voor Brinkweg 1A en Westeinde 144/146 vanwege het behoud van de karakteristiek van de bebouwing.

In artikel 28, 29 en 30 is onder 28.4.2. lid d, in 29.4.2 lid c en in 30.4.2 lid c toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege verkeersveiligheid.

In de artikels 31, 32, 33, 34, 35, 36, 38 en 39 is in de bouwregels het woordje 'en' toegevoegd zodat duidelijk is dat er een archeologisch onderzoek nodig is als zowel de oppervlakte als de diepte maten overschreden worden. Verder zijn onder 31.3.2, 32.3.2, 33.3.2, 34.3.2, 35.3.2, 36.3.2, 38.3.2 en 39.3.2 lid f en g toegevoegd aan de uitzondering voor het verplichten van een omgevingsvergunning vanwege onderhoud- of exploitatiewerkzaamheden of vanwege verkeersveiligheid.

In artikel 46 in 46.1.1 lid c is ter verduidelijking de tekst 'bouw/gebruiks' aan het woord plan toegevoegd.

In artikel 51 onder 51.1.1 onder a is de tekst voor laad of losruimte toegevoegd en overbodige tekst verwijderd. Onder lid b is de Kadernota Parkeernormen Dalfsen 2020 toegevoegd en de overbodige tekst vervwijderd. Lid 51.1.2 is vervallen.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.

De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg

Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen. Wel heeft in deze fase het Overleg volgens artikel 3.1.1. Bro met diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.

7.1 Overleg

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere manier voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.

Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geïnformeerd over hun plannen.

7.1.1 Veiligheidsregio IJsselland

In het kader van vooroverleg heeft de Veiligheidsregio IJsselland op 5 februari 2020 schriftelijk een advies uitgebracht over de locaties in dit verzamelplan waarbij externe veiligheid een rol speelt. Het advies heeft betrekking op de volgende adressen: Brinkweg 1A, Hessenweg 70 en Koelmansstraat 62. Hierna wordt in het kort het advies verwoord.

Door ligging nabij een LPG-tankstation voor de Brinkweg 1A

  • Bij deze adviesaanvraag heeft de Veiligheidsregio IJsselland geconstateerd dat er geen zaken zijn die relevant zijn voor de (externe) veiligheid.

Door ligging nabij de route gevaarlijke stoffen over de N340 voor de Hessenweg 70

  • Bij deze adviesaanvraag heeft de Veiligheidsregio IJsselland geconstateerd dat er geen zaken zijn die relevant zijn voor de (externe) veiligheid.

Door ligging van hoge druk aardgastransportleidingen voor de Koelmansstraat 62

  • De Veiligheidsregio IJsselland adviseert om de vrijwaringszones aan beide zijden van de hogedruk aardgastransportleiding te respecteren.

Reactie gemeente:

De reacties van de Veiligheidsregio worden voor kennisgeving aangenomen. Verdere actie is niet nodig. De vrijwaringszones worden gerespecteerd.

7.1.2 Waterschap Drents Overijsselse Delta

In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het Waterschap gekomen. De uitkomsten hiervan zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens artikel 3.1.1 Bro met het Waterschap.

7.1.3 Provincie Overijssel

In het kader van vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening is op 15 januari 2020 de provinciale eenheid Ruimte en Bereikbaarheid verzocht te adviseren over het '6e verzamelplan bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen'.

Op 20 januari 2020 heeft de provincie laten weten in te kunnen stemmen met het plan zoals het nu voorligt. Het plan is niet in strijd met het provinciale ruimtelijk beleid en de provincie ziet vanuit provinciaal belang geen beletsel voor het verdere vervolg van deze procedure.

Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 8 Zienswijzen en kennisgeving

Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen van 26 februari 2020 tot en met 9 april 2020. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er is één zienswijze binnengekomen.

In Bijlage 25 Nota van zienswijzen en wijzigingen is de zienswijze samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.