direct naar inhoud van 5.8 Externe veiligheid (inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen)
Plan: Bestemmingsplan Wensink-Noord, herziening Stationsstraat 72
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNhz001-ow03

5.8 Externe veiligheid (inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen)

5.8.1 Inleiding

Externe veiligheid richt zich op het beheersen van risico’s bij onder meer de productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen. Dergelijke activiteiten kunnen beperkingen opleggen aan de omgeving. Door het nemen van maatregelen kan de noodzakelijk aan te houden afstand tussen een risicovolle activiteit en een risico gevoelig object worden verkleind.

Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten risico’s: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is een maat voor een (wettelijk) minimum beschermingsniveau. Dit wordt aangegeven met een contour waarbinnen beperkingen gelden voor zogenoemde (beperkt) kwetsbare objecten. Het groepsrisico kijkt naar het aantal mensen dat mogelijk kan overlijden als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico is afhankelijk van het aantal potentieel aanwezige mensen nabij een risicovolle activiteit. De kans op een ongeluk met veel slachtoffers moet expliciet worden afgewogen en verantwoord. Naast de kansen op overlijden moet, in situaties met gevaarlijke stoffen, gekeken naar de mate van zelfredzaamheid van mensen en de bestrijdbaarheid van calamiteiten.

5.8.2 Onderzoek

Oranjewoud/Save heeft in opdracht van gemeente Borne de externe veiligheidssituatie, ten behoeve van de ontwikkeling van een gezondheidscentrum met woningen aan de Stationsstraat 72 te Borne, onderzocht, zie Bijlage 4. Uit het onderzoek is gebleken dat de externeveiligheids situatie van de buisleiding voor de ontwikkeling niet relevant is, maar dat de externeveiligheids situatie van het spoor voor de ontwikkeling wel relevant is. Dit is nader onderzocht. Hierna zijn de bevindingen beschreven.

Het berekende groepsrisico is voor zowel de voorgenomen als de vigerende situatie hoger dan de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.

Ten opzichte van de vigerende situatie neemt het groepsrisico toe met een factor 1,07. Volgens de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen geldt in dit geval dat voor het voorgenomen ruimtelijke besluit de verantwoordingsplicht van toepassing is. Een aanzet voor de verantwoording is door Westerdiep Adviseur Milieu en Ruimte opgesteld (zie Bijlage 5).

Warme/koude BLEVE

Het plangebied bevindt zich binnen de afstand waarbinnen aanwezigen dodelijk kunnen worden getroffen bij een warme BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion). De afstand die hiervoor wordt gehanteerd is bij een worst-case scenario maximaal 330 meter.

Verantwoording

Bij de verantwoording van het berekende groepsrisico is gekeken naar de aspecten: treffen van maatregelen ter vermindering van het groepsrisico en een beoordeling van de zelfredzaamheid en de bestrijdbaarheid bij een eventuele calamiteit.

Maatregelen

Het plangebied bevindt zich op een afstand van circa 120 meter tot het spoor. Een gifgaswolk kan effect op de gezondheid van mensen binnen het plangebied. De maatregelen om de invloed van een gifgaswolk te beperken zijn er nauwelijks. Er is gekeken naar bronmaatregelen ofwel de invloed op het transport. Het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor is gebaseerd op de vervoerscijfers conform de cRvgs uitgegaan van het scenario ‘Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor (prognose 2020)’ Prorail, september 2007. Bepalend voor het groepsrisico is de hoeveelheid, stofcategorie dat over het spoor wordt vervoerd en de snelheid en het aantal overwegen/wissels. De gemeente Borne heeft geen invloed op deze eigenschappen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Het nemen van bronmaatregelen is derhalve niet mogelijk.

Zelfredzaamheid

“Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van dienstverleningsdiensten. Dat kan door het schuilen en indien nog mogelijk, vluchten uit het bedreigde gebied” (uit: Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico).

Het plan bestaat uit circa 600 m2 gezondheidscentrum met een activiteitencentrum, apotheek, fysiotherapeut en huisarts en 24 appartementen. Dit zijn geen functies of groepen van mensen die in het geval van een calamiteit zich niet zelfstandig kunnen redden. Nb. In de huidige situatie bevindt er zich binnen het gebouw een (jonge) kinderopvang. Dit is een functie met een beperkte zelfredzaamheid. In de nieuwe situatie is deze functie er niet. Dit betekent een verbetering van de situatie.

Het plan is georiënteerd op de Stationsstraat en de kruising van de Stationstraat met de Dunantstraat en niet richting het spoor (bron). Het gebouw is zodanig ontworpen dat er vanuit het gebouw drie vluchtwegen en -routes zijn (incl. parkeergarage). De ligging op de kruising van de Stationstraat en Dunantstraat geeft goede en alternatieve vluchtmogelijkheden bij een eventuele calamiteit. Het schuilen bij een eventuele calamiteit kan in het gebouw zelf.

Bestrijdbaarheid

Bij bestrijdbaarheid gaat het om de bestrijdbaarheid van het rampscenario en of het gebied voldoende kan worden ingericht en om bestrijding te faciliteiten. De afstand tot het spoor is met 120 meter aanzienlijk. Door deze afstand zal de dosisreductie zodanig zijn dat een effect als gevolg van een explosie of brand bij een eventuele calamiteit op het spoor, ter hoogte van het plan gebied niet is te verwachten. Wel kan er sprake zijn van een effect op de gezondheid als gevolg van een gifgaswolk.

Voor de bestrijdbaarheid is de aanrijdtijd van de hulpdiensten van groot belang. Er wordt een aanrijdtijd van 8 minuten aangehouden (wettelijke norm in voorbereiding). In Borne is een brandweer aanwezig (De Bieffel 11). Deze is gelegen binnen 2 kilometer van het plangebied. De brandweer bevindt zich aan de projectzijde van het spoor en ondervindt derhalve geen hinder in de aanrijdtijd wanneer het spoor, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit, geblokkeerd is. Het plan biedt voldoende ruimte voor het plaatsen van een brandblusinstallatie.

5.8.3 Beoordeling en conclusie

Plaatsgebonden risico

Voor de spoorlijn Hengelo - Almelo blijkt uit de berekening dat geen 10-6 contour aanwezig is. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico, ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Hengelo - Almelo, geen belemmering vormt voor het mogelijk maken van de nieuwe ontwikkelingen.

Daarnaast is het wel mogelijk dat in het plangebied aanwezige mensen bij een worst-case scenario van een warme BLEVE hierdoor dodelijk kunnen worden getroffen.

Groepsrisico

De oriënterende waarde van het groepsrisico wordt in de huidige situatie overschreden en het plan draagt in beperkte mate bij aan het groepsrisico (toename van 7%).

De gemeente Borne heeft echter geen zeggenschap over de hoeveelheid vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en maatregelen om het effect van een gifgaswolk te beperken zijn niet redelijkerwijs inzetbaar (zeggenschap, kosten en effect).

De nieuwe situatie leidt dan wel tot een beperkte toename van het groepsrisico, maar de zelfredzaamheid van de nieuwe gebruikers is beter dan in de huidige situatie. Er is in de nieuwe situatie geen voorziening voor jonge kinderen met een beperkte zelfredzaamheid. Bij eventuele calamiteiten zijn er ruime mogelijkheden om het gebouw en het gebied te ontvluchten. De project en de omgeving is voldoende ingericht om bestrijding van effecten te faciliteren.