direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Woongebied Borne Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWBM2012-vg01

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Ontstaansgeschiedenis

Borne maakt deel uit van de dekzandgebieden, bestaande uit een afwisseling van hoog gelegen stuwwallen en dekzandkoppen en lager gelegen beekdalen van de Bornse beek en de Azelerbeek. De kern Borne ligt op zo'n uitloper van de stuwwal. De oudste vondsten dateren uit de periode tussen 6000 en 2000 voor Chr., de Midden en de Jonge Steentijd. De eerste bewoners van de streek waren jagers/ verzamelaars die in het gebied rondtrokken. Van deze groepen zijn alleen vuurstenen gebruiksvoorwerpen teruggevonden. Rond 400 voor Chr. doet de landbouw zijn intrede. Van de landbouwers zijn naast vuurstenen gebruiksvoorwerpen, ook resten van aardewerk teruggevonden. Ook in de daarop volgende perioden heeft de mens in het gebied gewoond; er is dan ook sprake van een continue bewoning. Ten westen van Borne is een urnenveld bekend, een grafveld uit de Bronstijd en Ijzertijd. Op de Zuid Esch zijn sporen aangetroffen van een Germaanse nederzetting uit de Romeinse tijd (2e/3e eeuw na Chr.) En bij opgravingen op de Stroom Esch zijn resten van een archeologische nederzetting gevonden uit de tijd van Karel de Grote (Karolingische tijd), circa 750-800 na Chr.

In de late middeleeuwen ontstaan er grote en kleine akkerbouwcomplexen, de essen. Doordat de mens de gronden door middel van plaggenbemesting verrijkte, zijn deze gronden in de loop der tijd opgehoogd. De mensen bouwden hun huizen aan de rand van de es. Op een aantal plaatsen is dit nog zichtbaar. In de late middeleeuwen lieten de lokale machthebbers versterkte huizen en kastelen bouwen. In Borne is daarvan nog een aantal bekend, zoals de Hondeborg ten westen van Borne, de havezate Weleveld en het Grotenhuis.

2.2.2 Landschappelijke karakteristiek

Het landschap rondom Borne behoort tot het voor Twente karakteristieke coulissenachtig samengestelde landschap van het oude kleinschalige essen- en oude hoevenlandschap en het jongere ontginningslandschap. Het oorspronkelijke onderscheid in het landschapsbeeld van de verschillende landschapstypen is ten gevolge van de ruilverkaveling, de ontwikkeling van de grootschalige infrastructuur en de uitbreiding van dorps- en bedrijfsgebieden weliswaar grootschaliger geworden, en in zekere zin ook genivelleerd, maar de oorspronkelijke karakteristieke structuur en het coulissenachtige beeld zijn herkenbaar gebleven.

Het essenlandschap kenmerkt zich door de relatief meer aaneengesloten sterk opgehoogde en bol gelegen bouwlanden, de weidegronden in de beekdalen, de bosgebieden en door de aan de rand van een groter complex van bouwlanden gelegen boerenhoeven. De bouwlandcomplexen zijn nauwelijks doorsneden door houtwallen en de wegen tussen de dorpen slingeren zich op de overgang van droog en nat door het landschap. Kenmerkend is het open karakter op de es. De beekdalen daarentegen kennen een groen en kleinschalig karakter door herhaling van kavelbeplanting middels houtwallen, bomen en hagen. De esgronden werden door houtwallen omzoomd. Deze houtwallen dienden als afscheiding voor het vee en als geriefhout.

Het oude hoevenlandschap is het meest kleinschalige landschap en bevindt zich tussen het essenlandschap en het ontginningslandschap. Typerend zijn de steilranden en het reliëf op korte afstand (mede door het ophogen van de individuele akkers, de zogeheten éénmansesjes), de van oorsprong sterk kronkelende weggetjes en beken, de sterke afwisseling van door houtwallen omzoomde akkers en weilanden en de in het landschap verspreid aan de rand van de essen gelegen individuele of soms geclusterde oude boerenhoeven. Plaatselijk komen nog groot uitgegroeide bomen voor.

De weide- en hooilanden lagen doorgaans in de lagere gronden van de beekdalen. Deze beekdalen vormden door hun lengten belangrijke structurerende lijnen in het landschap. Veel van deze beekdalen, waaronder dat van de Bornsebeek, zijn nog duidelijk herkenbaar in het landschap, mede doordat de haaks op de waterloop gelegen kavelgrenzen zijn voorzien van houtwallen en andere vormen van kavelbeplanting.

Het ontginningslandschap is met name gevormd door het in cultuur brengen van de heidegebieden. Dit landschapstype kenmerkt zich door het duidelijk meer open landschapsbeeld van de velden, de meer besloten complexen met bosgebieden, het meer rechte wegenpatroon en de meer grootschalig opgezette boerderijen. De beplantingen bestaan vaak uit wegbeplantingen en bospercelen. Het ontginningslandschap heeft een overwegend agrarisch karakter en is grootschaliger dan het oude hoevenlandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpWBM2012-vg01_0002.jpg"

Figuur 2.1) Topografische kaart 1955-1965

2.2.3 Bebouwingsstructuren en -typologieën

Omschrijving stedenbouwkundige opzet

Het plangebied valt grofweg in te delen in vier deelgebieden: de Vogelbuurt, Wensink Noord, Wensink Zuid en Zuid Esch.

2.2.3.1 Vogelbuurt

Met name de Prins Bernhardlaan, maar ook de Bornerbroeksestraat en de Molenkampseweg, zijn in het plangebied duidelijk herkenbaar als de oorspronkelijke lintbebouwing. Langs deze linten zijn voornamelijk woningen op ruime kavels gelegen. Deze kavels zijn meestal haaks op de weg gesitueerd, maar in enkele gevallen ook schuin. De bebouwing is gevarieerd in omvang en ontwerp, maar gezien de ruime opzet oogt deze diversiteit niet rommelig. Belangrijk langs deze linten is daarnaast de boombeplanting, die in de 'groene maanden' voor een tunneleffect zorgt.

In het noorden van het plangebied ligt de Vogelbuurt, die door de Prins Bernhardlaan in een oostelijke en een westelijk deel wordt opgedeeld. Het oostelijke deel wordt gekenmerkt door een traditionele hovenstructuur waarbij doodlopende woonstraten zijn aangesloten op de Oude Almeloseweg. De woningen zijn vrijstaand of aaneengebouwd. Tevens heeft dit deel een groene uitstraling door de hoeveelheid groen op de percelen van de bewoners.

Het westelijke deel is opgericht in de jaren '60 en '70 en kent traditionele woonstraten waarbij blokverkaveling de boventoon voert. Dit deel is redelijk krap opgezet en kent weinig ruimte voor groen.

Rond de Duivenstraat en de Oude Almeloseweg zijn voornamelijk rijwoningen gesitueerd. In de afgelopen jaren is een groot gedeelte van dit buurtje geherstructureerd, hetgeen heeft geresulteerd in meer groen en een netter straatbeeld dan voorheen het geval was.

Meer naar het zuidoosten ligt de Nieuwe Es, een woonerfgebied. De woningen liggen rond doodlopende woonstraten, die worden ontsloten door de Oude Almeloseweg. De woningen hebben kleine voortuinen en staan geclusterd rondom groene perkjes. Het gebied heeft een groene uitstraling door het openbaar groen, maar ook door het groen op de percelen van de bewoners.

Op het terrein van de voormalige kwarkfabriek van Campina zijn 80 appartementen en twee kantoorgebouwen gerealiseerd. De appartementengebouwen zijn vijf verdiepingen hoog en hebben een ruime groene buffer tot het spoor. Parkeren kunnen de bewoners in de half-verdiepte garage onder de appartementen.

Ten zuiden van de Azelosestraat, tussen het station en de Grotestraat, is in de jaren '90 op het oude Spanjaardsterrein een inbreidingslocatie gerealiseerd. Aan de rand van het terrein zijn enkele dienstverlenende functies gevestigd, voor het overige zijn er voornamelijk woningen. In het westen zijn deze woningen gestapeld. De grondgebonden woningen zijn in krappe wijkjes opgericht, wat voor een besloten sfeer zorgt. Met name in het westen van het gebied is veel groen gelegen, in de woonwijkjes is de beperkte hoeveelheid groen nog niet volwassen.

2.2.3.2 Wensink Noord

Toen in de jaren '50 Borne hard begon te groeien, breidde de kern zich uit tussen de Aanslagsweg en de spoorlijn. Dit gebied leende zich goed voor een regelmatige, rechthoekige structuur, haaks op de Aanslagsweg en aansluitend op de oudere kern van Borne.

De bebouwing bestaat voornamelijk uit aaneengesloten en geschakelde woningen. Langs en rondom de Oude Deldensestraat zijn meer vrijstaande woningen gesitueerd.

Langs de Grotestraat zijn winkels gesitueerd. Verder is de buurt bedoeld als woonwijk, uitgezonderd enkele winkels voor dagelijkse behoefte. Om in de onderwijsbehoefte te voorzien zijn enkele scholen opgenomen in dit plan.

2.2.3.3 Wensink Zuid

Tussen het spoor, de Woolderweg en de Europastraat ligt de Planetenbuurt. Dit is overwegend een woongebied, uitgezonderd enkele kleinschalige bedrijven waaronder een tankstation. De Planetenbuurt bestaat voornamelijk uit wat kleinere eengezinswoningen die in een U-vormige verkaveling zijn gebouwd en met een langskap zijn afgedekt. De woningen hebben een ondiepe voortuin en een achtertuin die bereikbaar is via een achterom. De hoeveelheid groen is beperkt, uitgezonderd langs de Jupiterstraat en langs het spoor.

Bij de splitsing Morseltdijk-Woolderweg komen twee oude linten samen. De verkaveling hier is kenmerkend voor lintbebouwing: de kavels liggen haaks op de weg. De bebouwing is divers maar de meeste woningen hebben twee lagen met een kap. De verschillen in hoogte en kaprichting zorgen voor een speels en gevarieerd beeld. Er is echter weinig ruimte voor groen in het openbaar profiel. Het groen in de tuinen van de bewoners zorgt echter toch voor een redelijk groene aanblik.

Rond de Van Heemskerkstraat ligt een inbreidingslocatie bestaande uit een ringvormige woonstraat. De twee-onder-een-kapwoningen hebben allemaal hetzelfde uiterlijk, waardoor het gebied een grote ruimtelijke samenhang heeft. Het gebied heeft tevens een groene aanblik vanwege het groen in de openbare ruimte alsmede het groen in de tuinen van de bewoners.

Tussen de Trompstraat en de Van Galenstraat ligt een woonwijkje dat in de jaren '60 is aangelegd. De woningen zijn voornamelijk aaneengesloten en bestaan uit twee lagen en een langskap. Het openbaar profiel biedt weinig ruimte voor groen, maar tussen de bouwblokken is een 12 meter brede groenstrook opgenomen. De woningen hebben een voortuin van circa vijf meter diep, wat alsnog voor een groene uitstraling zorgt.

In het noordelijke deel van de Oude Hengeloseweg wordt de bebouwing gekenmerkt door traditionele lintbebouwing. Doordat de woningen van zowel langskappen en dwarskappen zijn voorzien is een afwisselend straatbeeld ontstaan. De twee-onder-een-kapwoningen staan dicht op de weg en de meeste zijn voorzien van een ondiepe voortuin. Her en der zijn enkele borders met groene beplanting aangelegd. Dat zorgt er, tezamen met de voortuinen, voor dat de uitstraling nog redelijk groen is.

De Theresiastraat is qua stedenbouwkundige structuur een uitzondering in Wensink Zuid. De Theresiastraat loopt schuin door Wensink Zuid. Aan de zuidzijde is een traditionele lint-verkaveling terug te zien. Aan de noordzijde staan woningen die planmatig zijn gebouwd. De hoeveelheid groen in deze straat is beperkt.

Langs het spoor ligt een groene zone die een buffer vormt tussen de woningen en het spoor. De strook bestaat voornamelijk gras, waarbij haagjes met beperkte hoogte de overgang vormen naar de woningen.

De nog niet besproken woonbuurten zijn planmatig aangelegde woonblokken. Dit gebied heeft overwegend een woonfunctie, maar er zijn ook twee scholen en wat kleinschalige bedrijfjes gevestigd.

De meeste woningen in dit gebied zijn twee-onder-een-kapwoningen of aaneengesloten woningen, in zowel de koop- als huursector. De woningen zijn in half open of gesloten bouwblokken gebouwd, waarbij de woningen dus naar tenminste drie zijden zijn georiënteerd.

Grote groenstructuren zijn in deze woongebieden niet aanwezig. Uitzondering is de Oude Hengeloseweg, ter hoogte van scholengemeenschap Twickel, waar een brede groenstrook is aangelegd voorzien met forse boombeplanting.

De wegen in het plangebied hebben veelal dezelfde functie (verblijfsgebied) en daarom ook veelal hetzelfde traditionele profiel dat bestaat uit een rijbaan met aan weerszijden een trottoir. Bij de twee-onder-een-kapwoningen wordt op eigen terrein geparkeerd, verder wordt voornamelijk geparkeerd in het openbaar profiel. De niet-woonfuncties hebben parkeergelegenheid op eigen terrein, waardoor de parkeerdruk in de omgeving gering is.

Aan de Welemanstraat zijn de afgelopen jaren de verouderde woningen gesloopt en nieuwe woningen opgericht. Deze woningen volgen nog altijd de wigvormige hofjes. In het nieuwe plan is echter meer ruimte tussen de woningen voor groen en is ter plaatse van de hofjes ook meer groen aangelegd. Daarnaast zorgt een gevarieerdere woningvoorraad (vrijstaand, twee-onder-een-kap, aaneengesloten) voor een afwisselender beeld.

2.2.4 Wegenstructuur
2.2.4.1 Vogelbuurt

De Vogelbuurt kent vier structurerende routes: de Prins Bernhardlaan, de Bornerbroeksestraat, de Azelosestraat en de Parallelweg.

De Prins Bernhardlaan is een belangrijke verkeersader die wordt gekenmerkt door een ruime opzet en de groene laanbeplanting. Langs deze laan staan voornamelijk vrijstaande woningen op ruime kavels.

De Bornerbroeksestraat is eveneens een belangrijke uitvalsweg in het gebied en een belangrijke toegangsweg naar het centrum van Borne. Deze straat wordt gekenmerkt door boombeplanting en enkele groene vlakken.

De Azelosestraat zorgt vanaf de snelweg A35 voor een directe verbinding met het centrum van Borne.

De Parallelweg loopt parallel aan het spoor en is een van de toegangswegen naar het station. Aan de noordkant van de Parallelweg is aan het begin van de eeuw de nieuwbouwwijk Spanjaardshof gebouwd. De appartementengebouwen begeleiden de weg aan de oostzijde, terwijl aan de westzijde een brede groene buffer is aangelegd tussen de weg en het spoor.

De hierboven genoemde wegen komen op twee belangrijke knooppunten samen, de rotonde van de Bornerbroeksestraat, de Azelosestraat, de Prins Bernhardlaan en de Grotestraat en de kruising van de Parallelweg met de Azelosestraat.

2.2.4.2 Wensink Noord

De Oude Deldensestraat en de Woolderweg zijn de belangrijkste verbindingswegen tussen dit gebied en het centrum van Borne. Langs deze wegen zijn brede groenstroken aangelegd om ruimte te bieden aan speelvoorzieningen, recreatie en eventueel parkeren. Veel van deze groenstroken zijn nog altijd terug te zien, bijvoorbeeld langs de Wensinkweg. Door de ruim opgezette straten heeft de buurt een groene uitstraling.

2.2.4.3 Wensink Zuid

Binnen deze buurt is de Europastraat de belangrijkste verkeersader. Vanuit de woonbuurten wordt het verkeer via de Europastraat afgewikkeld. Langs de Europastraat zijn voornamelijk vrijstaande woningen gelegen. De voortuinen van deze woningen zorgen voor een groen en ruim karakter.

De Oude Hengeloseweg is sinds de komst van de Rondweg, de A1 en de A35 niet meer de belangrijke verkeersader die het voorheen was. De bebouwing langs de weg is afwisselend, van rijwoningen tot vrijstaande woningen.

De Jupiterstraat is een belangrijke verkeersontsluiting. De Jupiterstraat kenmerkt zich door een breed profiel, een middengeleidingsstreep en brede bermen met gras en boombeplanting.

De spoorlijn Almelo-Enschedé vormt de begrenzing van het plangebied. Langs de spoorlijn is een groene buffer gelegen. Het plangebied heeft daarmee een groene westelijke rand.

2.2.5 Groen en ecologie

De meeste oude wegen naar Borne worden geflankeerd door monumentale bomenrijen. Deze lanen geven een duidelijke structuur aan het stedelijk gebied en worden geflankeerd door monumentale bomenrijen.

Binnen het plangebied zijn de Europastraat, Grotestraat, Stationsstraat, De Bleek, Azelosestraat, Bornerbroeksestraat, Bekenhorst, Von Bönninghausenstraat en Prins Bernhardlaan aangemerkt als groenstructuur. De Dikkerslaan vormt een ecologische verbinding met het buitengebied. Meer over groen en ecologie is in paragraaf 3.4.11 te vinden.

2.2.6 Waterstructuur en -systeem

In het waterbeheer van de 21e eeuw worden duurzame, veerkrachtige watersystemen nagestreefd. Dit betekent concreet dat droge perioden worden doorstaan zonder droogteschade, vissterfte en stank, en dat in natte perioden geen overlast optreedt door hoge grondwaterstanden of inundaties vanuit oppervlaktewateren. Problemen worden niet afgewenteld op andere gebieden of latere generaties. Het principe “eerst vasthouden, dan bergen, dan pas afvoeren”  is hierbij leidend. Rijk, provincies en gemeenten hebben in het Nationaal Bestuursakkoord Water doelen vastgelegd voor het op orde brengen van het watersysteem. Het zoveel mogelijk scheiden van vuil en schoon water is belangrijk voor het bereiken van een goede waterkwaliteit. Door te voorkomen dat grote hoeveelheden relatief schoon hemelwater door rioolstelsels worden afgevoerd, neemt het aantal overstorten van verontreinigd rioolwater op oppervlaktewater af en neemt de doelmatigheid van de rioolwaterzuivering toe. Hierdoor verbetert zowel de kwaliteit van oppervlaktewateren waarop overstorten plaatsvinden als de kwaliteit van het effluent ontvangende oppervlaktewater. Indien het schone hemelwater door middel van infiltratie in het gebied wordt vastgehouden alvorens het wordt afgevoerd naar oppervlaktewater, draagt dit bovendien bij aan de duurzaamheid van het watersysteem. Vandaar dat het principe “eerst schoonhouden, dan scheiden, dan pas zuiveren” een belangrijk uitgangspunt is bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Als het hemelwater niet wordt aangekoppeld of wordt afgekoppeld van het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst.

2.2.7 Archeologie en monumenten

Archeologie

Binnen het plangebied zijn verschillende archeologische verwachtingen gelegen, blijkens de Arcehologische beleidsadvieskaart.

Nabij de kruising van de Morseltdijk en de Van Bemmelstraat, aan De Bleek en aan de Aanslagsweg zijn kleine gebieden gelegen die hoge verwachting hebben voor archeologische resten uit de Middeleeuwse en Nieuwe tijd, die verband hebben met bewoning in de historische kern.

Ten oosten van de Oude Hengeloseweg en rondom de Gemeentelijke Begraafplaats kennen de gronden een hoge archeologische verwachting. Dit geldt ook voor kleinere gebieden rond de Lantmanstraat, de Meteoorstraat en het uiterste zuiden van het plangebied.

Meer over archeologie is te vinden in paragraaf 3.4.9 en paragraaf 5.5.3.

Monumenten

In het plangebied zijn gemeentelijke en rijksmonumenten aanwezig. In totaal zijn er drie rijskmonumenten in het plangebied en tien gemeentelijke monumenten.

Het betreft de volgende rijksmonumenten:

  • Oude Deldensestraat 21, woning met koetshuis
  • Stationsstraat 9, voormalig badhuis
  • Stationsstraat 74, Huize Meyling

En het betreft de volgende gemeentelijke monumenten:

  • Aanslagsweg 53/ Grotestraat 129, dubbel woonhuis
  • Prins Bernhardlaan 23, het dokter Stompshuis
  • Grotestraat 131 / 133, dubbel woonhuis
  • Grotestraat 135 / 137, dubbel woonhuis
  • Grotestraat 260, Het Koetshuis
  • Grotestraat 262, Het Witte Huis
  • Grotestraat 264, Herenhuis
  • Oude Almeloseweg, gemeentelijke begraafplaats
  • Stationsstraat 37, voormalig bedrijfspand Spanjaard
  • Stationsstraat 52 / 54, dubbel woonhuis